Image
Twee fietsers Toezicht en Handhaving

Veiligheidsbeleving & overlast

Samenvatting

Kerncijfers
  2018 2019 2020 2021
totale overlast (aantal politieregistraties)* 11.207 11.913 16.704 14.899
aantal politieregistraties jongerenoverlast** 4.085 3.787 6.496 4.941
aantal politieregistraties overlast drugs, drank 2.069 2.347 2.482 2.604
aantal politieregistraties overlast personen met verward gedrag 2.182 2.539 3.065 3.256
aantal politieregistraties overlast zwervers 993 1.112 1.640 1.353
aantal politieregistraties vuurwerkoverlast 444 760 1.477 1.261
% inwoners dat vaak jongerenoverlast in de buurt ervaart 21 19 - 22
% inwoners dat zich wel eens onveilig voelt 37 39 - 37
% inwoners dat zich vaak onveilig voelt 3 3 - 3
% inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt 29 30 - 30
% inwoners dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt 3 3 - 4
* De politiedata (waaronder overlastregistraties) worden regelmatig ververst. Raadplegen van de oorspronkelijke bron op verschillende tijdstippen kan dus kleine afwijkingen in de cijfers te zien geven.
** Jongerenoverlast betreft meldingen met klachten over jeugd, bijvoorbeeld hangjeugd of geluidsoverlast door jeugd. Hieronder wordt niet begrepen baldadigheid en vandalisme. De leeftijdsgrenzen van een jongere/jeugd zijn niet vastgelegd.
Bron: politie Midden-Nederland (via dashboard Veiligheidscoalitie); Inwonersenquête, gemeente Utrecht

Totale overlast daalt, maar niveau nog steeds hoger dan voor corona

Hoewel de totale door de politie geregistreerde overlast in 2021 met 11% daalt, ligt deze nog altijd beduidend hoger dan in de jaren voor corona. Hetzelfde beeld zien we bij jongerenoverlast (-24%) en bij vuurwerkoverlast (-15%). Andere vormen van overlast laten al een aantal jaren op rij een toename zien, zoals de overlast van verwarde personen (+6% in 2021) en drugs- en drankgerelateerde overlast (+5%). In de landelijke Veiligheidsmonitor wordt onderscheid gemaakt in sociale overlast (o.a. van jongeren, verwarde personen, drugs/alcohol en buren) en milieuoverlast (o.a. horeca-, stank- en geluidsoverlast). Ten opzichte van de G4 is de ervaren sociale overlast in Utrecht nagenoeg gelijk en de ervaren milieuoverlast lager. Per saldo ligt de totale ervaren overlast in Utrecht (52%) op het gemiddelde van alle gemeenten met meer dan 70.000 inwoners (circa 51%) en lager ten opzichte van de G4 (58%).

Infogram URL

Meeste wijken zien overlast afnemen

In de meeste wijken neemt de totale overlast af, behalve in Noordwest (+2%) en in Leidsche Rijn (stabiel). Dit blijkt uit de overlastregistratie van de politie. In Noordwest valt vooral de toename van overlast van verwarde personen op (+63%), gevolgd door drank- en drugsgerelateerde overlast (+30%). Overvecht springt er positief uit vanwege de grootste afname van de totale overlast (-26%) en van jongerenoverlast (-57%). Maar ook in deze wijk stijgt de overlast van drank en drugs (+23%) en van verwarde personen (+9%). Alleen Oost laat op vrijwel alle (veel voorkomende) vormen van overlast een afname zien. Ook Zuidwest scoort goed en laat alleen een kleine toename zien voor overlast van drank/drugs (+3%). Hoewel de overlast over het algemeen daalt, ligt het niveau in vrijwel alle wijken nog steeds hoger dan vóór corona. Inwoners kunnen ook bij de gemeente meldingen van overlast doen. In sommige wijken zijn er forse verschillen tussen deze gemeentelijke overlastcijfers en de politieregistraties.

