Image
Woningen en boom met bloesem

Bevolkingsontwikkeling

Samenvatting

Utrecht groeide vorig jaar met 6.390 inwoners naar een bevolkingsomvang van 374.374 op 1 januari 2024. Dit is de sterkste groei sinds 2009. Utrecht groeit enerzijds omdat er meer kinderen geboren worden dan er mensen overlijden en anderzijds omdat er meer vestigers dan vertrekkers zijn. De laatste jaren daalde het geboorteoverschot en nam het vestigingsoverschot sterk toe.

In het kort

Kerncijfers
  2019 2020 2021 2022 2023 2024
aantal inwoners op 1 januari 352.941 357.719 359.355 361.742 367.984 374.374
a. aantal geborenen 4.715 4.781 4.948 4.330 4.118 -
b. aantal overledenen 1.921 2.064 2.076 2.058 2.144 -
c. geboorteoverschot (a-b) 2.794 2.717 2.872 2.272 1.974 -
d. vestigers uit andere gemeenten 22.070 22.157 22.216 22.855 25.249 -
e. vertrekkers naar andere gemeenten 22.982 24.310 26.230 24.769 25.274 -
f. binnenlands vestigingsoverschot (d-e) -912 -2.153 -4.014 -1.914 -25 -
g. vestigers uit ander land 8.312 6.512 7.879 10.944 9.362 -
h. vertrekkers naar ander land 5.122 5.088 4.134 4.866 4.777 -
i. buitenlands vestigingsoverschot (g-h) 3.190 1.424 3.745 6.078 4.585 -
j. saldo administratieve correcties -294 -352 -216 -194 -144 -
jaarlijkse groei (c+f+i+j) 4.778 1.636 2.387 6.242 6.390 -
Bron: BRP, gemeente Utrecht

Utrecht groeit door: nu 374.000 inwoners

Op 1 januari 2024 had Utrecht 374.374 inwoners. Utrecht groeide in 2022 met 6.242 inwoners en in 2023 met 6.390 inwoners. Dit is een sterkere groei dan Utrecht lange tijd heeft gehad. In de jaren 2015-2019 zat Utrecht op een groei tussen 4.100 en 5.400 inwoners per jaar. Tijdens de coronajaren was de groei juist uitzonderlijk laag: in 2020 groeide de stad met 1.636 inwoners en in 2021 met 2.387.

De bevolkingsgroei van een stad bestaat uit natuurlijke aanwas (geboorte min sterfte) en een vestigingssaldo (vestiging min vertrek). In beide componenten zien we de laatste jaren een opvallende ontwikkeling.

Hoog sterftecijfer, laag geboortecijfer

Cijfers van het CBS laten zien dat in 2023 voor het vierde jaar op rij sprake is van oversterfte: er stierven in Nederland 8% meer mensen dan verwacht. In 2020 en 2021 viel de oversterfte grotendeels samen met de coronasterfte. In 2022 en 2023 vormt COVID-19 een steeds kleiner deel van de doodsoorzaak. In deze jaren overleden ook meer Utrechters dan in de periode voor corona. In 2023 zat het sterftecijfer in Utrecht op 2.144 overledenen, dat zijn er bijna 100 meer dan in de drie jaren ervoor. In de periode 2005-2019 schommelde het aantal overleden Utrechters tussen 1.800 en 1.930 per jaar.

Het recente verloop van het geboortecijfer in Utrecht volgt de landelijke trend. In coronajaar 2021 was er een kortdurend geboortegolfje, maar daarna is het geboortecijfer hard gedaald. In 2022 zijn er in Utrecht 4.330 baby’s geboren en in 2023 iets meer dan 4.100. Dit is het laagste geboorteaantal sinds 2002, terwijl het aantal vrouwen in de stad gedurende die periode juist sterk toenam. Recent onderzoek met data van het CBS laat een sterk verband zien tussen het hebben van een goede economische positie en de geboorte van het eerste kind. Mensen die geen vaste baan hebben en onvoldoende inkomen stellen het krijgen van een kind uit. De economische situatie in combinatie met de huidige wooncrisis in Nederland kan een rol spelen in het lage geboortecijfer van de afgelopen twee jaren.

