Image
Monitor inburgering (12a)

5. Inburgeraars over hun leefomgeving

In dit hoofdstuk:

  • Enquête uitkomsten op gebied van buurtbeleving, netwerkcontacten en huisvesting
  • Verschillen asielstatushouders en gezinsmigranten

5.1    Netwerkcontacten van inburgeraars

De meeste inburgeraars (85%) voelen zich prettig bij de mensen in de eigen buurt
Een van de pijlers voor het ‘thuis weten’ van inburgeraars is het hebben van een goed sociaal netwerk. Dit netwerk biedt uitwisselings- en ondersteuningskansen. Om hier inzicht in te krijgen is in de enquête een aantal stellingen voorgelegd aan de inburgeraars. Deze zijn overgenomen uit de Utrechtse inwonersenquête, waarmee ook een vergelijking kan worden gemaakt tussen de score van inburgeraars met het Utrechts gemiddelde.

Figuur 5.1 - Inburgeraars en Utrechters gemiddeld over hun buurt (% (zeer) eens met de stelling)

Infogram URL

De meeste inburgeraars voelen zich prettig bij de mensen in de eigen buurt (85%). Dit is méér dan in de Utrechtse inwonerspeiling, waar ongeveer twee op de drie inwoners dit aangeeft. Bijna driekwart van de inburgeraars stelt vast dat mensen in de buurt goed met elkaar omgaan; dit is vergelijkbaar met het Utrechts gemiddelde. Enkele quotes uit de toelichting bij de enquête illustreren dit beeld:

It is wonderful and a bit confusing when moving to a new country. Utrecht is a very friendly place to live, where the people want to interact. The only issue is that when I talk to people in Dutch they change to English to make me feel me at ease. This is wonderful of them, but makes it learning the language difficult.

  • Schriftelijke reactie van inburgeraar bij de enquête

I have felt very welcome by the municipality and my neighbours.

  • Schriftelijke reactie van inburgeraar bij de enquête

Inburgeraars hebben kleiner sociaal vangnet dan Utrechters gemiddeld

Wanneer we kijken naar de intensiteit van de sociale binding met de buurt verschuift het beeld; inburgeraars scoren niet langer hoger dan het Utrechts gemiddelde. Twee op de drie inburgeraars heeft mensen waarbij zij terecht kunnen; achttien procent heeft dit niet. In de Utrechtse inwonerspeiling geeft 89% van de inwoners aan mensen te hebben bij wie men terecht kan.

Figuur 5.2 - Aandeel inburgeraars en Utrechters gemiddeld dat bij mensen terecht kan (% (zeer) eens met de stelling)

Infogram URL

Inburgeraars beschikken dus minder vaak over een ‘sociaal vangnet’, waarbij asielstatushouders het meest kwetsbaar zijn (54% heeft mensen bij wie zij terecht kunnen). Gezinsmigranten benaderen met 77% dichter het Utrechts gemiddelde. Hun positie is ook anders; zij trekken immers in bij iemand die al een netwerk heeft kunnen opbouwen. Het contact met de buren onder inburgeraars is zeer wisselend: 37% heeft prettig contact, maar een vergelijkbare groep (39%) heeft dit niet.

Figuur 5.3 - Aandeel inburgeraars en Utrechters gemiddeld dat veel contact heeft met buren (% (zeer) eens met de stelling)

Infogram URL

Inburgeraars vinden hun buurt vaker niet leuk dan Utrechters gemiddeld

Problematiek in de buurt waarin men woont kan voor een gebrek aan stabiliteit zorgen en daarmee het ‘thuis weten’ van inburgeraars belemmeren. Eén op de zes inburgeraars vindt het niet leuk om in de buurt te wonen waar zij nu wonen. Dit is meer dan de één op de tien Utrechters die hun buurt niet leuk vinden om in te wonen. Uit de toelichtingen op de antwoorden blijkt dat een reden voor de mindere waardering voor de buurt onder meer onveiligheidsgevoelens zijn:

I will feel safer in this neighborhood when security improves, we have already had our items stolen from our car and I don't feel completely safe.

  • Schriftelijke reactie van inburgeraar bij de enquête 

Op de vraag of inburgeraars problemen ondervinden in het dagelijks leven doordat zij het gevoel hebben er niet bij te horen of zich niet thuis te voelen, antwoordt 24% bevestigend, waarbij er geen significant verschil te zien is tussen gezins migranten en asielstatushouders. Wel zijn er aanzienlijk meer asielstatushouders die deze vraag niet hebben beantwoord of ‘weet niet’ hebben geantwoord. Vanuit het focusgroepgesprek komt het signaal dat hier mogelijk (de combinatie van) culturele aspecten en dankbaarheid een rol speelt, waardoor men zich niet altijd negatief wil uiten.

Figuur 5.4 - Aandeel inburgeraars met problemen in het dagelijks leven door het gevoel er niet bij te horen

Infogram URL

Waar dit gevoel van ‘er niet bij te horen’ of ‘zich niet thuis voelen’ precies vandaan komt, kunnen we op basis van de enquête niet vaststellen. Er is in dit traject onvoldoende ruimte geweest om deze resultaten te duiden in de kwalitatieve verdieping, waardoor onduidelijk is in hoeverre de onderliggende aspecten van dit gevoel ‘er niet bij te horen’ kortdurend zijn en horen bij een overgangssituatie of juist gerelateerd zijn aan diepere gevoelens van ontheemding bij inburgeraars. Beide soorten vragen om andersoortige beleidsmatige interpretaties. Dit vergt verder onderzoek.

Opvallend is in ieder geval wel dat bij aanvullende schriftelijke reacties op de enquête, en bij de twee interviewgesprekken met inburgeraars, veel blijken van dankbaarheid werden geuit over de hulp die men kreeg bij het inburgeren:

I’m very happy here. Many people want to help me.

  • Geïnterviewde inburgeraar

I have a brilliant coach … Everything is going quite well … thank you!

  • Geïnterviewde inburgeraar

5.2    Inburgeraars over huisvesting en zich thuis voelen

Ruim een kwart van de inburgeraars ervaart problemen door de woning waarin men woont
Uit de enquête blijkt dat momenteel 27% van de inburgeraars problemen ervaart in het dagelijks leven door de woning waarin men woont. Onder asielstatushouders ligt dit percentage hoger (33%) dan onder gezinsmigranten (21%). Ook deze doelgroep heeft duidelijk last van de bredere problematiek op de woningmarkt. Door de schaarste bevinden sommigen zich, net als vele Utrechters in het algemeen, in tijdelijke en/of suboptimale woonsituaties.

Figuur 5.5 - Aandeel inburgeraars met problemen in het dagelijks leven door de woning waarin men woont

Infogram URL