Image
Utrecht - Foto Michelle van Benschop

Stad & klimaatverandering

Het klimaat is een van de grote thema’s in de maatschappij. Het is bovendien een heel breed onderwerp, waarbij het onmogelijk is om in deze special alle aspecten mee te nemen. De nadruk hier ligt op de onderdelen van klimaatverandering die in de gemeente spelen en waar we als stad ook op monitoren.

De volgende thema’s komen hier aan bod:

Stad & klimaatverandering

Infogram URL

Klimaatmitigatie

Een belangrijk onderdeel van klimaatbeleid in de stad is het inperken van klimaatverandering, ofwel klimaatmitigatie. Concreet gaat het hier om CO2-reductie van zowel huishoudens als bedrijven in de stad. Dit kan langs een viertal lijnen: besparen op het energieverbruik, hernieuwbare energie, gasvrije wijken en emissieloos vervoer. In een apart hoofdstuk gaan we vanwege de bredere impact in op circulaire economie.

Energie besparen: minder CO2-uitstoot

De CO2-emissie per inwoner is in Utrecht tussen 2019 en 2022 met 16% gedaald. Belangrijkste reden hiervoor is de schonere productie van elektriciteit in Nederland. Ook het energieverbruik daalde in 2022 met 4%. Uit landelijke cijfers blijkt dat de uitstoot van broeikasgassen in 2023 verder daalde, met 6%. De emissie is nu 34% lager dan in 1990 (doel is 55% lager in 2030 ten opzichte van 1990). In huishoudens en dienstensector exclusief mobiliteit was de daling vorig jaar overigens 10%.

De inspanningen van inwoners om energie en het milieu te sparen dalen tussen 2021 en 2023. In de jaren ervoor was er juist een stijging (Inwonersenquête, 2023). Iets minder Utrechters kiezen voor milieuvriendelijk vervoer, eten milieuvriendelijker of scheiden afval. Daar staat tegenover dat steeds meer inwoners aangeven dat hun woning is geïsoleerd. Hierbij worden naast dubbel glas (83%) ook vloer- (49%), dak- (51%) en muurisolatie (57%) steeds vaker worden genoemd. Elektrisch koken wint snel aan populariteit. Daarbij geldt dat Utrechters met een koopwoning vaker energiebesparende maatregelen treffen dan mensen met een huurwoning.

Hernieuwbare energie: 10% elektriciteitsverbruik uit hernieuwbare bron

Hernieuwbare bronnen zijn natuurlijke bronnen die constant worden aangevuld: zon, wind, waterkracht, biomassa, bodem en buitenluchtwarmte. Landelijk kwam in 2023 bijna de helft (48%) van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen. In Utrecht komt in 2022 10% van het elektriciteitsverbruik uit Utrechtse hernieuwbare bronnen, aanmerkelijk lager dan het landelijk gemiddelde. Dit heeft onder andere te maken met de windmolenparken op zee en grote zonnevelden in gebieden waar daar ruimte voor is. Het aandeel hernieuwbare energie in Utrecht neemt overigens wel snel toe (van 6% in 2020). Utrecht telt steeds meer zonnepanelen. Inmiddels liggen op 36% van de Utrechtse daken panelen, meer dan in 2022 (29%). Binnen de gemeentegrenzen van Utrecht zijn op dit moment geen windmolens.

Tegelijk met de ambitie van meer hernieuwbare energie speelt de problematiek van netcongestie. Het bestaande elektriciteitsnet kan de groei van het energiegebruik niet aan en de opgewekte energie van met name wind- en zonne-energie zorgen voor piekbelasting in het aanbod op het net. Om de energievraag in de groeiende stad te faciliteren is zowel een net-uitbreiding noodzakelijk als demping van de piekbelasting.

Infogram URL

Aardgasvrije wijken: 29% woningen heeft geen gasaansluiting

Een van de belangrijke ambities in de energietransitie is het aardgasvrij maken van woningen en bedrijven. Voor 2050 is het doel, volgens de landelijke ambitie, om geen woningen meer met een aardgasaansluiting te hebben. Utrecht kent op dit moment een relatief hoog aandeel woningen zonder gasaansluiting (29%; 48.000 woningen). Landelijk is dit zo’n 10%. In de Transitievisie Warmte is de ambitie uitgewerkt hoe de gemeente in 2035 in totaal 40.000 woningen van het gas afgesloten wil hebben met een werkend alternatief voor verwarming, koken en warm tapwater. Los daarvan zijn de afgelopen jaren zo’n 5.000 woningen en gebouwen op eigen initiatief van particulieren of woningcorporaties van het gas afgegaan.

