Bevolkingssamenstelling
Samenvatting
Utrecht is een jonge stad met veel studenten en starters. Het aandeel jonge kinderen in de stad is de laatste jaren afgenomen, terwijl het aandeel ouderen toeneemt. Utrecht heeft een diverse bevolking met 171 verschillende nationaliteiten. Van de 374.000 Utrechters heeft 39% een migratieachtergrond en dit aandeel blijft toenemen.
In het kort
- Utrecht is een jonge stad
- Aantal kinderen onder 4 jaar gaat weer toenemen
- Toename jongeren van 12 t/m 17 jaar
- In Utrecht minder vergrijzing dan elders
- Meer jonge vrouwen dan mannen
- Ruim helft Utrechtse huishoudens is alleenstaand
- Bevolking Utrecht divers: 171 nationaliteiten
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
aantal inwoners per 1 januari | 352.941 | 357.719 | 359.355 | 361.742 | 367.984 | 374.374 |
aantal 0-3 jaar | 17.742 | 17.766 | 17.531 | 17.467 | 16.952 | 16.495 |
aantal 4-11 jaar | 31.812 | 31.807 | 31.589 | 31.199 | 31.106 | 31.068 |
aantal 12-17 jaar | 20.423 | 21.033 | 21.480 | 21.809 | 22.510 | 22.739 |
aantal 18-26 jaar | 61.247 | 60.328 | 59.338 | 60.494 | 62.243 | 64.638 |
aantal 27-44 jaar | 110.553 | 113.656 | 114.836 | 114.796 | 117.398 | 119.944 |
aantal 45-64 jaar | 74.578 | 75.857 | 76.668 | 77.352 | 78.403 | 79.226 |
aantal 65+ jaar | 36.586 | 37.272 | 37.913 | 38.625 | 39.372 | 40.264 |
% inwoners met Nederlandse achtergrond | 64,8 | 63,9 | 63,6 | 62,8 | 61,4 | 60,7 |
% inwoners met migratieachtergrond | 35,2 | 36,1 | 36,4 | 37,2 | 38,6 | 39,3 |
aantal nationaliteiten | 169 | 172 | 172 | 167 | 168 | 171 |
aantal huishoudens op 1 januari | 181.400 | 182.458 | 183.018 | 184.722 | 188.657 | 194.377 |
waarvan alleenstaand | 95.592 | 94.318 | 93.568 | 95.038 | 97.917 | 102.570 |
waarvan paar zonder kinderen | 36.468 | 37.892 | 38.872 | 38.722 | 39.245 | 39.941 |
waarvan paar met kinderen | 37.404 | 38.042 | 38.232 | 38.509 | 38.830 | 38.807 |
waarvan eenoudergezin | 10.472 | 10.623 | 10.762 | 10.837 | 11.037 | 11.249 |
waarvan overig huishouden | 1.464 | 1.583 | 1.584 | 1.616 | 1.628 | 1.810 |
Utrecht is een jonge stad
In Utrecht wonen relatief veel twintigers en dertigers. De typische Utrechtse leeftijdsopbouw heeft te maken met de grote aantrekkingskracht van de stad op studenten en starters. Ten opzichte van andere studentensteden blijven veel van de nieuwe stedelingen langer in Utrecht wonen, ook als ze een gezin stichten. Dit is terug te zien in het grote aantal jonge kinderen in de stad. Het aandeel kinderen van 0 t/m 3 jaar ligt boven het landelijk gemiddelde (4,5% versus 3,9%) en is ook groter dan in de andere G4-steden.
Aantal kinderen onder 4 jaar gaat weer toenemen
In Nederland neemt het aantal 0 t/m 3-jarigen sinds 2021 weer toe, nadat het twee decennia lang was gedaald. In de G4-steden is de daling van het aantal jonge kinderen sinds 2013 ingezet en nog steeds zichtbaar. In de afgelopen 10 jaar daalde het aantal 0 t/m 3-jarigen in Utrecht met 12%. Vanwege het lage geboortecijfer (zie hoofdstuk Bevolkingsontwikkeling) nam het aantal in 2023 nog steeds af, maar naar verwachting gaat het vanaf 2024 ook in Utrecht weer toenemen.
In de nieuwbouwgebieden van Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern was tot 2013 een sterke toename van het aantal jonge kinderen en kinderen in de basisschoolleeftijd zichtbaar. Terwijl in Leidsche Rijn het aantal kinderen tot 12 jaar ook daarna sterk blijft doorgroeien (+41% sinds 2013), neemt in Vleuten-De Meern het aantal 0 t/m 3-jarigen sinds 2013 af (-25% in 11 jaar tijd) en het aantal 4 t/m 11-jarigen sinds 2018 (-8% in 6 jaar tijd).
