2.5 Sociale inclusie

Het maatschappelijk welbevinden is afgenomen van een score 7,8 (2019) naar 7,6 (2021). Meer Utrechters geven aan dat ze het gevoel hebben in deze samenleving niet belangrijk te zijn en dat de samenleving hen niet echt accepteert. Daarbij zijn grote verschillen tussen groepen in de stad. Het maatschappelijk welbevinden is lager bij inwoners met een opleidingsniveau tot mbo, met een migratieachtergrond, inwoners die slecht kunnen rondkomen en inwoners met een beperking.

Bron: Inwonersenquête, gemeente Utrecht

We zien ook grote verschillen in maatschappelijk welbevinden tussen wijken: in Overvecht ervaart één op de vier onvoldoende maatschappelijk welbevinden ten opzichte van één op veertien in wijken zoals Binnenstad, Oost en Noordoost.

Bron: Inwonersenquête, te raadplegen via Utrecht in Cijfers

In de periode 2018 tot en met 2021 zien we dat het aandeel Utrechters toeneemt dat discriminatie ervaart (van 14% in 2018 naar 17% in 2021). Inwoners van Overvecht voelen zich vaker gediscrimineerd dan gemiddeld (26%), inwoners van Noordoost en Oost minder vaak (resp. 12% en 13%). Jongeren en Utrechters met een migratieachtergrond ervaren vaker discriminatie dan gemiddeld. Dat geldt ook voor inwoners met een lichamelijke of psychische beperking, inwoners die precies of slecht kunnen leven van hun inkomen en inwoners met een havo-, vwo- of mbo-opleiding.
Verdiepend enquêteonderzoek onder het panel Meetellen laat zien dat 31% van de panelleden in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek discriminatie heeft ervaren. Panelleden noemen het vaakst dat zij gediscrimineerd werden vanwege hun psychische aandoening. In focusgroepen bespraken panelleden hun ervaringen met discriminatie. Meerdere panelleden hebben wel eens discriminatie door hun psychische aandoening meegemaakt, zij geven vooral aan dat ze buitengesloten worden vanwege hun psychische aandoening of dat ze niet worden aangenomen bij (vrijwilligers)werk.

In Utrecht zien we in 2021 (ten opzichte van 2019) geen daling in vertrouwen in medemens: 72% vindt mensen ‘in het algemeen te vertrouwen’.
Hier zien we wel grote verschillen in de stad. Van 46% in de subwijk Zambesidreef/Tigrisdreef tot 88% in Oudwijk/Buiten Wittevrouwen.

Bron: Inwonersenquête 2021, te raadplegen via Utrecht in Cijfers

We zien ook grote verschillen tussen groepen: bijvoorbeeld naar migratieachtergrond (Nederlands 80%, niet-westers 55%), opleiding (hbo/wo 82%, mbo 53%) en mensen zonder en met beperking (zonder 77%, met 61%).

Ongeveer 40% van de Utrechters (tamelijk) veel vertrouwen in landelijke overheid (Inwonersenquête 2021). Vertrouwen in landelijke overheid lijkt in alle wijken vrij laag: varieert van 37% (Overvecht) tot 51% (Noordoost).
Meer Utrechters (57%) hebben (tamelijk) veel vertrouwen in lokale overheid. Daar zijn de wijkverschillen iets groter: 48% (Vleuten-De Meern) tot 64% (West).

Bron: Inwonersenquête, te raadplegen via Utrecht in Cijfers

We zien met name minder vertrouwen bij 55-plussers en inwoners met een opleiding t/m mbo niveau. Utrechters die (zeer) goed kunnen rondkomen van hun inkomen hebben veel meer vertrouwen in instituties dan groepen die minder goed kunnen rondkomen. De verschillen in vertrouwen in groepen naar migratieachtergrond zijn klein.

Bron: Inwonersenquête

De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezing verschilt sterk per wijk. In de wijk Binnenstad is de opkomst het hoogst (84,6%). Dit is exclusief de drie stembureaus op Utrecht Centraal. In de wijken Oost (72,5%) en Noordoost (70,7%) is de opkomst ook hoog. In de wijken Overvecht (35,2%), Noordwest (43,7%) en Zuidwest (45,7%) is de opkomst relatief laag.

2.5 Sociale inclusie​