Emissieloos vervoer: aantal laadpunten groeit met 11%

Eind 2023 zijn er in Utrecht ruim 5.500 (semi-)publieke laadpunten voor auto’s, 11% meer dan het jaar daarvoor. Utrecht heeft relatief veel laadpunten vergeleken met de drie andere grote steden, namelijk 15 per 1.000 inwoners (G3: 11-13 laadpunten). Daarnaast probeert Utrecht mensen te bewegen tot gezonde vervoerkeuzes zoals lopen en fietsen (tienminutenstad). Lopen naar de binnenstad wint aan populariteit. Op een gemiddelde werkdag is een derde van de verplaatsingen binnen Utrecht lopend. Ook het aantal fietsbewegingen in de stad stijgt. Op geselecteerde meetpunten zijn het afgelopen jaar 5% meer fietsers geteld. Zo’n 42% van de verplaatsingen van Utrechters binnen de stad is per fiets, het hoogste aandeel in de G4. Negen op de tien Utrechters hebben een fiets.

Klimaatadaptatie

Klimaatverandering wordt steeds zichtbaarder, door extreme weersomstandigheden als hevige regenval, hittegolven, stijgende temperaturen en door de gevolgen daarvan zoals wateroverlast en hittestress. Hoe gaan we in Utrecht om met de verandering van het klimaat, ofwel klimaatadaptatie? En wat vinden inwoners van klimaatverandering?

Beleving van klimaatverandering: 40% panelleden heeft meestal/altijd stress hierover

Van alle onderwerpen die we voorlegden aan het Bewonerspanel leverde klimaatverandering bij de meeste mensen stress op. Twee op de vijf (40%) geven aan meestal of altijd stress hierover te ervaren. Onder jongeren tot 35 jaar is dit aanmerkelijk hoger (56%). Vorig jaar hadden meer panelleden stress hierover. 57% van de panelleden geeft aan het afgelopen jaar last te hebben gehad van de hitte. Bijna de helft (48%) geeft aan het afgelopen jaar klimaatbestendige maatregelen te hebben genomen (zoals tegels wippen, regenton of boom geplant).

Infogram URL

Groen: 50% buurten voldoet niet aan 40% groennorm

De aanwezigheid van groen en oppervlaktewater wordt steeds meer gezien als een belangrijke factor in klimaatadaptatie (zoals hittestress, wateroverlast). Al stelt Atlas Research, dat de aanwezigheid van groen en blauw in de straat nu nog van beperkte invloed is op de woonaantrekkelijkheid. In straten met veel groen en blauw is de impact van hittestress kleiner en kunnen bijvoorbeeld ouderen, die kwetsbaar zijn voor hitte, schaduw en verkoeling vinden. Utrecht staat op plek 49 van de 50 grootste gemeenten als het gaat om afstand tot verkoeling vanuit de woning (aandeel woningen op meer dan 300 meter van verkoeling). In Utrecht voldoet 50% van de buurten nog niet aan de eigen 40% groennorm in het horizontale vlak.

Door de groei van het aantal inwoners is de oppervlakte openbaar groen per huishouden het afgelopen jaar licht gedaald. De tevredenheid over het park in de buurt is met 72% relatief hoog, maar door een recente daling weer terug op het niveau van voor corona. Inwoners kunnen zelf ook bijdragen aan een groene omgeving. Het vergroenen van tuinen en daken geeft verkoeling in de zomer en is goed voor de waterregulatie. Eén op de tien Utrechters geeft aan een groen dak te hebben.

Water: bij 11% leden Bewonerspanel is sprake van waterinstroom in woning  

Mede door klimaatverandering is water de afgelopen jaren weer een belangrijker thema geworden in Nederland. De extremen worden steeds vaker zichtbaar: perioden van hevige regenval en hoog water worden opgevolgd door langdurige droogte. Ook in de stad hebben we hier mee te maken. In deze context raakt het thema water in toenemende mate andere disciplines zoals ruimtelijke ordening, natuurbeheer en klimaatwetenschap.

Ook inwoners krijgen steeds vaker te maken met het thema water. Uit een peiling begin 2024 onder de leden van het Bewonerspanel blijkt dat een deel van de leden het afgelopen jaar wateroverlast heeft ervaren. Bij 11% kwam het de woning (kelder) ingestroomd en 39% geeft aan dat water soms/vaak meer dan 30 minuten op straat blijft staan. Vaker nog ervaren zij problemen met de waterkwaliteit, zoals verontreiniging (60% soms/vaak), een dikke krooslaag (46%), of stinkend water (44%).