Infogram URL

Het lage geboortecijfer gecombineerd met het aanhoudend hoge sterftecijfer gaf Utrecht in 2023 een natuurlijke aanwas van een kleine 2.000 personen, aanzienlijk minder dan voorgaande jaren. Ten opzichte van andere grote steden (100.000+) in het land heeft Utrecht, samen met Almere, nog steeds de grootste natuurlijke aanwas per 1.000 inwoners. Landelijk gezien is sprake van een negatieve natuurlijke aanwas: in 2022 en 2023 overleden in Nederland meer mensen dan er geboren werden.

Groot vestigingsoverschot in 2023

Naast de natuurlijke aanwas groeide de bevolking door het verschil tussen vestiging in en vertrek uit de stad. In 2023 hebben 34.600 mensen zich in Utrecht gevestigd en zijn 30.000 Utrechters uit de stad vertrokken. Dit verschil tussen in- en uitstroom geeft voor dat jaar een vestigingsoverschot van 4.600. Tijdens de coronajaren 2020 en 2021 had Utrecht, voor het eerst deze eeuw, te maken met een vertrekoverschot: het aantal mensen dat de stad verliet was groter dan het aantal dat zich in Utrecht vestigde.

Infogram URL

Sterke toename immigratie, veel vluchtelingen uit Oekraïne

Na invoering van de coronamaatregelen in maart 2020 nam de immigratie naar Nederland sterk af. In 2021 trok de immigratie weer aan en in 2022 was deze groter dan ooit. In dat jaar verhuisden bijna 11.000 mensen vanuit het buitenland naar Utrecht. In 2023 is de immigratie teruggelopen naar 9.400, nog steeds historisch hoog. Net als voorgaande jaren komen er veel immigranten met de Indiase nationaliteit naar Utrecht (in 2023 bijna 750 personen). Daarnaast kwamen vorig jaar veel immigranten met de Spaanse, Italiaanse of Duitse nationaliteit naar de stad (elk 450 tot 500 personen).

Het uitzonderlijk hoge aantal immigranten in 2022 kwam voor een groot deel door de oorlog in Oekraïne, die eind februari dat jaar begon. In 2022 hebben ongeveer 1.800 personen met de Oekraïense nationaliteit zich in Utrecht gevestigd (met een registratie in de BRP). In 2023 is deze instroom teruggelopen tot 530 Oekraïners. Daarnaast zijn zowel in 2022 als in 2023 circa 400 Oekraïners weer uit Utrecht vertrokken (waarvan circa 60% naar een andere gemeente in Nederland). Op 1 januari 2024 woonden 1.785 personen met de Oekraïense nationaliteit in Utrecht, tegenover 1.665 een jaar eerder. Kort voor de oorlog uitbrak woonden circa 275 Oekraïners in Utrecht.

Per jaar verhuist een op de zes Utrechters

In 2023 zijn 25.250 mensen vanuit elders in Nederland naar Utrecht verhuisd, meer dan ooit en 2.400 meer dan het jaar ervoor. Deze toename komt geheel op conto van extra instroom van 18 t/m 24-jarigen. Waarschijnlijk is dit het effect van de herinvoering van de basisbeurs per september 2023. Daar staat tegenover dat bijna evenveel Utrechters de stad hebben verruild voor een andere gemeente in Nederland: 25.275. Dit zijn er 500 meer dan in 2022 maar bijna 1.000 minder dan in 2021, toen een ongeëvenaard aantal de stad uittrok. Amsterdam is al jaren de populairste bestemming: ruim 2.500 Utrechters zijn vorig jaar naar de hoofdstad verhuisd. Een deel van hen werkte al in Amsterdam en is het werk achterna verhuisd. Daarna volgen de regiogemeenten Nieuwegein, Zeist en Stichtse Vecht, die vorig jaar elk 1.100 tot 1.400 mensen uit Utrecht ontvingen.

