Bevolkingssamenstelling
Samenvatting
Utrecht is een jonge stad met veel studenten en starters. Het aandeel jonge kinderen in de stad is de laatste jaren afgenomen, terwijl het aandeel ouderen toeneemt. Utrecht heeft een diverse bevolking met 168 verschillende nationaliteiten. Van de 368.000 Utrechters hebben er 142.000 een migratieachtergrond (39%). Ruim de helft van hen is in het buitenland geboren (56%), de rest in Nederland.
In het kort
- Utrecht is een jonge stad
- Aantal kinderen onder 4 jaar gaat weer toenemen
- Toename jongeren van 12 t/m 17 jaar
- In Utrecht minder vergrijzing dan elders
- Meer jonge vrouwen dan mannen
- Ruim helft Utrechtse huishoudens is alleenstaand
- Bevolking Utrecht divers: 168 nationaliteiten
- Groei in nieuwe migrantengroepen
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
aantal inwoners per 1 januari | 352.941 | 357.719 | 359.355 | 361.742 | 367.984 |
aantal 0-3 jarigen | 17.742 | 17.766 | 17.531 | 17.467 | 16.952 |
aantal 4-11 jarigen | 31.812 | 31.807 | 31.589 | 31.199 | 31.106 |
aantal 12-17 jarigen | 20.423 | 21.033 | 21.480 | 21.809 | 22.510 |
aantal 18-26 jarigen | 61.247 | 60.328 | 59.338 | 60.494 | 62.243 |
aantal 27-44 jarigen | 110.553 | 113.656 | 114.836 | 114.796 | 117.398 |
aantal 45-64 jarigen | 74.578 | 75.857 | 76.668 | 77.352 | 78.403 |
aantal 65-plussers | 36.586 | 37.272 | 37.913 | 38.625 | 39.372 |
% inwoners met Nederlandse achtergrond | 64,8 | 63,9 | 63,6 | 62,8 | 61,4 |
% inwoners met migratieachtergrond | 35,2 | 36,1 | 36,4 | 37,2 | 38,6 |
aantal inwoners 1e generatie | 65.070 | 68.644 | 69.247 | 72.227 | 78.868 |
aantal inwoners 2e generatie | 59.268 | 60.503 | 61.584 | 62.402 | 63.152 |
aantal nationaliteiten | 169 | 172 | 172 | 167 | 168 |
aantal huishoudens op 1 januari* | 181.400 | 182.458 | 183.018 | 184.722 | 188.657 |
waarvan alleenstaand | 95.592 | 94.318 | 93.568 | 95.038 | 97.917 |
waarvan paar zonder kinderen | 36.468 | 37.892 | 38.872 | 38.722 | 39.245 |
waarvan paar met kinderen | 37.404 | 38.042 | 38.232 | 38.509 | 38.830 |
waarvan eenoudergezin | 10.472 | 10.623 | 10.762 | 10.837 | 11.037 |
waarvan overig huishouden | 1.464 | 1.583 | 1.584 | 1.616 | 1.628 |
Utrecht is een jonge stad
In Utrecht wonen relatief veel twintigers en dertigers. De typische Utrechtse leeftijdsopbouw heeft te maken met de grote aantrekkingskracht van de stad op studenten en starters. Ten opzichte van andere studentensteden blijven veel van deze nieuwe stedelingen langer in de stad wonen, ook als ze een gezin stichten. Dit is terug te zien in het grote aantal jonge kinderen in Utrecht. Het aandeel kinderen van 0 t/m 3 jaar ligt boven het landelijk gemiddelde (4,6% versus 3,9%) en is ook groter dan in de andere G4-steden.
Aantal kinderen onder 4 jaar gaat weer toenemen
In Nederland neemt het aantal jonge kinderen al sinds het begin van deze eeuw af. Sinds 2013 is deze trend ook zichtbaar in de G4-steden. In de afgelopen 10 jaar daalde het aantal 0-3 jarigen in Utrecht met 9%. Landelijk gezien neemt het aantal 0-3 jarigen sinds twee jaar weer toe. In Utrecht daalde het aantal vorig jaar nog steeds, grotendeels vanwege het lage geboortecijfer dat jaar. Naar verwachting gaat vanaf 2023 ook in Utrecht het aantal jonge kinderen weer toenemen.
In de nieuwbouwgebieden van Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern was tot 2013 een sterke toename van het aantal jonge kinderen en kinderen in de basisschoolleeftijd zichtbaar. Terwijl in Leidsche Rijn het aantal kinderen tot 12 jaar ook daarna sterk blijft doorgroeien (+37% sinds 2013), neemt in Vleuten-De Meern het aantal 0-3 jarigen sinds 2013 af (-19% in 10 jaar tijd) en het aantal 4-11 jarigen sinds 2018 (-7% in 5 jaar tijd).
Toename jongeren van 12 t/m 17 jaar
In de leeftijdsverdeling van de Utrechtse bevolking valt ook de sterke groei van het aantal jongeren op. Sinds 2001 is het aantal 12-17 jarigen in de stad met 9.500 toegenomen (+73%), waarvan 6.200 in de laatste 10 jaar. Een groot deel van deze groei vond plaats in de Vinex-wijken Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern.
