Woning- & buurttevredenheid
Samenvatting
De meeste Utrechters zijn positief over hun woning, gemiddeld beoordelen zij de woning in 2023 met een 7,4. Hoewel het algemeen buurtoordeel met een 7,3 stabiel is, is er een dalende trend in het aandeel inwoners dat positief is over de toekomst van de buurt (van 38% in 2019 naar 31% in 2023).
In het kort
- Huiseigenaren zijn het meest tevreden met hun woning
- Huurders zijn vaker ontevreden over woonoppervlak en staat van de woning
- Verschil in woningbeoordeling per wijk bij huurders loopt dit jaar minder uiteen
- Positieve toekomstverwachting over de eigen buurt is verder gedaald
- Buurtbeleving van inwoners is stabiel
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
|---|---|---|---|---|---|
| rapportcijfer beoordeling woning | 7,5 | - | 7,5 | - | 7,4 |
| score algemeen buurtoordeel* | 7,3 | - | 7,3 | - | 7,3 |
| % inwoners dat woning te klein vindt | 21 | - | 22 | - | 21 |
| % inwoners dat vindt dat woning slecht onderhouden is | 15 | - | 14 | - | 16 |
| % inwoners dat de buurt (zeer) prettig vindt | 91 | - | 90 | - | 89 |
| % inwoners dat denkt dat buurt in toekomst beter wordt | 38 | - | 35 | - | 31 |
Bron: Inwonersenquête, gemeente Utrecht
Huiseigenaren zijn het meest tevreden met hun woning
De meeste Utrechters zijn positief over hun woning, gemiddeld beoordelen zij de woning met een 7,4. Ongeveer een vijfde (21%) geeft aan de woning te klein te vinden. Daarnaast vindt 16% dat de woning slecht onderhouden is. Dit is een stijging ten opzichte van 2021. Er is een duidelijk verschil tussen huiseigenaren en huurders in tevredenheid over de eigen woning en de beleving van de buurt. Zo beoordelen huiseigenaren hun woning met een 8,0 gemiddeld ten opzichte van een 6,9 bij huurders. Ook hebben huiseigenaren een positievere beleving van hun buurt dan huurders (score algemeen buurtoordeel 7,7 ten opzichte van 6,7). Hoewel huurders minder positief zijn over hun eigen woning en ze een lagere score laten zien op het algemeen buurtoordeel, zijn ze wel positiever over de toekomst van hun buurt. Ruim een derde (35%) verwacht dat de buurt beter wordt, ten opzichte van ruim een kwart bij huiseigenaren (28%).
Huurders zijn vaker ontevreden over woonoppervlak en staat van de woning
Huurders zijn net als in 2021 minder tevreden dan huiseigenaren over de grootte en het onderhoud van de woning. In 2023 vindt 30% van de huurders hun woning te klein en 27% vindt de woning slecht onderhouden. Voor huiseigenaren is dit 14% (te klein) en 5% (slecht onderhoud). Wijken met veel koopwoningen scoren dan ook hoger op woningtevredenheid dan wijken met veel huurwoningen. In de wijk met het grootste aandeel koopwoningen (Vleuten-De Meern) worden woningen gemiddeld het best beoordeeld (8,0), op de voet gevolgd door Leidsche Rijn (7,9). In de wijk met het kleinste aandeel koopwoningen (Overvecht) worden woningen het laagst beoordeeld (6,8). Deze resultaten zijn stabiel.
Verschil in woningbeoordeling per wijk bij huurders loopt dit jaar minder uiteen
Waar voorgaande jaren de woningbeoordeling per wijk bij huurders sterker uiteenliep dan bij huiseigenaren, is dat dit jaar niet meer het geval. Dit komt doordat het woningoordeel in de laagst scorende wijken positiever is geworden (Overvecht gaat van 6,4 naar 6,6; en Zuidwest van 6,5 naar een 6,8) en omdat het oordeel in de hoogst scorende wijken juist iets is gedaald (Binnenstad en Leidsche Rijn gaan beide van 7,4 naar 7,2). Met name huurders in Zuidwest zijn positiever geworden over hun woning, de tevredenheid over hun woning is gestegen van 6,5 in 2021 naar 6,8 in 2023.
Positieve toekomstverwachting over de eigen buurt is verder gedaald
Het aandeel Utrechters dat aangeeft te verwachten dat hun buurt in de toekomst beter wordt, is al vanaf 2018 aan het dalen. Waar in 2018 nog 42% van de mensen aangaf een positieve toekomstverwachting ten aanzien van de eigen buurt te hebben, is dit in 2023 nog slechts 31%. De daling over de afgelopen jaren is het meest zichtbaar in de wijken Binnenstad (van 39% in 2019 naar 27% in 2023) en Zuid (van 43% in 2019 naar 25% in 2023) en onder 65-plussers (van 23% in 2019 naar 16% in 2023). Huurders hebben een positievere toekomstverwachting over hun buurt dan huiseigenaren (35% ten opzichte van 28%). In sommige wijken zijn huurders opvallend veel positiever dan huiseigenaren (verschil van 10 procentpunt of meer). Dit geldt voor West, Oost, Noordoost en Leidsche Rijn. In Noordwest zijn huiseigenaren juist veel positiever dan huurders.
Buurtbeleving van inwoners is stabiel
Ondanks de afname van de positieve toekomstverwachting van de buurt is de gemiddelde score voor het algemeen buurtoordeel met een 7,3 stabiel. Ook hier is een duidelijk verschil zichtbaar tussen huiseigenaren (7,7) en huurders (6,7), waarbij huurders van woningcorporaties minder positief zijn dan particuliere huurders (6,5 respectievelijk 7,2). Noordoost en Oost scoren net als in 2021 het best (8,2 respectievelijk 8,0), Overvecht scoort het laagst (5,7). Deze resultaten zijn stabiel. Alleen het buurtoordeel in wijk Binnenstad is gedaald (van 8,0 in 2021 naar 7,7 in 2023).
Ook de mate waarin Utrechters de buurt als prettig ervaren is stabiel. Net als voorgaande jaren geven negen op de tien Utrechters (89%) aan de buurt (zeer) prettig te vinden. Huiseigenaren zijn het meest positief over hun buurt (93%), onder huurders ligt dit iets lager (84%). Hierbij zijn bewoners van een particuliere huurwoning meer tevreden (89%) dan bewoners van een corporatiewoning (81%). Het verschil tussen huiseigenaren en huurders is het grootst in de wijken Zuid en Zuidwest (ligt ongeveer 10 procentpunt lager).