Beroeps- & wetenschappelijk onderwijs
Samenvatting
Het aantal mbo-studenten is afgenomen in 2023. In 2022 daalde ook het aantal hbo-studenten, terwijl het aantal wo-studenten steeg. Wo-studenten zijn vaker (zeer) tevreden over hun opleiding (83%) dan hbo-studenten (65%). Ongeveer twee op de vijf studenten in Nederland (mbo, hbo, wo) zijn uitwonend.
In het kort
- Aandeel leerlingen met startkwalificatie licht gedaald
- Verdere afname aantal mbo-studenten in 2023
- Afname aantal hbo-studenten in 2022
- Twee op de vijf studenten in Nederland is uitwonend
2019/2020 | 2020/2021 | 2021/2022 | 2022/2023 | 2023/2024 | |
---|---|---|---|---|---|
% 17 t/m 22-jarigen met startkwalificatie of schoolinschrijving1 | 94,2 | 94,1 | 93,7 | 93,4 | 93,2 |
% voortijdig schoolverlaters2 | 1,9 | 1,9 | 2,2 | 2,2 | - |
aantal Utrechters dat mbo volgt3 | 7.090 | 7.240 | 7.290 | 6.970 | 6.850 |
aantal studenten aan Utrechtse mbo-instelling4 | 27.400 | 27.600 | 28.100 | 26.900 | 26.200 |
aantal studenten aan Utrechtse hbo-instelling4 | 37.000 | 38.500 | 39.500 | 38.500 | - |
aantal studenten aan Utrechtse wo-instelling4 | 32.500 | 35.500 | 37.000 | 37.500 | - |
rapportcijfer Utrechtse mbo-instellingen5 | - | 6,7 | - | 6,6 | - |
aandeel hbo-studenten aan Utrechtse hbo-instellingen dat (zeer) tevreden is over hun opleiding6 | - | - | 63 | 63 | 65 |
aandeel wo-studenten aan Utrechtse wo-instellingen dat (zeer) tevreden is over hun opleiding6 | - | - | 83 | 83 | 83 |
Aandeel leerlingen met startkwalificatie licht gedaald
In de afgelopen jaren is het aandeel Utrechtse jongeren (17 t/m 22 jaar) met een startkwalificatie of lopende inschrijving op school licht gedaald. In schooljaar 2023/2024 heeft 93,2% van de jongeren een startkwalificatie. In schooljaar 2019/2020 was dit nog 94,2%. Een startkwalificatie is een havo- of vwo-diploma of een diploma van het mbo-2,3,4, hbo of wo. In het schooljaar 2022/2023 ging 2,2% van de jongeren van school voor het behalen van een startkwalificatie (voortijdig schoolverlater).
Verdere afname aantal mbo-studenten in 2023
In schooljaar 2023/2024 volgen 6.850 Utrechters een mbo-opleiding. Dat is 6% minder dan in schooljaar 2021/2022. Zowel het aantal Utrechtse mbo-studenten als het aantal mbo-studenten van buiten Utrecht dat in de stad studeert, neemt af sinds 2021. In totaal volgen 26.200 studenten een opleiding aan een Utrechtse mbo-instelling in schooljaar 2023/2024. Dat is 7% minder dan in schooljaar 2021/2022. Deze studenten beoordelen hun school gemiddeld met een 6,6 (studenten van Nimeto zijn hierin niet meegenomen). De meeste Utrechtse mbo-studenten volgen een opleiding in de sector zorg, welzijn en sport (39%). Dit aandeel is gelijk aan vorig schooljaar. Daarna zijn de grootste sectoren onder Utrechtse mbo-studenten creatieve industrie en ICT (14%) en zakelijke dienstverlening en veiligheid (13%).
Afname aantal hbo-studenten in 2022
In schooljaar 2022/2023 gaan minder studenten naar Utrechtse hbo-instellingen dan het jaar daarvoor (-2,5%). Landelijk is de daling nog wat sterker (-5,4%). Het aantal studenten in het wetenschappelijk onderwijs (wo) groeit in schooljaar 2022/2023 met 1,4%. Landelijk stagneert de groei van het aantal wo-studenten (-0,1%). Het totaal aantal studenten aan Utrechtse hbo- en wo-instellingen krimpt in 2022 met 0,7%. In 2020 (+6,5%) en 2021 (+3,4%) was sprake van een sterke stijging van het aantal hbo- en wo-studenten in Utrecht.
Ongeveer 16% van de hbo- en wo-studenten in Nederland is een internationale student. In 2018 was dit 11%. Van de studenten aan Utrechtse hbo-instellingen geeft 65% aan (zeer) tevreden te zijn over hun opleiding. Dit aandeel is lager dan onder studenten aan Utrechtse wo-instellingen (83%).
Twee op de vijf studenten in Nederland is uitwonend
Uit de Landelijke monitor studentenhuisvesting blijkt dat een op de vijf (20%) mbo-studenten in Nederland (circa 485.000) uitwonend is. Van de hbo-studenten (circa 417.000) is ongeveer twee op de vijf uitwonend (39%). Van de wo-studenten (circa 337.000) is 71% uitwonend. Ruim twee derde van de uitwonende hbo- en wo-studenten woont in de stad waar ze studeren (69%). Mbo-studenten wonen vaker buiten hun studiestad (66%). De gemiddelde woonlasten van uitwonende (hbo en wo) studenten in Nederland zijn € 550 per maand. Betaalbaarheid (48%) en beschikbaarheid (20%) van woonruimte worden door thuiswonende (hbo en wo) studenten het vaakst aangegeven als reden om het ouderlijk huis niet te verlaten. Ongeveer een op de vijf thuiswonende hbo- en wo-studenten wil niet verhuizen (19%). Daarnaast verhuizen thuiswonende hbo- en wo-studenten niet omdat zij al in de buurt van hun opleiding wonen (9%) of omdat ze hun studieverloop afwachten (3%). Daarmee heeft in totaal bijna een derde van de thuiswonende hbo- en wo-studenten in Nederland geen verhuiswens.