Image
Utrecht Kanaleneiland

3.1 Het projectenportfolio van de energietransitie

In dit hoofdstuk

Energiebesparing door het isoleren van gebouwen

In 2022 is er 4,3% energiebesparing gerealiseerd ten opzichte van 2020. We streven ernaar om in 2050 35% energiebesparing te helpen realiseren.

Mede vanwege de gestegen energieprijzen was er in de winter van 2022/2023 een enorme toename in de vraag naar isolatie. In de loop van 2023 daalden de prijzen in 2023 fors. Ondanks deze dalende energieprijzen zijn we een stijgende vraag naar ondersteuning om gebouwen te isoleren.  Alleen de algemene inkoopacties scoren iets lager (die voor energiearmoede scoorde echter wel hoog). Zo komen we met dit programma energie besparen gebouwde omgeving steeds steviger in de uitvoering en vinden bewoners ons steeds beter, mede dankzij een gerichte campagne en inkoopacties.

Leerervaringen

  • We zien dat met name dankzij campagne berichten (social media), googleadvertenties en actief gepromote inkoopacties, dat er een grote en groeiende groep bewoners naar ons energieloket komt. Veel meer, ook in verhouding, dan bijvoorbeeld bij omliggende gemeenten (die van hetzelfde loket gebruik maken). De kunst is om deze bewoners vervolgens ook vast te houden. We gaan onderzoeken of deze bezoekers vinden waar ze voor komen, of de info bruikbaar is, ze hulp kunnen gebruiken en vinden op de site. De uitkomsten van het onderzoek gebruiken we om onze informatie en manier waarop we ons aanbod onder de aandacht brengen te versterken.
  • We blijven onze onafhankelijke “wegwijzerfunctie” onder de aandacht brengen en brengen het energieloket daar ook beter mee in lijn. Daarbij mikken we op een simpele en overzichtelijke site en sluiten zo doordacht mogelijk aan op de diversiteit aan bezoekers, met een toon en een boodschap die aanspreekt. Elke doelgroep is anders en maatwerk is nodig.

Toelichting op de voortgang

De meeste projecten lopen volgens planning. Een project zoals de energiebox of het aantal mensen dat op de website Jouwhuisslimmer kwam kijken overtrof de verwachtingen (15.000ste energiebox uitgedeeld in 2023).

Alleen collectieve inkoop (een actie waarmee bewoners zich kunnen inschrijven voor verduurzamingsmaatregelen, waarop ze vervolgens een offerte van een uitvoerder ontvangen) scoorde wat minder, maar daarvan verwachten we dat dit in 2024 weer aantrekt doordat we bewoners op allerlei manieren proberen te bereiken.

Infogram URL

Verduurzamen Bedrijven en maatschappelijke organisaties

2023 stond in het teken van veel contact met de (maatschappelijk) ondernemers in de stad. We hebben in het kader van de aanpak verduurzaming bedrijventerreinen bijeenkomsten georganiseerd en enquêtes uitgezet. We hebben ondernemers geïnformeerd over de beschikbaarheid van de verduurzamingsvouchers en hen ondersteuning geboden bij het aanvragen van deze subsidie. Uiteindelijk hebben 105 MKB ondernemingen 119 vouchers aangevraagd.

We hebben in het kader van de deuren dicht campagne 785 ondernemingen (bestaande uit winkels, horeca en dienstverlening) rondom de binnenstad bezocht met informatie over energiebesparing, een bordje voor op de deur en informatie over het Energieloket. Na de campagne had 78% de deur dicht, dat zijn 613 ondernemingen. Alle informatie die we hebben opgehaald zetten we in om ons aanbod te verbeteren en nog makkelijker toegankelijk te maken voor deze doelgroep.

Daarnaast hebben zorgorganisaties via de branchegerichte aanpak energie bespaard en daar certificaten van de Milieubarometer voor gehaald: 8 locaties hebben brons, 4 locaties hebben zilver en 2 locaties zijn naar het hoogste gouden niveau gebracht. 10 sportverenigingen hebben via de aanpak met Sport Utrecht verduurzamingsmaatregelen uitgevoerd, variërend van ledverlichting, isolatie tot zonnepanelen.