Ervaren jongerenoverlast neemt toe

Hoewel de geregistreerde (feitelijke) jongerenoverlast daalt in Utrecht, zie we dat de ervaren jongerenoverlast toeneemt. Uit de Inwonersenquête van 2021 blijkt dat 22% van de Utrechters vaak last heeft van jongeren op straat, wat een toename is ten opzichte van 2019 (19%). Er zijn drie wijken waar een toenemend aantal inwoners zegt vaak last te hebben van jongeren op straat: Noordoost (van 7% naar 14%), Vleuten-De Meern (van 12% naar 18%) en Leidsche Rijn (van 11% naar 16%). Ook in deze drie wijken neemt de geregistreerde jongerenoverlast juist af (na een flinke toename in het jaar ervoor). In de Inwonersenquête is naar 24 vormen van overlast gevraagd. Rommel en afval op straat staat al jaren op nummer 1, gevolgd door lawaai van verkeer en gevaarlijk verkeer. Jongerenoverlast staat door de jaren heen op plek vier.

Veiligheidsbeleving stabiel en vergelijkbaar met grote steden

De veiligheidsbeleving van Utrechters is al jaren stabiel en vergelijkbaar met de andere drie grote steden. Over het algemeen is de veiligheidsbeleving in de eigen buurt positiever dan de algemene veiligheidsbeleving, ook in Utrecht: 30% van de Utrechters voelt zich in 2021 wel eens onveilig in de eigen buurt en 37% in het algemeen. Vrouwen voelen zich vaker onveilig in de eigen buurt dan mannen en jongeren vaker dan ouderen. Hetzelfde geldt voor de algemene onveiligheidsgevoelens. Op wijkniveau blijkt dat Overvecht het grootste aandeel inwoners heeft dat zich wel eens onveilig voelt (zowel in het algemeen als in de buurt), gevolgd door Zuid. Het tegenovergestelde geldt voor Noordoost en Vleuten-De Meern. Ook Utrechters in een kwetsbare positie zijn via het panel Meetellen gevraagd naar hun veiligheidsbeleving. Deze informatie vindt u in het hoofdstuk Zelfredzaamheid [link naar hoofdstuk].

Infogram URL

Kwetsbaarheid, hangjongeren en drugsoverlast van invloed op veiligheidsbeleving

In 2021 is voor het eerst gevraagd naar de reden waarom Utrechters zich wel eens onveilig voelen in de eigen buurt. De meest genoemde redenen zijn zich kwetsbaar voelen als vrouw, hangjongeren en drugsoverlast. Inwoners van de wijk Overvecht noemen het meest hangjongeren, vaak in combinatie met drugsgebruik en dealen. In de wijk Zuidwest geven (vrouwelijke) inwoners relatief vaak als reden dat ze zich kwetsbaar voelen als vrouw. Dit gevoel van kwetsbaarheid wordt versterkt ’s avonds in het donker en in combinatie met jongerenoverlast. Ook inbraken in de buurt zijn meerdere keren genoemd als reden voor een onveilig gevoel.

Omvang straatintimidatie even groot

Het aandeel Utrechters dat aangeeft geïntimideerd te zijn op straat is stabiel ten opzichte van 2019 (circa een derde). Dit blijkt uit de Inwonersenquête. Van deze personen is 65% vrouw en 46% is tussen de 18 en 30 jaar oud. Bij vrouwen gaat het in de meeste gevallen om nastaren, gevolgd door nafluiten en naroepen met beledigende of seksuele opmerkingen. Bij mannen gaat het vooral om nageroepen worden met beledigende opmerkingen, gevolgd door nastaren. In Utrecht is in 2019/2020 een onderzoek gedaan naar straatintimidatie. Daaruit bleek eveneens dat het met name jongere vrouwen zijn die te maken hebben met straatintimidatie. De cijfers voor de omvang van straatintimidatie uit beide onderzoeken kunnen niet met elkaar vergeleken worden, omdat de vraagstelling anders is en ook omdat de insteek en het doel van de onderzoeken verschillend zijn.