Image
fietspad-padualaan

Beroeps- & wetenschappelijk onderwijs

Samenvatting

Het aantal mbo-studenten dat in Utrecht woont neemt langzaam af, al volgen meer studenten van buiten de stad een opleiding aan een Utrechtse mbo-instelling. Het aantal studenten in het Utrechtse hoger onderwijs neemt af. Wo-studenten zijn vaker (zeer) tevreden over hun opleiding (83%) dan hbo-studenten (64%). Ongeveer twee op de vijf studenten in Nederland (mbo, hbo, wo) zijn uitwonend.

In het kort

Kerncijfers
  2019/2020 2020/2021 2021/2022 2022/2023 2023/2024 2024/2025
% 17 t/m 22-jarigen met startkwalificatie of schoolinschrijving1 94,2 94,1 93,7 93,4 93,2 -
% voortijdig schoolverlaters2 1,9 1,9 2,2 2,1 2,2 -
aantal Utrechters dat mbo volgt3 7.090 7.240 7.290 6.940 6.850 6.790
aantal studenten aan Utrechtse mbo-instelling4 27.400 27.600 28.100 26.900 26.100 26.400
aantal studenten aan Utrechtse hbo-instelling4 37.000 39.000 40.000 39.000 38.000 37.000
aantal studenten aan Utrechtse wo-instelling4 32.500 35.500 37.000 38.000 38.500 38.000
rapportcijfer Utrechtse mbo-instellingen5 - 6,7 - 6,6 - 6,7
aandeel hbo-studenten aan Utrechtse hbo-instellingen dat (zeer) tevreden is over hun opleiding6 - - 63 63 65 64
aandeel wo-studenten aan Utrechtse wo-instellingen dat (zeer) tevreden is over hun opleiding6 - - 83 83 83 83
Peildatum 1 januari. Een startkwalificatie is een havo- of vwo-diploma of een diploma van het mbo-2,3,4, hbo of wo.
2 Het laatste jaar betreft een voorlopig cijfer. Cijfers bij voorgaande jaren zijn definitief en (mogelijk) met terugwerkende kracht gewijzigd.
3 Inclusief studenten die zich alleen inschreven om examen te doen (extranei); laatste twee jaar voorlopig.
4 Afgerond op honderd-/vijfhonderdtallen. Laatste jaar voorlopig.
5 Gemiddeld rapportcijfer voor mbo-instellingen in Utrecht (Grafisch Lyceum Utrecht, MBO Utrecht, ROC Midden Nederland). Nimeto is hierin niet opgenomen.
6 Er is gebruik gemaakt van de data van Landelijk Centrum Studiekeuze (zie Meer weten?). De Nationale Studenten Enquête is uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van Landelijk Centrum Studiekeuze. Tevredenheid onder hbo en wo studenten is anders gemeten dan het rapportcijfer gegeven door mbo studenten, daarom zijn deze cijfers niet vergelijkbaar.
Bron: Gemeente Utrecht (startkwalificaties); CBS (Utrechtse mbo-studenten); DUO (vroegtijdig schoolverlaters, studenten aan instellingen); JOB MBO, Job-Monitor; NSE 2021, 2022, 2023 en 2024.

Aandeel leerlingen met startkwalificatie licht gedaald

In de afgelopen jaren is het aandeel Utrechtse jongeren (17 t/m 22 jaar) met een startkwalificatie of lopende inschrijving op school licht gedaald. In schooljaar 2023/2024 heeft 93,2% van de jongeren een startkwalificatie. In schooljaar 2019/2020 was dit 94,2%. Een startkwalificatie is een havo- of vwo-diploma of een diploma van het mbo-2,3,4. In het schooljaar 2023/2024 ging 2,2% van de jongeren van school vóór het behalen van een startkwalificatie (voortijdig schoolverlater). 

Infogram URL

Verdere afname aantal mbo-studenten in 2024

In schooljaar 2024/2025 volgen 6.790 Utrechters een mbo-opleiding. Dat is een lichte daling ten opzichte van vorig jaar en 7% minder dan in 2021/2022. De meeste Utrechtse mbo-studenten volgen een opleiding in de sector zorg, welzijn en sport (39%). Dit aandeel is gelijk aan vorig schooljaar. Daarna zijn de grootste sectoren onder Utrechtse mbo-studenten creatieve industrie en ICT (14%) en zakelijke dienstverlening en veiligheid (13%). Tegelijkertijd komen er juist meer studenten van buiten de stad naar Utrecht toe. In schooljaar 2024/2025 volgen in totaal 26.400 studenten een opleiding aan een Utrechtse mbo-instelling, dat zijn er 300 meer dan het jaar daarvoor. Deze studenten beoordelen hun school gemiddeld met een 6,7 (studenten van Nimeto zijn hierin niet meegenomen). Hiermee is het oordeel van mbo-studenten de laatste jaren stabiel. Landelijk zien we een stijging in de instroom van mbo-studenten (+5%) en ook in de provincie Utrecht zien we meer inschrijvingen in 2024 (+2%).

Afname aantal studenten in het hoger onderwijs

Het aantal studenten in het Utrechtse hoger onderwijs neemt met 2% af. De daling is het sterkst (-2,5%) in het hoger beroepsonderwijs (hbo). Sinds 2021/2022 is het aantal hbo-studenten met 7,0% afgenomen. Landelijk neemt het aantal hbo-studenten met 2,3% af in 2024/2025, terwijl de instroom van nieuwe hbo-studenten groeit met 0,9%. In schooljaar 2024/2025 volgen ook minder studenten wetenschappelijk onderwijs (wo) aan Utrechtse instellingen dan het jaar daarvoor (-1,5%). Landelijk is de daling kleiner (-0,6%) terwijl de instroom van nieuwe wo-studenten groeit met 3,1%. Ongeveer 17% van de hbo- en wo-studenten in Nederland is een internationale student. In 2018 was dit 11% (Kences). Van de studenten aan Utrechtse hbo-instellingen geeft 64% aan (zeer) tevreden te zijn over hun opleiding (NSE, 2024). Dit aandeel is lager dan onder studenten aan Utrechtse wo-instellingen (83%).

Twee op de vijf studenten in Nederland is uitwonend

Uit de Landelijke monitor studentenhuisvesting blijkt dat een op de vijf (20%) mbo-studenten in Nederland (circa 485.000) uitwonend is. Van de hbo-studenten (circa 417.000) is ongeveer twee op de vijf uitwonend (39%). Van de wo-studenten (circa 337.000) is 71% uitwonend. Ruim twee derde van de uitwonende hbo- en wo-studenten woont in de stad waar ze studeren (69%). Mbo-studenten wonen vaker buiten hun studiestad (66%). De gemiddelde woonlasten van uitwonende (hbo en wo) studenten in Nederland zijn € 550 per maand. Betaalbaarheid (48%) en beschikbaarheid (20%) van woonruimte worden door thuiswonende (hbo en wo) studenten het vaakst aangegeven als reden om het ouderlijk huis niet te verlaten. Ongeveer een op de vijf thuiswonende hbo- en wo-studenten wil niet verhuizen (19%). Daarnaast verhuizen thuiswonende hbo- en wo-studenten niet omdat zij al in de buurt van hun opleiding wonen (9%) of omdat ze hun studieverloop afwachten (3%). Daarmee heeft in totaal bijna een derde van de thuiswonende hbo- en wo-studenten in Nederland geen verhuiswens.  

Publicatiedatum: 17-04-2025