Leerervaringen

  • Energieloket en subsidies: We zien een gestage groei van meer inhoudelijke vragen aan het Energieloket voor bedrijven en maatschappelijke organisaties. De besteding van de subsidie blijft echter achter. Dankzij de ervaringen die we met de EFRO subsidie voor verduurzamingsvouchers hebben opgedaan, kunnen we voor 2024 ons aanbod nog beter richten op de doelgroep, zodat zij laagdrempeliger gebruik kunnen maken van ons verduurzamingsadvies.
  • We merken dat we veel moeite moeten doen om ondernemers te betrekken bij de energietransitie. Veel ondernemers hebben weinig kennis, tijd en geld voor verduurzamen en zien verduurzamen niet als de hoogste prioriteit voor hun bedrijfsvoering. Ondernemers blijken meer open staan voor verduurzaming als de boodschap via collega ondernemers en ondernemersnetwerken naar hen toekomt. Om ons bereik en impact te vergroten breiden we ons netwerk daarom verder uit en zullen we meer gebruik maken van al georganiseerde bijeenkomsten voor en door ondernemers, dan zelf als gemeente apart iets te organiseren.

Toelichting op de voortgang

  • Plan van aanpak gereed voor bedrijventerreinen aardgasvrij: Deze activiteit is niet volgens planning uitgevoerd, omdat er meer tijd nodig was om ondernemers te betrekken bij het opstellen van het plan van aanpak. In het eerste kwartaal van 2024 is het plan van aanpak vastgesteld.
  • Uitvoering programma zon op dak en netoplossingen: Ondanks netcongestie is het aantal zonnepanelen op daken in de gemeente Utrecht gegroeid, vooral op de kleine daken (woningen). Op de grotere bedrijfsdaken is de impact van netcongestie groter, daarom hebben we in 2023 meer ingezet op het mogelijk maken van innovatieve en slimme oplossingen.
  • Het was onze bedoeling in 2023 een collectieve inkoopactie voor bedrijven te doen. Door de hoge energieprijzen én het beschikbaar komen van eenmalige Europese middelen, hebben we andere activiteiten ontwikkeld om ondernemers te helpen energie te besparen, zoals de verduurzamingsvoucher subsidie (een bijdrage voor het concreet toepassen van verduurzamingsmaatregelen). In 2024 zijn we van plan om alsnog een collectieve inkoopactie op te zetten. Dit doen we in samenspraak met een brancheorganisatie (bijvoorbeeld horeca), omdat we verwachten op die manier tot een laagdrempelige en praktische actie te kunnen komen.
Infogram URL

Duurzame opwek

We willen op alle locaties die aangewezen zijn voor energieproductie in de ruimtelijke strategie en die gunstig uit de milieueffectrapportage (MER) komen de komende jaren aan de slag. Op dit moment rondden we het onderzoek voor deze zoeklocaties af.

Utrecht is onderdeel van de regio RES U16. Samen met onze buurgemeenten willen we in 2030 circa 1,8 terawattuur (TWh) schone elektriciteit opwekken. Utrecht streeft naar een bijdrage van 523 GWh. Hiervan hebben we al een deel gerealiseerd door onder andere zon op dak en de oplevering van het zonneveld Meijewetering. De gemeenteraad van Utrecht heeft de RES1.0 in 2021 vastgesteld.

Leerervaringen

In 2023 hebben we gemerkt dat marktpartijen moeite hebben om zonnevelden te ontwikkelen, zeker als de projecten klein en/of ingewikkeld zijn. Sunrock heeft de ontwikkeling van zonnepanelen op de geluidswal A12 gestaakt, omdat het ze niet lukte om met hun ontwerp op de geluidswal toe te passen. Wij overwegen nu om zelf dit project te ontwikkelen op basis van een ander technisch concept. Ook hebben we ervoor gekozen om zelf de zonne-eilanden op de Nedereindse Plas te ontwikkelen tot en met de vergunningverlening.

Een tweede leerervaring is dat marktpartijen meer dan voorheen huiverig zijn om in te stappen in de ontwikkeling van onzekere projecten. Met name in de geothermie hebben partijen als Eneco en Aardyn miljoenen euro’s moeten afschrijven op projecten die niet tot realisatie zin gekomen. Aardyn in LEAN en Eneco in Den Haag.  

Toelichting op de voortgang

In 2023 is het Integraal Programma van Eisen voor de gebiedsontwikkeling Ockhuizen door de raad vastgesteld. Onderdeel van dit project is het realiseren van zon op veld. In 2023 is zonnepark Meijewetering in werking gesteld. Tot slot heeft het Ontwerp-bestemmingsplan windpark Rijnenburg ter inzage gelegen. Het voorstel voor de wijziging bestemmingsplan ligt in het voorjaar 2024 bij de raad voor. De realisatie van zonnepark geluidswal A12 is niet volgens plan uitgevoerd omdat in 2023 duidelijk werd dat Sunrock het zonnepark geluidswal A12 niet conform vergunning en de bieding in de gunning kon realiseren. Voor de zoeklocaties USP/voordorpse veld is een Heritage Impact Assessment uitgevoerd, waarvan de resultaten in 2024 worden afgerond.