Er zijn niet alleen veel Utrechters die naar elders verhuizen, ook het aantal Utrechters dat binnen de eigen stad een woning vindt is aanzienlijk. In 2022 zijn in totaal 58.600 Utrechters verhuisd, dat is een op de zes inwoners. Hiervan is bijna de helft binnen de stad verhuisd (49%) en de andere helft naar een andere gemeente in Nederland (43%) of naar het buitenland (8%). Ten opzichte van vijf jaar geleden zien we dat een iets kleiner deel van de verhuizers binnen de stad verhuist (was 52% in 2018) en een iets groter deel naar een andere plek in Nederland (was 40%).

De stad als roltrap

Een grote studentenstad als Utrecht fungeert als maatschappelijke ladder voor jongvolwassenen. Jongeren trekken massaal naar de grote stad voor opleiding en werk. Na de eerste stappen in hun carrière verbetert hun inkomenspositie, gaan ze samenwonen en verhuizen velen – vaak in het kader van gezinsvorming – naar een ruimere woning in de regio of in de stad zelf. Dit fenomeen wordt in de literatuur aangeduid als de sociale lift of roltrapfunctie van de stad. Het mechanisme zien we duidelijk terug in de cijfers over binnenlandse vestiging en vertrek. Degenen die vanuit elders in Nederland naar Utrecht verhuizen zijn in meerderheid jongvolwassen: ruim driekwart van hen is in de leeftijd van 18-34 jaar (veelal studenten en starters op de arbeidsmarkt). Utrechters die de stad verlaten zijn gemiddeld iets ouder: velen van hen zijn eind twintig of dertiger. 

Ook andere steden groeien weer hard na corona

Sinds de bouw van Leidsche Rijn groeit Utrecht uitzonderlijk hard. Tot 2015 groeide Utrecht harder dan de andere G4-steden (in verhouding tot de bevolkingsomvang). Sinds 2016 groeit Almere het snelst van de grote steden in Nederland. Door de coronapandemie stagneerde de bevolkingsgroei in Nederland en nog sterker in de grote steden. Sinds deze dip trekt de groei van de bevolking weer sterk aan. Van alle grote steden (100.000+) is in 2023 Delft relatief het sterkst gegroeid, gevolgd door Nijmegen en Leiden. Utrecht groeide in 2023 met 1,8%, vergelijkbaar met Amsterdam en Almere maar harder dan Rotterdam (1,1%) en Den Haag (0,5%). Landelijk lag het groeipercentage in 2023 op 0,8%.

Infogram URL
Overige kerncijfers
  2019 2020 2021 2022 2023 2024
aantal inwoners op 1 januari 352.941 357.719 359.355 361.742 367.984 374.374
geboorte per 1.000 vrouwen van 15-44 jaar 50,1 50,2 52,0 45,1 41,9 -
overleden per 1.000 inwoners 5,4 5,8 5,8 5,7 5,8 -
vertrek naar andere gemeente per 1.000 inwoners 65,1 68,0 73,0 68,5 68,7 -
vertrek naar ander land per 1.000 inwoners 14,5 14,2 11,5 13,5 13,0 -
binnenlandse vestigers 18-24 jaar 7.418 8.550 8.356 8.032 10.516 -
verhuizingen binnen Utrecht 29.183 30.411 32.164 29.151 28.518 -
verhuizingen binnen Utrecht per 1.000 inwoners 82,7 85,0 89,5 80,6 77,5 -
aantal inwoners per km² 3.558 3.606 3.622 3.646 3.709 3.774
gemiddeld aantal inwoners per bewoonde woning 2,37 2,36 2,33 2,31 2,30 2,31
Relatieve cijfers over het jaar zijn afgezet tegen het inwonertal op 1 januari van dat jaar.
Bron: BRP, gemeente Utrecht