Het jonge kind
Samenvatting
Bijna driekwart van de peuters met risico op taal- en/of ontwikkelachterstand bezoekt een voorschool in 2022. Het aandeel kinderen van 0-3 jaar dat naar het kinderdagverblijf gaat stijgt naar 60% in 2021. Het aandeel kinderen van 4-13 jaar dat de buitenschoolse opvang (BSO) bezoekt is stabiel met 40%.
In het kort
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|
% peuters met risico op taal- en/of ontwikkelachterstand dat voorschool bezoekt (bereik)* | 82 | 67 | 69 | 74 |
% peuters met risico op taal- en/of ontwikkelachterstand in proces van toeleiding tot voorschool* | - | - | - | 18 |
% peuters met risico op taal- en/of ontwikkelachterstand dat geen voorschool bezoekt (non-bereik)* | - | - | - | 8 |
aantal kinderen (0-3 jaar) dat naar kinderdagverblijf gaat | 10.170 | 10.420 | 10.520 | - |
aantal kinderen (4-13 jaar) dat naar buitenschoolse opvang gaat | 14.030 | 14.300 | 13.980 | - |
% kinderen (0-3 jaar) dat naar kinderdagverblijf gaat | 57 | 59 | 60 | - |
% kinderen (4-13 jaar) dat naar buitenschoolse opvang gaat | 40 | 40 | 40 | - |
totaal aandeel kinderen (0-13 jaar) in formele opvang (incl. kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en gastouderopvang, excl. voorschool) | 49 | 50 | 50 | - |
% inwoners dat tevreden is over kinderopvang (crèche, voorschool, buitenschoolse opvang) in hun buurt*** | 58 | - | 61 | - |
Bereik van de voorschool neemt toe
Bijna driekwart van de peuters met risico op taal- en/of ontwikkelachterstand bezoekt een voorschool in 2022 (voorschoolbereik van 74%). In 2020 is er een dip in het voorschoolbereik in een jaar met coronamaatregelen en de harmonisatie van peuterspeelzalen en voorscholen. Na 2020 neemt het voorschoolbereik weer toe, al is dit nog niet op het niveau van voor 2020. Het bereik is het hoogste in de wijken Vleuten-De Meern (82%) en Overvecht (80%). Het aandeel peuters met risico op taal- en/of ontwikkelachterstand dat géén voorschool bezoekt (non-bereik) is het hoogst in de wijken Noordoost (17%) en Oost (13%). Gemiddeld in Utrecht is dit 8%. Daarnaast heeft 18% van de kinderen met risico op taal- en/of ontwikkelachterstand nog niet deelgenomen aan de voorschool doordat zij op de wachtlijst staan of nog in het proces van toeleiding zaten. Het aandeel peuters op de wachtlijst of in proces van toeleiding is het hoogst in de wijken Binnenstad, Zuid en Zuidwest (23%). Net als in de reguliere kinderopvang, is er bij de aanbieders van voorschoolse educatie sprake van een personeelstekort.
De helft van de kinderen bezoekt kinderopvang
Het aandeel van de Utrechtse kinderen van 0-3 jaar dat naar het kinderdagverblijf gaat stijgt naar 60% in 2021. Het aandeel kinderen van 4-13 jaar dat de buitenschoolse opvang (BSO) bezoekt is stabiel met 40%. In 2019 bezochten in totaal 25.910 kinderen tot 13 jaar een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderopvang (formele kinderopvang). In 2021 is dit aantal kinderen met 1% gegroeid naar 26.210 (50% van alle kinderen). In 2020 is, voor het eerst sinds 2001, het totaal aantal kinderen tot 13 jaar dat in Utrecht woont afgenomen. Tot op heden zet deze trend door. Het aandeel kinderen dat (formele) kinderopvang bezoekt is het laagst in Overvecht (21%), gevolgd door Zuidwest (33%). Het aandeel kinderen dat (formele) kinderopvang bezoekt is het hoogst in Noordoost (67%), gevolgd door West (63%). In heel Nederland is er in de kinderopvang een toenemend personeelstekort en zijn er naar verhouding veel personeelswisselingen. Ook het ziekteverzuim ligt hoger dan het landelijk gemiddelde over alle bedrijfstakken. De werkdruk wordt door ruim 3 op de 5 werknemers als (zeer) hoog ervaren (61%).