Bevolkingssamenstelling
Samenvatting
- Utrecht is een jonge stad
- Aantal kinderen onder 4 jaar gaat weer toenemen
- Toename jongeren van 12 t/m 17 jaar
- In Utrecht minder vergrijzing dan elders
- Meer jonge vrouwen dan mannen
- Ruim helft Utrechtse huishoudens is alleenstaand
- Een op drie Utrechters met migratieachtergrond
- Groei in nieuwe migrantengroepen
- Bevolking Utrecht divers: 167 nationaliteiten
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
aantal inwoners per 1 januari | 347.574 | 352.941 | 357.719 | 359.355 | 361.742 |
aantal 0-3 jarigen | 17.894 | 17.742 | 17.766 | 17.531 | 17.467 |
aantal 4-11 jarigen | 31.626 | 31.812 | 31.807 | 31.589 | 31.199 |
aantal 12-17 jarigen | 19.965 | 20.423 | 21.033 | 21.480 | 21.809 |
aantal 18-26 jarigen | 61.037 | 61.247 | 60.328 | 59.338 | 60.494 |
aantal 27-44 jarigen | 108.310 | 110.553 | 113.656 | 114.836 | 114.796 |
aantal 45-64 jarigen | 73.010 | 74.578 | 75.857 | 76.668 | 77.352 |
aantal 65-plussers | 35.732 | 36.586 | 37.272 | 37.913 | 38.625 |
% inwoners met Nederlandse achtergrond | 65,4 | 64,8 | 63,9 | 63,6 | 62,8 |
% inwoners met migratieachtergrond | 34,6 | 35,2 | 36,1 | 36,4 | 37,2 |
aantal inwoners 1e generatie | 62.218 | 65.070 | 68.644 | 69.247 | 72.227 |
aantal inwoners 2e generatie | 57.981 | 59.268 | 60.503 | 61.584 | 62.402 |
aantal nationaliteiten | 166 | 169 | 172 | 172 | 167 |
aantal huishoudens op 1 januari* | 178.764 | 181.400 | 182.458 | 183.018 | 184.728 |
waarvan alleenstaand | 94.228 | 95.592 | 94.318 | 93.568 | 94.886 |
waarvan paar zonder kinderen | 35.843 | 36.468 | 37.892 | 38.872 | 38.979 |
waarvan paar met kinderen | 36.818 | 37.404 | 38.042 | 38.232 | 38.508 |
waarvan eenoudergezin | 10.279 | 10.472 | 10.623 | 10.762 | 10.833 |
waarvan overig huishouden | 1.596 | 1.464 | 1.583 | 1.584 | 1.522 |
Bron: BRP, gemeente Utrecht
Utrecht is een jonge stad
In Utrecht wonen relatief veel twintigers en dertigers. De typische Utrechtse leeftijdsopbouw heeft te maken met de grote aantrekkingskracht van de stad op studenten en starters. Ten opzichte van andere studentensteden blijven veel van deze nieuwe stedelingen langer in de stad wonen, ook als ze een gezin stichten. Dit is terug te zien in het grote aantal jonge kinderen in Utrecht. Het aandeel kinderen van 0 t/m 3 jaar ligt boven het landelijk gemiddelde (4,8% versus 3,9%) en is ook groter dan in de andere G4-steden.
Aantal kinderen onder 4 jaar gaat weer toenemen
In Nederland neemt het aantal jonge kinderen al sinds het begin van deze eeuw af. Sinds 2013 is deze trend ook zichtbaar in de G4-steden. In de periode van 2014 tot 2022 daalde het aantal 0-3 jarigen in Utrecht met 7%. In 2021 nam het aantal 0-3 jarigen landelijk gezien voor het eerst deze eeuw toe. In Utrecht daalde het vorig jaar nog licht, maar naar verwachting gaat vanaf 2022 ook het aantal jonge kinderen in Utrecht weer toenemen.
In de nieuwbouwgebieden van Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern was tot 2013 een sterke toename van het aantal jonge kinderen en kinderen in de basisschoolleeftijd zichtbaar. Terwijl deze leeftijdsgroepen in de wijk Leidsche Rijn blijven doorgroeien, nam in de wijk Vleuten-De Meern na 2013 het aantal 0-3 jarigen af en sinds 2018 ook het aantal 4-11 jarigen.
Toename jongeren van 12 t/m 17 jaar
In de bevolkingsgroei per leeftijdsgroep valt op dat het aantal jongeren in Utrecht aanzienlijk is toegenomen. Sinds 2010 is het aantal 12-17 jarigen met 6.900 toegenomen, waarvan 4.800 in Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern. Het aantal jongeren neemt ook in de rest van de stad toe, maar lang niet zo sterk als in deze Vinex-wijken.
Hoewel het aantal jongeren in de stad sterk groeit, nam het aantal 18-26 jarigen vanaf 2015 af. Deze ontwikkeling is niet los te zien van de verandering in de studiefinanciering dat jaar (zie hoofdstuk Bevolkingsontwikkeling). Terwijl het aantal 18-26 jarigen in 2020 nog met 1.000 afnam, zien we in 2021 weer een flinke toename van deze leeftijdsgroep (+1.160).