Circulaire economie

In Utrecht wordt toegewerkt naar een circulaire economie in 2050, waarbij het doel is in 2030 de helft minder primaire grondstoffen te gebruiken als mineralen, metalen en fossiele grondstoffen. Dit is in lijn met landelijke ambities. De ambitie werkt door in de gehele maatschappij, van bouw en maakindustrie tot zorg, afvalscheiding en voedselbereiding.

De rol van de gemeente richting een circulaire economie zit in het creëren van een gelijk speelveld voor circulaire producten, het creëren van draagvlak en het optreden als verbinder tussen mensen, organisaties en netwerken. Zo is er in Utrecht een ecosysteem van circulaire bedrijventerreinen, de zogenaamde ‘Zone voor circulair ondernemen’ (Lageweide, Werkspoorkwartier, Strijkviertel).

Circulaire gemeente: 45% inkoop circulair aanbesteed

De gemeente Utrecht wil zelf het goede voorbeeld geven. In 2023 werd 45% van de gemeentelijke inkoop circulair aanbesteed. Er is een stijgende lijn sinds 2014 (start meting) toen dit vrijwel nihil was. De grondstoffenuitputting (het eenmalig gebruik van grondstoffen) van de gemeentelijke inkoop verschilt per product en is het hoogst bij de inkoop van grond, weg- en waterbouw. Daar staat tegenover dat de grondstoffenuitputting van afvalverwerking sterk negatief is (door het hergebruikt).

Minder afval per inwoner; waardering inzameling daalt

Het nieuwe inzamelen (waarbij alleen recyclebaar afval separaat aan huis wordt opgehaald) is in bijna de gehele stad ingevoerd. De hoeveelheid afval per inwoner daalt sinds 2020, net als in andere grote steden. Het aandeel dat gescheiden wordt ingezameld ligt in Utrecht aanmerkelijk hoger dan in de Amsterdam, Rotterdam en Den Haag (G3). Dit heeft onder meer te maken met het lagere aandeel meergezinswoningen in Utrecht en dat in G3 in hoogbouw vaak niet gescheiden wordt ingezameld. De waardering van inwoners voor de inzameling is ten opzichte van 2021 gedaald. In Utrecht zijn 10.000 geregistreerde vrijwillige afvalinzamelaars die zwerfvuil opruimen.

De milieu-impact van de groei van de stad drukken we uit in de milieuprestatie gebouwen, ofwel MPG. De score voor nieuwbouwwoningen ligt met 0,63 onder de landelijke norm van 0,8, maar is al enkele jaren op eenzelfde niveau.

Biodiversiteit

Biodiversiteit omvat het geheel van bacteriën, schimmels, planten en dieren in de stad. De biodiversiteit staat wereldwijd onder druk, dus ook in Utrecht. Een natuurinclusieve inrichting met veel groen geeft niet alleen dieren hun voedsel, schuilplekken en broedplaatsen. Het houdt ook geluid tegen, zuivert de lucht, zorgt voor verkoeling en houdt regenwater vast; zaken die zeker ook in Utrecht spelen. In die zin is er een directe relatie met klimaatadaptatie.  

Steden belangrijk in biodiversiteit

Uit een rapport van Sweco (2022) blijkt dat steden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het herstel van de biodiversiteit. De biodiversiteit in steden is tegenwoordig in veel gevallen hoger dan op het platteland, doordat er veel variatie en afwisseling is in het landschap en er weinig bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Volgens de WUR worden steden bovendien steeds vaker ontdekt door wilde dieren en planten, waardoor de stad een geheel nieuw ecosysteem op zichzelf wordt met een unieke combinatie van soorten en interacties. De inrichting van de stad heeft invloed op de biodiversiteit: architectuur, bouwwijze, infrastructuur, stedelijk groen (ook daken), tijdelijke natuur (op bouwplaatsen), begraafplaatsen, sportparken en water spelen een rol. Ook het groenonderhoud is van invloed (maaischema’s). Naast openbare ruimte zijn ook particuliere tuinen belangrijk, bijvoorbeeld als nestgelegenheid voor vogels en vleermuizen. Bomen spelen een cruciale rol in de biodiversiteit, zowel wat betreft diversiteit aan soorten als ook aanwezigheid van dood hout. 

We volgen de biodiversiteit in Utrecht aan de hand van een dertigtal organismen (Big 30). De monitoring daarvan is nog in opbouw; een aantal organismen op de lijst is lastig te meten. De stand van flora en fauna is bovendien onderhevig aan soms grote fluctuaties per jaar, door onder andere bouwwerkzaamheden of weersinvloeden. Een mooi voorbeeld van een biodiversiteit versterkende wijk in Utrecht is de ecologische woonwijk Kersentuin (Leidsche Rijn).