Het aantal 18-26 jarigen nam deze eeuw eveneens sterk toe, tot aan 2015. In dat jaar veranderde de studiefinanciering door invoering van het sociaal leenstelstel. Daardoor gingen minder studenten op kamers wonen en nam het aantal 18-26 jarigen in Utrecht af, net als in andere studentensteden. Sinds 2021 zien we weer een flinke toename van deze leeftijdsgroep in de stad.
In Utrecht minder vergrijzing dan elders
Nederland vergrijst in rap tempo. Daarbij is sprake van ‘dubbele vergrijzing’: er komen meer ouderen en die worden bovendien steeds ouder. In 20 jaar tijd is het aandeel 65-plussers in de Nederlandse bevolking gestegen van 14% naar 20%. De vergrijzing voltrekt zich in de grote steden minder hard. Terwijl de vergrijzing op landelijk niveau al lang en breed was ingezet, was in de G4-steden tot 2011 nog een afname van het aandeel 65-plussers te zien. Sindsdien neemt het aandeel 65-plussers ook in de G4 toe. Ondanks de hogere sterfte onder ouderen tijdens de coronapandemie is het aantal Utrechters van 65+ ook in de laatste jaren toegenomen: de vergrijzing was sterker dan de oversterfte.
De Utrechtse bevolking bestaat nu voor 11% uit 65-plussers. Dat is lager dan in de andere G4-steden en ver onder het landelijk gemiddelde. De omliggende gemeenten van Utrecht liggen daar tussenin. De omvang van de groep 65-plussers zal naar verwachting wel sterk groeien in Utrecht: van 39.400 in 2023 naar bijna 61.000 in 2040. Volgens de bevolkingsprognose blijft Utrecht echter een relatief jonge stad (zie hoofdstuk Bevolkingsprognose).
Meer jonge vrouwen dan mannen
In Utrecht wonen meer vrouwen dan mannen: 188.000 vrouwen tegenover 180.000 mannen in 2023. Dit sekseverschil doet zich vooral bij twintigers voor: de leeftijdsgroep van 18-29 jaar is opgebouwd uit 48.000 vrouwen en 40.000 mannen. Een dergelijke aantrekkingskracht voor jonge vrouwen bestaat ook in Amsterdam. Conform de landelijke bevolkingssamenstelling heeft Utrecht ook meer vrouwelijke dan mannelijke 65-plussers (21.000 versus 18.000).
Ruim helft Utrechtse huishoudens is alleenstaand
Ruim de helft van de 189.000 huishoudens in Utrecht betreft een alleenstaande. Het grote aantal alleenstaanden hangt samen met de grote studentenpopulatie in de stad. Het aandeel alleenstaanden in Utrecht is het afgelopen decennium wel licht afgenomen, van 54% naar 52%. Landelijk gezien is het aandeel alleenstaanden in die periode juist gestegen, van 37% naar 39%.
De huishoudens in Utrecht zijn verder als volgt verdeeld: 21% paar zonder kinderen, 21% paar met kinderen en 6% eenoudergezin. In vergelijking met andere studentensteden heeft Utrecht relatief weinig alleenstaanden en meer stellen met kinderen. Conform de landelijke trend is het aantal eenoudergezinnen in Utrecht toegenomen: van 8.800 in 2012 tot 11.000 in 2023. Het aandeel eenoudergezinnen ligt onder het landelijk gemiddelde en is aanzienlijk lager dan in de andere G4-steden. Voor een deel van de eenoudergezinnen geldt dat zorg voor de kinderen in co-ouderschap wordt gedeeld.
Bevolking Utrecht divers: 168 nationaliteiten
Utrecht heeft een diverse bevolking: de stad herbergt 168 verschillende nationaliteiten. Het kenmerk nationaliteit geeft weer of iemand wettelijk onderdaan is van een bepaalde staat, ofwel het staatsburgerschap. Ongeveer een op de tien Utrechters bezit niet de Nederlandse nationaliteit.
Migratieachtergrond is een ander kenmerk dat weergeeft met welk herkomstland een persoon verbonden is. In Utrecht hebben 142.000 inwoners een migratieachtergrond; dit zijn personen van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Van deze groep is 56% ook zelf in het buitenland geboren (eerste generatie) en 44% in Nederland (tweede generatie). Het aandeel inwoners met een migratieachtergrond is in Utrecht toegenomen van 29% in 2001 tot 39% in 2023. Het CBS gaat geleidelijk over op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. De cijfers in dit hoofdstuk volgen nog de oude indeling.
Groei in nieuwe migrantengroepen
De grootste herkomstgroepen in Utrecht zijn inwoners met een Marokkaanse migratieachtergrond (31.900), gevolgd door Turks (14.900), Surinaams/ Antilliaans (10.700) en Indonesisch (7.500). De omvang van deze traditionele migratiegroepen neemt de laatste jaren niet meer zo sterk toe. De groei van de Utrechtse bevolking vindt vooral plaats in andere migratiegroepen. De grootste groepen daarbinnen zijn nu Duitsland (6.100), India (4.600) en China (3.200). Zoals beschreven in het hoofdstuk Bevolkingsontwikkeling zijn er sinds het uitbreken van de oorlog veel mensen vanuit Oekraïne naar Nederland gekomen: begin 2023 woonden ongeveer 1.700 personen met de Oekraïense nationaliteit in Utrecht.