Landelijke zijn er ontwerp-milieunormen windenergie ter inzage gelegd en is een aanscherping van de voorkeursvolgorde zon aangekondigd. Voor zoekgebieden die minder ver in de planprocedures zijn (zoals USP) kan dit nieuw voorgenomen kader mogelijk leiden tot aanpassingen. Tot slot heeft de provincie begin 2024 het planMER onderzoek naar kansrijke windlocaties in de provincie Utrecht naar buiten gebracht. Gemeenten hebben nu zes maanden de tijd (medio 2024) om aan te geven of zij voornemens zijn met nieuwe windlocaties aan de slag te gaan. Voor Utrecht is Lage Weide als kansrijke zoeklocatie genoemd. In de beleidsnota zoekgebieden duurzame opwek komen we met een voorstel over duurzame opwek op Lage Weide. 

Infogram URL

Energie infra

In 2023 is gestart met de herijking van de Transitievisie Warmte. Onder de omgevingswet en de aankomende wetgeving (Wet Gemeentelijk instrumenten Warmtetransitie) wordt dit een warmteprogramma. Met nieuwe inzichten en veranderende omstandigheden is er voldoende reden om deze update op tijd te starten en in 2025 af te ronden.

Belangrijk onderdeel van het warmteprogramma is de bronnenvisie. De potentie van de bronnen is al eerder in kaart gebracht met een focus op bestaande bouw en mogelijkheden voor collectieve warmte. De nieuwbouw moet aardgasvrij worden opgeleverd maar ook hier wordt vaak gekeken naar collectieve (lage temperatuur) warmte. In de bronnenvisie kijken we dan ook naar het geheel. 

Naast inzicht in de bronnen voor bestaande en nieuwe warmteoplossingen werken we ook aan een beter inzicht op de warmtevraag in de gebouwde omgeving, bijvoorbeeld over goed de woningen en gebouwen zijn geïsoleerd. 

In 2023 is veel aandacht geweest voor netcongestie. De aanpak om zowel blijvend netbewuster met de stad om te gaan als de aanpak om met de acute tekorten op het stroomnet om te gaan is in 2023 vastgesteld en daar wordt uitvoering aan gegeven.

Leerervaringen

  • Voor zowel de warmtetransitie als de elektriciteitsinfrastructuur zijn externe ontwikkelingen zeer bepalend voor de snelheid die we kunnen maken in het verduurzamen en aanpassen van de energieinfrastructuur aan de toekomst. Het is belangrijk om steeds mee te bewegen met de nieuwe werkelijkheid.
  • Voor Utrecht is het belangrijk om het eindbeeld van de verduurzaming van de energietransitie scherp te houden en stappen te zetten die daarnaartoe bewegen. Onzekerheid over huidige wetgeving of toenemende netcongestie zijn daarmee soms vertragend maar veranderen onze ambities niet.

Toelichting op de voortgang

De eerste vergunning voor aquathermie bij de nieuwbouw in de Merwedekanaalzone heeft veel vertraging opgelopen door onzekerheid bij de waterschappen en Rijkswaterstaat over de effecten op de ecologie. Inmiddels zijn deze voldoende geadresseerd en komt de vergunning. Dit is wel een aandachtspunt voor het vervolg van aquathermie. Voor het warmteprogramma (voorheen transitievisie warmte) zijn we aan de slag om de scope te bepalen rekening houdend met de bronnen, de ruimtelijke impact, de milieu impact, de relatie met nieuwbouw en het klimaat.  

Netcongestie ontwikkelde zich in de loop van 2023 als een steeds groter probleem en we verwachten dat het probleem zich mogelijk al in 2024 verergert naar kleinverbruikers. In 2023 is veel bereikt in de bewustwording van de impact van netcongestie op de stad en het zoeken naar mogelijke oplossingsrichtingen. Een concrete samenwerking met Stedin, TenneT en de provincie is in de vorm van een Energieboard tot stand gekomen. De gemeente is bij netcongestie afhankelijk van de samenwerking met partners zoals Stedin, provincie, regiogemeenten en Tennet.