In Utrecht minder vergrijzing dan elders
Nederland vergrijst in rap tempo. In 20 jaar tijd is het aandeel 65-plussers in de Nederlandse bevolking gestegen van 14% naar 20%. De vergrijzing voltrekt zich in de grote steden minder hard. Terwijl de vergrijzing op landelijk niveau al lang en breed was ingezet, was in de G4-steden tot 2011 nog een afname van het aandeel 65-plussers te zien. Sindsdien neemt het aandeel 65-plussers ook in de G4 toe. Ondanks de hogere sterfte onder ouderen vanwege het coronavirus is het aantal Utrechters van 65+ jaar ook in 2020 en 2021 gestegen: de vergrijzing was sterker dan de oversterfte.
De Utrechtse bevolking bestaat nu voor 11% uit 65-plussers. Dit is minder dan in de andere G4-steden en ver onder het landelijk gemiddelde. De omliggende gemeenten van Utrecht liggen daar tussenin. De omvang van de groep 65-plussers zal naar verwachting wel sterk groeien in Utrecht: van 38.600 in 2022 naar bijna 61.000 in 2040. Volgens de bevolkingsprognose blijft Utrecht echter een relatief jonge stad (zie hoofdstuk Bevolkingsprognose).
Meer jonge vrouwen dan mannen
In Utrecht wonen 42.000 vrouwelijke twintigers tegenover 35.000 mannelijke twintigers. Een dergelijke aantrekkingskracht voor vrouwen bestaat ook in Amsterdam. Het verschil is ook in de totale bevolking zichtbaar: begin 2022 wonen er 184.000 vrouwen in Utrecht tegenover 177.000 mannen.
Ruim helft Utrechtse huishoudens is alleenstaand
Ruim de helft van de Utrechtse huishoudens betreft een alleenstaande. Het grote aantal alleenstaanden hangt samen met de studentenpopulatie in de stad. Het aandeel alleenstaanden in Utrecht is het afgelopen decennium wel licht afgenomen, van 54% naar 51%. Landelijk gezien is het aandeel alleenstaanden in die periode juist gestegen, van 36% naar 39%.
De huishoudens in Utrecht zijn verder als volgt verdeeld: 21% paar zonder kinderen, 21% paar met kinderen en 6% eenoudergezin. In vergelijking met andere studentensteden heeft Utrecht relatief weinig alleenstaanden en meer stellen met kinderen. Conform de landelijke trend is het aantal eenoudergezinnen in Utrecht toegenomen: van 8.800 in 2012 tot 10.800 in 2022. Het aandeel eenoudergezinnen ligt onder het landelijk gemiddelde en is aanzienlijk lager dan in de andere G4-steden. Voor een deel van de eenoudergezinnen geldt dat zorg voor de kinderen in co-ouderschap wordt gedeeld. Landelijk kiest meer dan een kwart van de ouders na een scheiding voor co-ouderschap.
Een op drie Utrechters met migratieachtergrond
Bijna 135.000 Utrechters hebben een migratieachtergrond; dit zijn personen van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Het kenmerk migratieachtergrond wordt volgens de definitie van het CBS vastgesteld op basis van het geboorteland van de ouders of van zichzelf. Van deze groep is 54% in het buitenland geboren (eerste generatie) en 46% in Nederland (tweede generatie). Het aandeel inwoners met een migratieachtergrond is in Utrecht toegenomen van 29% in 2001 tot 37% in 2022. Het CBS gaat in de loop van 2022 over op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. De cijfers in dit hoofdstuk volgen nog de oude indeling.
Groei in nieuwe migrantengroepen
De grootste migrantengroepen in Utrecht zijn inwoners met een Marokkaanse achtergrond (32.000), gevolgd door Turks (14.000), Surinaams/Antilliaans (11.000) en Indonesisch (8.000). De omvang van deze traditionele migrantengroepen neemt de laatste jaren niet meer zo sterk toe. Tegelijkertijd blijft het aantal Utrechters zonder migratieachtergrond redelijk stabiel. De groei van de Utrechtse bevolking vindt vooral plaats in andere migrantengroepen. De grootste groepen daarbinnen zijn nu Duitsland (6.000), India (4.000), China en het Verenigd Koninkrijk (beide 3.000). Het CBS heeft voor alle gemeenten in Nederland het aantal Oekraïners en Russen in beeld gebracht, waarbij migranten uit de Sovjet-Unie op basis van hun geboortegrond zijn toegekend aan de huidige landen. Begin 2022 woonden circa 550 mensen met een Oekraïense herkomst in Utrecht en 1.000 met een Russische herkomst. Van beide groepen is ongeveer een kwart in Nederland geboren (tweede generatie).
Bevolking Utrecht divers: 167 nationaliteiten
Utrecht heeft een diverse bevolking: de stad herbergt 167 verschillende nationaliteiten. Begin 2016 waren dit er 161. Het kenmerk nationaliteit geeft weer of iemand wettelijk onderdaan is van een bepaalde staat, ofwel het staatsburgerschap. Ongeveer een op de tien Utrechters bezit niet de Nederlandse nationaliteit.