Image
Griftpark

Fysieke leefomgeving

Ondanks dat de bevolking het afgelopen jaar relatief hard groeide, nam de woningvoorraad met netto 1.700 woningen minder hard toe dan voorgaande jaren. Het merendeel van de nieuwe woningen bestaat uit huurappartementen. Binnen de totale woningvoorraad is het aandeel sociale huur in corporatiebezit al meerdere jaren stabiel (29%), terwijl het aandeel woningen in het middenhuur segment de laatste jaren groeit. Ook is er een groeiend aandeel dure koopwoningen, ingegeven door forse prijsstijgingen van bestaande koopwoningen in de afgelopen tien jaar. 

De meeste Utrechters zijn positief over hun woning, gemiddeld beoordelen zij de woning met een 7,4. Huiseigenaren zijn gemiddeld positiever (8,0) dan huurders (6,9). Hoewel het algemeen buurtoordeel met een 7,3 stabiel is, is er een dalende trend in het aandeel inwoners dat positief is over de toekomst van de buurt (van 42% in 2018 naar 31% in 2023). Huurders hebben een positievere toekomstverwachting over hun buurt dan huiseigenaren (35% ten opzichte van 28%). De daling over de afgelopen jaren is zichtbaar in meerdere wijken, vooral in Binnenstad, Noordwest, Zuidwest en Zuid. Ook is deze daling zichtbaar bij inwoners ouder dan 65 jaar.

De gemiddelde koopprijs in Utrecht is in 2023 na jaren van stijging gedaald naar € 473.000 (-6,9%). Dit is een grotere daling dan in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en het landelijk gemiddelde. Er zijn in 2023 ten opzichte van 2022 meer woningen verkocht aan starters. Voor 2024 wordt een stijging van de koopprijs verwacht. Huurprijzen stijgen in Utrecht gemiddeld 2,4%; minder dan landelijk (gemiddeld 3%). De wachttijd (inschrijfduur) voor een sociale huurwoning is al jaren zo’n 11 jaar. De zoektijd (tijd tussen eerste reactie op advertentie en het vinden van een woning) is de afgelopen twee jaar minder lang dan de jaren daarvoor (5,7 jaar ten opzichte van 6,3 jaar).

Vier op de tien inwoners ervaren vaak overlast van lawaai (van verkeer, bedrijven of anderszins). Het aandeel inwoners dat aangeeft soms of vaak overlast van lawaai te ervaren is de laatste 15 jaar geleidelijk toegenomen van 71% in 2008 naar 83% in 2023. Een lager aandeel van de Utrechters geeft aan stankoverlast te ervaren, al is dit heel ongelijk verdeeld over de stad. De luchtkwaliteit in de stad is in 2022 niet veranderd vergeleken met eerdere jaren en ligt daarmee nog steeds op een gunstiger niveau dan voor corona. De luchtkwaliteit is gemeten aan de hand van de concentraties stikstofdioxide, fijnstof en roet.  

De hoeveelheid huishoudelijk afval daalt in 2023 met 3%. Zo’n 45% van het afval wordt gescheiden (inclusief nascheiding). Dit is meer dan in andere grote steden waar meer hoogbouw is en afval vaak niet gescheiden kan worden ingezameld. De waardering voor de afvalinzameling is gedaald ten opzichte van 2021 (van 6,6 naar 6,3). 

Het energiegebruik (-4%) en de CO2-uitstoot (-5%) daalden in 2022. Zo’n 10% van het elektriciteitsgebruik werd in 2022 hernieuwbaar opgewekt. In 2023 zijn er 47.000 woningen zonder aansluiting op aardgas tegenover 118.000 woningen met een gasaansluiting. Het aandeel daken met zonnepanelen groeide naar 36%. Netcongestie hindert vestiging van nieuwe bedrijven en nieuwbouw van woningen. 

Een gezonde leefomgeving nodigt mensen uit tot gezonde vervoerkeuzes. Lopen naar de binnenstad wint aan populariteit. Op een gemiddelde werkdag is een derde van de verplaatsingen binnen Utrecht lopend. Ook het aantal fietsbewegingen in de stad stijgt. Het gebruik van het OV in de stad is nog niet terug op het niveau van voor corona. Eind 2023 zijn in Utrecht ruim 5.500 (semi-)publieke laadpunten voor auto’s, 11% meer dan het jaar daarvoor. Utrecht heeft relatief veel laadpalen vergeleken met de drie andere grote steden.

Het openbaar groen per huishouden is in 2023 afgenomen van 66m2 naar 64m2. Dit heeft te maken met de groeiende bevolking. Utrechters zijn minder tevreden over het buurtpark dan in het coronajaar 2021. Het aantal bewonersmeldingen met betrekking tot parken en groenvoorzieningen (bladafval, onkruid et cetera) is in 2023 afgenomen.

Publicatiedatum: 24-04-2024