Toename jongeren van 12 t/m 17 jaar
In de leeftijdsopbouw van de Utrechtse bevolking valt de sterke groei van het aantal jongeren op. Sinds 2001 is het aantal 12 t/m 17-jarigen in de stad met 9.700 toegenomen (+75%), waarvan 7.600 in de laatste 13 jaar. Een groot deel van deze groei vond plaats in de Vinex-wijken Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern. In de prognose gaat de groei van deze leeftijdsgroep nu stilvallen en blijft de omvang tot 2040 stabiel (zie hoofdstuk Bevolkingsprognose).
Het aantal 18 t/m 26-jarigen nam deze eeuw eveneens sterk toe, tot aan 2015. In dat jaar veranderde de studiefinanciering door invoering van het sociaal leenstelstel. Daardoor gingen minder studenten op kamers wonen en nam het aantal 18 t/m 26-jarigen in Utrecht af, net als in andere studentensteden. Sinds 2021 zien we weer een gestage toename van deze leeftijdsgroep in de stad. Met name het afgelopen jaar is deze groep sterk gegroeid, waarschijnlijk als gevolg van de herinvoering van de basisbeurs per 1 september 2023.
In Utrecht minder vergrijzing dan elders
Nederland vergrijst in rap tempo. Daarbij is sprake van ‘dubbele vergrijzing’: er komen meer ouderen en die worden bovendien steeds ouder. In 20 jaar tijd is het aandeel 65-plussers in de Nederlandse bevolking gestegen van 14% naar ruim 20%. De vergrijzing voltrekt zich in de grote steden minder hard. Terwijl de vergrijzing op landelijk niveau al lang en breed was ingezet, was in de G4-steden tot 2011 nog een afname van het aandeel 65-plussers te zien. Sindsdien neemt het aandeel 65-plussers ook in de G4 toe.
De Utrechtse bevolking bestaat nu voor 11% uit 65-plussers. Dat is lager dan in de andere G4-steden en ver onder het landelijk gemiddelde. De omliggende gemeenten van Utrecht liggen daar tussenin. De omvang van de groep 65-plussers zal naar verwachting wel sterk groeien in Utrecht: van 40.300 in 2024 naar 60.800 in 2040. Volgens de bevolkingsprognose blijft Utrecht echter een relatief jonge stad (zie hoofdstuk Bevolkingsprognose).
Meer jonge vrouwen dan mannen
In Utrecht wonen meer vrouwen dan mannen: 191.000 vrouwen tegenover 183.000 mannen in 2024. Dit sekseverschil doet zich vooral bij twintigers voor: de leeftijdsgroep van 18-29 jaar is opgebouwd uit 50.000 vrouwen en 41.000 mannen. Dit hangt samen met het studieaanbod aan de Universiteit Utrecht. Een dergelijke aantrekkingskracht voor jonge vrouwen is ook zichtbaar in Amsterdam. Conform de landelijke bevolkingsopbouw heeft Utrecht ook meer vrouwelijke dan mannelijke 65-plussers (22.000 versus 18.000).
Ruim helft Utrechtse huishoudens is alleenstaand
Ruim de helft van de 194.000 huishoudens in Utrecht betreft een alleenstaande (53%). Het grote aantal alleenstaanden hangt samen met de grote studentenpopulatie in de stad. De huishoudens in Utrecht zijn verder als volgt verdeeld: 21% paar zonder kinderen, 20% paar met kinderen en 6% eenoudergezin. In vergelijking met andere studentensteden heeft Utrecht relatief weinig alleenstaanden en meer stellen met kinderen. Conform de landelijke trend is het aantal eenoudergezinnen in Utrecht toegenomen: van 8.700 in 2011 tot 11.200 in 2024. Het aandeel eenoudergezinnen ligt onder het landelijk gemiddelde en is aanzienlijk lager dan in de andere G4-steden. Voor een deel van de eenoudergezinnen geldt dat zorg voor de kinderen in co-ouderschap wordt gedeeld.
Bevolking Utrecht divers: 171 nationaliteiten
Utrecht heeft een diverse bevolking: de stad herbergt 171 verschillende nationaliteiten. Het kenmerk nationaliteit geeft weer of iemand wettelijk onderdaan is van een bepaalde staat, ofwel het staatsburgerschap. Ongeveer een op de tien Utrechters bezit niet de Nederlandse nationaliteit.
Migratieachtergrond is een ander kenmerk dat de herkomst van een persoon weergeeft. In Utrecht heeft 39% van de inwoners een migratieachtergrond: dit zijn personen van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. In 2001 lag dit aandeel nog op 29%. Het CBS gaat over op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. In deze nieuwe indeling spreekt het CBS niet meer van migratieachtergrond, maar van mensen met een herkomst buiten Nederland. Inwoners die in het buitenland zijn geboren maar beide ouders in Nederland, worden daarbij anders ingedeeld. In de oude indeling vielen zij onder inwoners zonder migratieachtergrond, in de nieuwe indeling onder inwoners met een herkomst buiten Nederland. In Utrecht betreft dit enkele duizenden inwoners. Met de nieuwe indeling heeft 40% van de Utrechters een herkomst buiten Nederland (waarvan 17% in Nederland is geboren en 23% buiten Nederland).