Image
Griftpark

Groen

Samenvatting

De gemiddelde hoeveelheid openbaar groen dat een huishouden in Utrecht ter beschikking heeft is afgenomen van 66 m2 in 2022 naar 64 m2 in 2023. Dit komt voornamelijk door de groei van het aantal inwoners van de stad. In 2023 zijn Utrechters minder tevreden over het park in hun buurt dan in coronajaar 2021. 40% van de Utrechters bezoekt groengebieden buiten de stad (zoals Amelisweerd) voor recreatie in de buitenlucht.

In het kort

Kerncijfers
  2019 2020 2021 2022 2023
openbaar groen per huishouden (m2) 68 68 67 66 64
% inwoners dat tevreden is over het groen in de buurt 66 - 68 - 68
% inwoners dat tevreden is over het park in de buurt 72 - 75 - 72
Bron: gemeente Utrecht; Inwonersenquête, gemeente Utrecht

Openbare ruimte bestaat voor 37% uit groen

De gemeente Utrecht heeft 3.371 hectare openbare ruimte (excl. landgoederen) in beheer. Van deze openbare ruimte is 42% verhard, 37% groen en 21% water. Van het stedelijk groen, zonder de landgoederen, is 43% natuurlijk groen (zoals hooilanden, ruigten, gras met stinzebollen en bosplantsoenen). Er is ook verharde ruimte, groen en water in beheer van derden, zoals Rijkswaterstaat. Het hoogste aandeel openbaar groen is te vinden in Zuid (46%), gevolgd door Overvecht (44%) en Leidsche Rijn (41%). In Leidsche Rijn is het aandeel groen met twee procentpunt afgenomen ten opzichte van 2022. In de Binnenstad is het aandeel groen het laagst (17%) en het aandeel verharde ruimte het hoogst (66%). Noordwest (64%) en Zuidwest (60%) hebben ook een hoge verhardingsgraad. De laagste verhardingsgraad heeft Vleuten-De Meern (26%), maar het aandeel water in Vleuten-De Meern is met 37% het hoogst van Utrecht.

Vleuten-De Meern en Overvecht meest groene wijken, afname in Leidsche Rijn  

Gemiddeld heeft een huishouden in Utrecht 64 m² openbaar groen ter beschikking in 2023. Dit is een afname ten opzichte van 2022 (66 m²). Voor de toekomstige inrichting van de stad streeft de gemeente naar een gelijkblijvend aantal vierkante meter groen per huishouden (ambitie in RSU 2040). De hoeveelheid groen varieert sterk tussen de verschillende Utrechtse wijken. In Vleuten-De Meern (186 m²) en Overvecht (99 m²) is het meeste openbaar groen per huishouden aanwezig. In Leidsche Rijn is het groen per huishouden het sterkst afgenomen, van 108 m² naar 98 m². Dit komt omdat daar relatief veel woningen zijn bijgebouwd waardoor ook het aantal inwoners is gestegen. Binnenstad is met 11 m² per huishouden de minst groene wijk. 

Het totaal aan groen in beheer van de gemeente en al het water (behalve het Amsterdam-Rijnkanaal) per huishouden is 100 m². Er is een daling zichtbaar, in 2022 was dit 103 m². In 2021 en 2020 was dit 106 m² en in 2019 107 m² per huishouden. De daling ten opzichte van eerdere jaren is deels te verklaren door de aanleg en oplevering van een aantal grote woningbouwprojecten in het afgelopen jaar. De inrichting van de openbare ruimte loopt daar altijd op achter.

Aantal park- en straatbomen afgenomen, kwart van alle bomen in Vleuten-De Meern

Er worden 134.000 park- en straatbomen onderhouden door de gemeente, een afname ten opzichte van 2023 (137.000 bomen). Dit heeft met name te maken met kap vanwege essentaksterfte. Naast de bomen in woonstraten en in parken, zijn er in de stad ook bosplantsoenen en bossen, zoals op de landgoederen. Opgeteld gaat het om circa 190 hectare bos en bosplantsoenen. Ruim een kwart van de Utrechtse park- en straatbomen staat in Vleuten-De Meern (36.000). In Binnenstad staan met 3.000 bomen de minste park- en straatbomen, een aandeel van 2% van het Utrechts totaal.