Infogram URL

Buurtaanpak aardgasvrij

In 2023 is veel energie gestoken om voor Overvecht-Noord tot een besluit te komen. Gebleken is dat het komen tot een stabiele business case waaruit een aanvaardbare bijdrage van de inwoners voortvloeit, nog niet gelukt is. Daardoor is een besluit over een wijkuitvoeringsprogramma inclusief een aanbod voor een alternatief voor aardgas nog niet genomen. Als gemeente zetten we voor Overvecht-Noord in op een eigen bijdrage voor particulieren bij een overstap naar stadswarmte van 0€ zolang er nog geen landelijke kaders zijn. Voor woningen die aangesloten worden op een all electric variant en voor bedrijven in het gebied wordt gestreefd naar afdekking van de onrendabele top (verschil tussen alle kosten over 15 jaar bij de huidige variant en de aardgasvrije variant). 

In 2023 is ook gestart met de aanpak in clusters uit blok 1. In 4 clusters is een startmoment georganiseerd om bewoners en bedrijven te informeren over het proces richting aardgasvrij in de komende jaren en het handelingsperspectief om reeds op korte termijn te besparen op energieverbruik. De avonden werden wisselend bezocht: van 40 tot ruim 200 bezoekers.
Ook zijn in 2023 de eerste stappen gezet in de verkenning van een uitvoeringsaanpak, die nodig is voor de fase na besluitvorming.

Leerervaringen

  • De belangrijkste ervaringen hebben te maken met de complexiteit om te komen tot een aanvaardbaar aanbod in Overvecht-Noord. Deze complexiteit heeft te maken met het feit dat er sprake is van een aanbod van een private partij, dat energieprijzen van warmte en aardgas sterk fluctueren en dat belangen van gemeente, warmtebedrijf en woningcorporaties sterk uiteenlopen.
  • Binnen de buurtaanpak is sprake van grote dynamiek als gevolg van wijzigende omstandigheden: de wetgeving die wenselijk is (Wet Collectieve Warmtevoorziening en de Wet Gemeentelijke instrumenten Warmtetransitie) is nog niet vastgesteld, de verhouding met private warmtebedrijf is complex en er ontbreken voldoende middelen om een financieel aanvaardbaar aanbod aan bewoners en bedrijven te kunnen doen. We zien wel dat er bij bewoners meer en meer bewustzijn ontstaat om te werken aan energiebesparing en de overstap naar aardgasvrij verwarmen.
  • Het afgelopen jaar zijn weer stappen gezet in de samenwerking met buurtinitiatieven. Op deze manier leren we om steeds met een maatwerk-aanpak aan te sluiten op de energie- en warmteambities die een initiatief voor hun buurt heeft. Zo zijn goeie samenwerkingen tot stand gekomen met bijvoorbeeld Warm Lunetten en Oog voor Warmte.

Toelichting op de voortgang

  • Beginnen fase 1 en fase 2 buurtaanpak aardgasvrij in 12 clusters binnenstad en bedrijventerreinen: We zijn in 2023 gestart in 4 clusters met het samenstellen van een buurtprofiel en een start-/informatiemoment. Het is gebleken dat de voorbereiding van zo'n startmoment langer duurt dan verwacht. De opzet en de opbrengst van de startmomenten is geëvalueerd en uitkomsten daarvan worden meegenomen naar de komende clusters.
  • Notitie toegankelijk speelveld buurtinitiatieven: Het is niet gelukt om duidelijk te krijgen wat we nodig hebben om buurtinitiatieven een toegankelijk speelveld voor de warmtetransitie te bieden. Dat heeft te maken met de grote dynamiek door de aanstaande warmtewetgeving, de rol van Eneco en opzet van een publiek warmtebedrijf. Wel zijn in 2023 twee bijeenkomsten met de community of practice buurtintiatieven geweest over het onderwerp warmtetransitie.
  • Elektrisch koken: Als onderdeel van het aardgasvrij maken van Overvecht-Noord zijn 330 woningen van Woonin van het kookgas afgehaald. Het project is afgerond en geëvalueerd. Woonin is hierin binnen hun begroting gebleven. Tijdens het project zijn belangrijke lessen geleerd die we meenemen in de nieuwe clusters. 
  • Uitvoeringsprogramma Overvecht-Noord: De communicatie over dit programma is vertraagd omdat nog geen aanbod kan worden gedaan aan bewoners in de wijk dat voldoet aan de eisen die gemeente en woningcorporaties aan dat aanbod stellen.
  • Uitvoerbare businessplannen Warmtenet gereed Overvecht-Noord: Het is niet gelukt om in 2023 een haalbare business case te ontwikkelen die voldoet aan de uitgangspunten van alle betrokken partijen (gemeente, woningcorporaties, Eneco). In de laatste maanden zijn ook alternatieven onderzocht waardoor de haalbaarheid wel zou worden bereikt (aanpassingen in omvang gebied en aantallen woningen).
Infogram URL

Publiek eigendom

Leerervaringen

  • In Overvecht Noord en in de nieuwbouwprojecten leren we hoe commerciële warmtebedrijven werken en welke keuzes ze maken. Deze lessen passen we toe bij de afweging om een publiek warmtebedrijf op te richten.
  • Onder andere door netcongestie is de markt voor elektriciteitssystemen (bronnen, netwerk en opslag) veranderd. Door onze ervaring met zonnevelden en windmolens, weten we hoe we zelf deze projecten kunnen ontwikkelen als dat nodig is. Voor netwerk en opslag hebben we deze ervaring nog niet.

