Image
Skyline Utrecht

5. Kansrijk opgroeien: samen opgroeien

Sociale Visie Utrecht 2040:

Kinderen die opgroeien in kwetsbare omstandigheden hebben een grotere kans op problemen tijdens hun jeugd en op latere leeftijd. We willen dat kinderen en jongeren een eerlijke kans krijgen om zich zo probleemloos mogelijk te kunnen ontwikkelen tot wie ze kunnen en willen zijn. Zodat alle kinderen later met gelijke kansen mee kunnen doen in de samenleving.

Minderjarigen in eenoudergezinnen groeien vaker in armoede op, verschil verkleint

  • Minderjarigen in eenoudergezinnen hebben nog steeds een grotere kans om op te groeien in een gezin met een laag inkomenmaar de verschillen in het (langdurig) leven in armoede zijn wel kleiner geworden naar gezinssamenstelling. Dit komt omdat het percentage 0- t/m 17-jarigen in een eenoudergezin dat opgroeit in een gezin met een inkomen tot 105% van het WSM tussen 2015 en 2022 daalde van 30,2% naar 23,9%. 
  • In dezelfde periode daalde het percentage minderjarigen dat opgroeit in een gezin met een inkomen tot 130% van het WSM sterker in de wijken Overvecht (van 41,8% naar 32,0%), Zuidwest (van 28,6% naar 21,9%) en Noordwest (van 21,5% naar 15,7%) dan in Utrecht gemiddeld (van 14,6% naar 11,0%). Hierdoor zijn voor deze wijken de verschillen voor kinderen in armoede kleiner geworden. 

Gezondheidsverschillen zijn al op jonge leeftijd aanwezig

  • In Utrecht zijn relatief minder kinderen die te vroeg worden geboren en/of een te laag geboortegewicht hebben in vergelijking met de andere grote steden. Dit kan deels verklaard worden doordat Utrecht relatief gezien meer inwoners heeft met een hbo- of wo-opleiding dan de andere G3-steden. 
  • In de wijken Overvecht en de Binnenstad is het percentage kinderen waar sprake is van vroeggeboorte en/of een te laag geboortegewicht (veel) hoger.

Figuur 5.1 Vroeggeboorte en/of laag geboortegewicht naar wijk, 2021

Infogram URL
  • Eén- en tweejarige kinderen van ouders met basisonderwijs, vmbo, havo, vwo of mbo als opleiding hebben vaker een langzame ontwikkeling dan kinderen van hbo- of wo-opgeleide ouders. Dit verschil is tussen 2015 en 2022 toegenomen, omdat kinderen van ouders met basisonderwijs, vmbo, havo, vwo of mbo zich tot 2022 steeds vaker langzaam ontwikkelden. 
  • Jonge kinderen die wonen in de wijk Overvecht, de subwijken Kanaleneiland en Transwijk, in de wijk Zuidwest of de subwijken Terwijde, de Wetering en Parkwijk, Langerak in de wijk Leidsche Rijn hebben ook vaker een langzame ontwikkeling dan kinderen die wonen in andere wijken van Utrecht.

Figuur 5.2 Percentage 1- en 2-jarigen met een langzame ontwikkeling naar opleiding van hun ouders, 2013-2024

Infogram URL

Figuur 5.3 Percentage 1- en 2-jarigen met een langzame ontwikkeling naar subwijk, 2022-2024

Infogram URL
  • De verschillen tussen de wijken in het percentage 2-jarigen dat alle RVP-vaccinaties heeft gekregen, zijn de afgelopen jaren toegenomen in Utrecht. In Overvecht is het percentage 2-jarigen met alle RVP-vaccinaties tussen 2019 en 2023 gedaald van 87,4% naar 69,4%, het laagst van alle wijken in Utrecht. In 2023 ligt dit percentage in de wijk Noordoost met 94,4% het hoogst. Binnen wijken zijn ook verschillen zichtbaar. In de wijk Zuidwest is het percentage 2-jarigen met alle RVP-vaccinaties 78,6%. Dit percentage is nog lager in de subwijk Kanaleneiland, namelijk 71,6%. Ook in de subwijk Nieuw Hoograven, Bokkenbuurt ligt dit percentage met 69,5% substantieel lager dan het gemiddelde van 85,5% in de wijk Zuid. 
  • Daarnaast is de BMR-vaccinatiegraad op 2 jaar lager voor kinderen met een Turkse (77%) of Marokkaanse (63%) herkomst dan voor kinderen met een Nederlandse (92%) herkomst. 

Figuur 5.4 Percentage 2-jarigen dat alle RVP-vaccinaties heeft gekregen, 2023

Infogram URL