Ruim twee derde van de Utrechters tevreden met groen in de buurt

In 2023 is het aandeel Utrechters dat (zeer) tevreden is over het groen in de buurt - waaronder grasveldjes en bomen - stabiel ten opzichte van 2021 (68%). De tevredenheid over het groen verschilt per wijk. In Overvecht (78%), Oost (77%), Zuid (77%) en Vleuten-De Meern (79%) is circa drie kwart van de inwoners tevreden over het groen in de eigen buurt. In Binnenstad (56%) en Zuidwest (53%) geldt dit voor iets meer dan de helft van de inwoners.

Utrechters net zo tevreden over parken als voor de coronapandemie

Van alle inwoners is bijna drie kwart (72%) tevreden over de parken in de eigen buurt. De tevredenheid is gedaald ten opzichte van coronajaar 2021 (75%) en ligt op het niveau van 2019 (72%). Inwoners hebben tijdens de coronapandemie meer gebruik gemaakt van parken in de stad en waren mogelijk daardoor ook meer tevreden. In Vleuten-De Meern (84%) en Oost (84%) zijn bewoners het vaakst tevreden over parken in de eigen buurt. De ligging bij het Máximapark en de Haarrijnseplas rondom Vleuten-De Meern en het Wilhelminapark en natuurgebied Amelisweerd bij Oost, spelen mogelijk mee bij deze beoordeling. In Binnenstad (62%) en Zuidwest (58%) zijn bewoners het minst tevreden over parken in de buurt. 

Groengebieden buiten de stad aantrekkelijk onder Utrechters

8% van de Utrechters geeft in 2023 aan nooit naar parken of andere groengebieden te gaan. Onder inwoners zonder opleiding of met primair onderwijs/vmbo is het percentage dat nooit naar parken gaat (22%) hoger dan onder inwoners die hbo/wo hebben afgerond (4%). 92% van de Utrechters geeft aan wel eens parken of andere groengebieden te bezoeken. 40% gaat meestal naar groengebieden buiten de stad, zoals Amelisweerd. Het aandeel Utrechters dat groengebieden buiten de stad bezoekt, verschilt per wijk. In Oost (60%), Zuid (57%) en Binnenstad (48%) bezoeken inwoners vaker groen- en natuurgebieden buiten de stad. Vanuit Overvecht (24%) en Leidsche Rijn trekken inwoners minder vaak naar de groengebieden buiten de stad. Binnen de grenzen van de gemeente zijn het Máximapark (28%), Griftpark (22%), Wilhelminapark (20%), Julianapark (15%) en Singel/Zocherpark/Lepelenburg (16%) de meest bezochte parken onder inwoners.

Infogram URL

Negen op de tien panelleden bezoeken stadsparken en groengebieden: het Máximapark en wandelen populair

Slechts 7% van de panelleden van het Utrechtse Bewonerspanel bezoekt geen grotere stadsparken in de gemeente Utrecht. Dat blijkt uit de peiling in mei in 2023. Bijna een derde van deze personen geeft als reden dat ze liever in de eigen (volks)tuin of op het eigen balkon zitten. Het Máximapark wordt het meest bezocht door panelleden, 38% bezocht dit park het afgelopen jaar. Twee derde van de panelleden (65%) gaat meestal lopend naar hun meest bezochte park. Wandelen is de populairste activiteit in parken, 80% wandelt meestal in het park. Daarnaast komen panelleden naar een park om te genieten van de natuur (37%) en de rust (20%).

Ruim een derde (36%) van de panelleden ziet graag meer natuurlijke elementen zoals bomen, struiken en planten in hun park. Ook ziet 35% graag meer bomen. De meerderheid van de panelleden vindt de volgende zaken goed zoals ze zijn: verlichting (66%), bankjes (66%), toegankelijkheid van het park (86%), horeca zoals restaurant en café (64%) of evenementen (46%). Tegelijkertijd vindt ruim een derde (36%) dat er juist minder evenementen in parken georganiseerd moeten worden. Wat betreft de drukte in parken ervaart de helft van de panelleden het park over het algemeen als gemiddeld druk, 34% ervaart het meestal als (te) rustig en 16% als (te) druk.