Toelichting op de voortgang

  • We hebben besloten om geen deelneming te nemen in Stedin, omdat de urgentie door de deelneming van het Rijk is afgenomen en andere partijen goedkoper het benodigde kapitaal kunnen betrekken.
  • We hebben besloten om zonne-eilanden op de Nedereindse Plas zelf te ontwikkelen tot en met de aanvraag van een omgevingsvergunning.
  • De ontwikkeling van geothermie wordt door marktpartijen (en EBN als rijksdeelneming) niet zelfstandig opgepakt. We hebben regie genomen over de totstandkoming van een eerste geothermiebron in de gemeente Utrecht en op basis van een haalbaarheidsstudie besloten nader onderzoek toe te spitsen op Lage Weide en eventueel USP.
Infogram URL

Participatie

We werken proactief aan het inzetten van participatie en omgevingsmanagement bij beleid en uitvoering van projecten die invloed hebben op de werk- en leefwereld van inwoners, ondernemers en organisaties. In 2023 voerden we 18 participatie en andere trajecten uit die de samenwerking in de stad met betrekking tot de energietransitie bevorderden. We monitoren onze inzet hiervoor met een zelf ontwikkelde tool. En we dragen actief bij aan de herijking van Samen stad maken door o.a. deel te nemen aan het Kompasteam.

Leerervaringen

  • Goede afspiegeling van de stad: Bij het Klimaatpanel en andere participatietrajecten zien we dat doorlopende inzet nodig is om te komen tot een goede afspiegeling van de samenleving onder de deelnemers aan de trajecten. Bij het Klimaatpanel deden we een pilot om naast de brede toetsing via DenkMee ook de straat op te gaan om de uitkomsten te toetsen. De geluiden die we ophaalden droegen bij aan een diverser geluid. We hebben na evaluatie besloten om de straatinterviews structureel toe te passen.
  • Ook zagen we dat de vertegenwoordiging in het panel nog niet representatief genoeg was als het gaat om opleidingsniveau. Daarom hebben we in de selectie van nieuwe deelnemers daarop extra ingezet zodat het Klimaatpanel een zo breed mogelijke afspiegeling is van de samenleving als het gaat om leeftijd, geslacht, wijk en opleidingsniveau.
  • Terugkoppelingen concreet maken: uit de evaluatie van het Kimaatpanel bleek dat er meer tijd nodig is om komen tot een zo concreet mogelijke terugkoppeling over wat we doen met de input van het Klimaatpanel. Daarom gaat de frequentie van de bijeenkomsten van het Klimaatpanel van vijf naar vier bijeenkomsten per jaar.
  • Omgevingsmanagement: ook als er niet direct sprake is van een participatietraject met een kop en een staart is het belangrijk om doorlopend de omgeving te betrekken bij het beleid en de uitvoering daarvan als het gaat om projecten die direct invloed hebben op de leefomgeving van Utrechters. Daarom werkten we in 2023 vanuit structureel omgevingsmanagement in projecten waarin dat het geval is, zoals de Buurtaanpak aardgasvrij, samen verduurzamen met inwoners en duurzame bronnen.

Toelichting op de voortgang

  • Samenwerken in de stad kreeg onder andere vorm in het Energie Netwerk Utrecht (ENU). Met de partners in het ENU onderzoeken we langs drie lijnen wat er nodig is voor de verduurzaming van de stad; hoe we slim kunnen samenwerken, kennis kunnen delen en innoveren, en hoe we de bewustwording over de opgave in de stad kunnen vergroten. Tot slot bekijken we hoe we kunnen zorgen voor voldoende arbeids- en stageplekken.
  • Buurtinitiatieven warmte: we maken als gemeente richting burgers duidelijk wat de gemeente kan betekenen voor bewonersinitiatieven die zich richten op de energietransitie via het loket bewonersinitiatieven. Via de community of practice stelden we onze aanpak waar nodig bij.
Infogram URL