Huurwoningmarkt
Samenvatting
Het aandeel sociale huurwoningen in corporatiebezit is al meerdere jaren stabiel (29%). Ook de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning (11 à 12 jaar) is al langere tijd hetzelfde. Binnen de particuliere verhuur zien we een verschuiving van sociale huur naar middenhuur. De huurprijzen in Utrecht stijgen in 2022 sneller dan het landelijk gemiddelde.
In het kort
- Aandeel particuliere verhuur niet verder gestegen
- Grote wijkverschillen in particuliere verhuur en corporatiebezit
- Huurprijzen stijgen sneller dan landelijk gemiddelde
- Aandeel sociale huurwoningen in corporatiebezit stabiel
- Gemiddeld ruim 11 jaar wachttijd voor een sociale huurwoning
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|
aantal huurwoningen (per 1 januari) | 78.979 | 81.364 | 85.498 | 86.307 |
% huurwoningen (per 1 januari) | 51 | 52 | 54 | 53 |
% corporatiewoningen (per 1 januari) | 31 | 31 | 31 | 30 |
% particuliere huurwoningen (per 1 januari) | 20 | 21 | 23 | 23 |
voorraad sociale huurwoningen in corporatiebezit (per 1 januari) | 44.784 | 44.673 | 46.554 | 46.939 |
% sociale huurwoningen in corporatiebezit (per 1 januari) | 29 | 29 | 29 | 29 |
voorraad corporatiebezit met huurprijs boven liberalisatiegrens (per 1 januari) | 3.183 | 3.239 | 2.808 | 2.560 |
aantal toewijzingen van sociale huurwoningen | - | 2.359 | 2.432 | 2.393 |
gemiddelde inschrijfduur (wachttijd) sociale huurwoning (in jaren)* | - | 11,3 | 11,6 | 11,1 |
gemiddelde zoektijd sociale huurwoning (in jaren)* | - | 6,4 | 6,3 | 5,5 |
% gemiddelde slaagkans sociale huurwoning** | - | 4,0 | 5,0 | 3,8 |
% gemiddelde huurverhoging (inclusief huurharmonisatie) | 2,4 | 2,6 | 1,6 | 3,5 |
% middenhuur woningen (per 1 januari) | 11 | 12 | 11 | 14 |
** De slaagkans van woningzoekenden is berekend door het aantal toewijzingen te delen door het aantal actief woningzoekenden (in aanbod- en/of lotingmodel).
Bron: BAG, BghU, RWU, bewerking gemeente Utrecht (huurwoningen naar eigendom en huurprijs); WoningNet, CBS
Aandeel particuliere verhuur niet verder gestegen
Met ruim 86.000 huurwoningen bestaat de woningvoorraad op 1 januari 2022 voor 53% uit huurwoningen. De huurvoorraad groeit in 2021 (+1%) minder snel dan de totale woningvoorraad (+2%). Begin 2022 bedraagt het aandeel corporatiewoningen 30% en het aandeel particuliere verhuur 23%. Sinds 2019 groeide het aandeel particuliere verhuur van 20% naar 23% begin 2021. In 2021 bleef dit aandeel gelijk. Dit sluit aan op cijfers over kooptransacties naar type koper. In 2021 is ten opzichte van 2020 een verschuiving te zien naar meer transacties door koopstarters en minder transacties door particuliere investeerders. Zie ook het hoofdstuk Koopwoningmarkt.
Grote wijkverschillen in particuliere verhuur en corporatiebezit
Wijk Binnenstad kent veruit het grootste aandeel particuliere verhuur (45%), op afstand gevolgd door Zuidwest (29%) en Oost (25%). De enige wijken met een toename van het aantal particuliere huurwoningen zijn Overvecht (+44%), Zuidwest (+3%) en Leidsche Rijn (+2%). De wijken met de grootste afname in particuliere verhuur zijn Vleuten-De Meern (-6%) en Noordoost (-3%). Overvecht heeft veruit het grootste aandeel corporatiebezit (61%), gevolgd door Zuid (41%) en Zuidwest (38%). De wijken met het minste corporatiebezit zijn Binnenstad (16%) en Noordoost (16%). Het totaal aandeel huurwoningen is het hoogst in Overvecht (80%), Zuidwest (67%) en Zuid (57%). De wijken met het kleinste aandeel huurwoningen zijn Vleuten-De Meern (30%), Noordoost (39%) en West (45%).
Huurprijzen stijgen sneller dan landelijk gemiddelde
Uit cijfers van het CBS blijkt dat de gemiddelde huurprijzen in Utrecht per juli 2022 3,5% hoger liggen dan een jaar eerder. In dezelfde periode stegen de huren landelijk met 3,0%. Begin 2022 is 32% van de totale woningvoorraad een huurwoning met een (deels geschatte) huurprijs onder de liberalisatiegrens (huurprijs tot 763 euro per maand). De meeste woningen in dit sociale segment zijn in bezit van woningcorporaties. Particuliere huurwoningen worden het meest verhuurd in het middensegment (763 tot 1.027 euro per maand). Het dure segment (huurprijs boven 1.027 euro per maand) bestaat bijna volledig uit particuliere verhuur.
Aandeel sociale huurwoningen in corporatiebezit stabiel
Begin 2022 bestaat 29% van de totale woningvoorraad uit sociale huurwoningen in corporatiebezit met een huurprijs onder de 763 euro per maand. Dit aandeel is sinds 2019 stabiel. De afgelopen jaren zien we een afname van het aandeel sociale huur in particulier bezit. Deze afname wordt veroorzaakt door huurprijsstijgingen waardoor sociale particuliere huurwoningen zijn doorgeschoven naar het midden- en duurdere segment. Begin 2022 was het grootste aandeel sociale huurwoningen in corporatiebezit te vinden in Overvecht (59%), Zuid (37%) en Zuidwest (37%). Dure huurwoningen komen relatief veel voor in Leidsche Rijn (15%) en Binnenstad (12%).
Gemiddeld ruim 11 jaar wachttijd voor een sociale huurwoning
De afgelopen drie jaar schommelt de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning tussen de 11 en 12 jaar. In 2022 zijn er woningzoekenden die nul jaar wachttijd hadden en een woning kregen toegewezen, maar zijn er ook woningzoekenden met een wachttijd van 46 jaar die een woning kregen toegewezen. De zoektijd is de tijd tussen de eerste reactie die een woningzoekende plaatst en de toewijzing van de woning. In 2022 bedraagt de gemiddelde zoektijd 5,5 jaar. Deze zoektijd ligt iets lager dan in de voorgaande jaren. Dit wordt veroorzaakt doordat er relatief meer woningen zijn toegewezen aan jongere woningzoekenden (tot 34 jaar).