Economie & inkomen

De Nederlandse economie is in 2023 met 0,1% gegroeid. In provincie en stadsgewest Utrecht is er 1,0% economische groei. De financiële sector en de logistiek hadden in Utrecht een zwaar jaar. De zakelijke dienstverlening droeg juist bij aan de groei. Voor de komende jaren wordt een beperkte economische groei verwacht. Het ondernemersvertrouwen voor 2024 blijft licht negatief (sinds 2021). In de regio Utrecht zijn relatief veel start-ups en scale-ups gevestigd.  

De winkelleegstand is iets hoger in 2023 (5,5%) dan in 2022 (4,5%), maar nog steeds lager dan gemiddeld in Nederland (6,2%). In de binnenstad is de leegstand hoger door recent vertrek van enkele winkels die grote panden achterlaten. De tevredenheid over winkelvoorzieningen in de buurt is gedaald van 74% (2021) naar 71% (2023).

De kantorenleegstand is gedaald naar 3,4%, lager dan de gewenste frictie-leegstand (leegstand die nodig is voor goede marktwerking). Landelijk was er een lichte stijging (naar 8,4%). De Utrechtse huurprijzen voor kantoren zijn gestegen en zijn hoger dan in Den Haag en Rotterdam, maar lager dan in Amsterdam. Het aantal gasten (+62%) en overnachtingen (+64%) in hotels is in 2023 fors hoger dan in 2019.

Tussen 2022 en 2023 nam het aantal banen in Utrecht toe met 15.750 (+5,2%) tot een totaal van ruim 317.000. Dit is de sterkste groei van de afgelopen 10 jaar. Het aantal banen in de stad groeit hiermee sneller dan het aantal Utrechters van 15 t/m 74 jaar (de potentiële beroepsbevolking). In Utrecht is 4,0% van de beroepsbevolking werkloos. Dit is laag vergeleken met andere grote steden en iets hoger dan het Nederlands cijfer (3,6%). Werkloosheid onder jongeren t/m 24 jaar is het hoogst (9,3%). De arbeidsmarkt in de regio Utrecht is nog steeds zeer krap, maar de spanning (hoogste in Nederland) is recent niet vergroot. Tekorten zijn er in alle sectoren maar vooral binnen ICT en dienstverlenende beroepen.

Hier tegenover staat dat het CBS heeft berekend dat er een onbenut arbeidspotentieel is van 30.000 Utrechters. Het gaat om mensen die aangeven te willen werken of meer te willen werken. Dit betekent overigens niet dat dit aanbod wat betreft beroepen en vaardigheden aansluit op de vraag.

In de cijfers over 2022 (meest recente cijfers) zien we dat de armoede vrijwel gelijk blijft (zo’n 22.000 huishoudens). Een steeds groter deel van de groep arme huishoudens bestaat uit huishoudens met langdurig een inkomen op bijstandsniveau of lager. Het aantal kinderen dat opgroeit in armoede is de afgelopen jaren gedaald. In 2023 is de koopkracht licht hersteld; de effecten daarvan kunnen we pas volgend jaar zien.

Begin 2023 is het aantal huishoudens met schulden 11% hoger dan een jaar eerder. Zo’n 14.230 Utrechtse huishoudens hebben geregistreerde schulden. Huishoudens met kinderen en huishoudens met een herkomst buiten Europa hebben vaker schulden.