Image
Bevolkingsprognose 2025

Inleiding

De gemeente Utrecht maakt elk jaar een eigen prognose van de bevolkingsgroei van de stad. Hierin geven we de meest waarschijnlijke ontwikkeling van de Utrechtse bevolking weer. De bevolkingsprognose is gebaseerd op het woningbouwprogramma van de stad in combinatie met demografische trends rondom geboorte, sterfte en migratie. Dit rapport bevat de resultaten van de prognose die in 2025 is uitgevoerd. In eerdere prognoses maakten we een voorspelling voor de periode tot aan het jaar 2040. In de huidige prognose kijken we voor het eerst door naar de ontwikkeling tot het jaar 2045.

Groeien in balans

Steeds meer inwoners, werkgevers en bezoekers kiezen voor Utrecht. Het is een aantrekkelijke en centraal gelegen stad. Om de groei van de stad in goede banen te leiden heeft de gemeente de Ruimtelijke Strategie Utrecht 2040 (RSU 2040) vastgesteld. Utrecht kiest voor een gezonde groei als koers voor de lange termijn, waarbij de komende jaren duizenden woningen worden gebouwd. Groei is geen doel op zich. De toename van woningen moet samengaan met de groei van toegankelijk groen, werkgelegenheid, voorzieningen, infrastructuur voor duurzaam vervoer en energie. Naast groei in balans zijn kwaliteit en leefbaarheid leidend in de ontwikkeling van de stad om zo een prettige en gezonde stad te blijven.

Opbouw prognose: van woningbehoefte naar bevolkingsgroei

Om tot een prognose van de bevolkingsgroei te komen volgen we drie stappen. Eerst kijken we naar de woningbehoefte in de stad. De nationale bevolkingsprognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vormt de basis voor de prognose van woningbehoefte op landelijk, regionaal en gemeenteniveau (de Primos-prognose). Deze berekening wordt door de landelijke overheid en bijna alle gemeentelijke overheden gebruikt om tot een inschatting van de woningbehoefte te komen.

De tweede stap is dat de gemeente plannen maakt voor voldoende woningen om in de behoefte te voorzien. In de RSU staat beschreven wat de meest slimme plekken zijn om die woningen te bouwen. In het Meerjaren Perspectief Ruimte (MPR) volgt de gemeente elk jaar wat er in de stad gebeurt met de bouwplannen. In het MPR staan alle bouwplannen voor de stad: zowel de lopende bouwplannen (de zogenoemde ‘harde’ plannen) als plannen waarvan onzeker is of die ook daadwerkelijk en in de verwachte periode worden gebouwd (de ‘zachte’ plannen). De plannen betreffen niet alleen nieuwbouw, maar ook grotere transformatieprojecten waarbij bijvoorbeeld een kantoorpand wordt omgebouwd naar woningen. Voor de doorrekening van de bevolkingsprognose hebben we goed naar alle plannen gekeken en met behulp van een expertbeoordeling van de ruimtelijk regisseurs wordt een inschatting gemaakt wat de meest realistische plannen zijn. Soms is dat duidelijk, bijvoorbeeld als er al gebouwd wordt of een bestemmingsplan is vastgesteld. Voor de plannen verder in de toekomst betreft het de beste inschatting die we kunnen maken (zie de bijlage voor de gehanteerde werkwijze). Het woningbouwprogramma dat hieruit volgt is voldoende om te voorzien in de behoefte uit de landelijke onderzoeken en is in lijn met de RSU.

De derde stap is het maken van de gemeentelijke bevolkingsprognose. Het woningbouwprogramma vormt de basis voor de gemeentelijke bevolkingsprognose op subwijkniveau (zie hoofdstuk 5). Onze bevolkingsprognose geeft weer in welke omvang en waar de stad zal groeien als we deze woningbouwplannen realiseren, rekening houdend met de demografische trends. Voor deze trends kijken we naar recente ontwikkelingen rondom geboorte, sterfte en migratie, zowel voor de stad als landelijk.

Prognose kent onzekerheid

De bevolkingsprognose beoogt de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkeling van de Utrechtse bevolking te beschrijven op basis van actuele kennis en een aantal veronderstellingen. We houden hierbij rekening met recente ontwikkelingen, zowel op demografisch gebied als voor de woningbouwplanning. Prognosecijfers zijn echter altijd met onzekerheden omgeven. Zo kan het aantal migranten van jaar tot jaar sterk fluctueren, zoals we bijvoorbeeld zagen bij de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne. Ook is oplevering van toekomstige woningbouw moeilijk te voorspellen. Met de huidige ontwikkelingen rondom de woningbouwproductie geldt dit niet alleen voor de lange termijn, maar ook voor de korte termijn. Veranderende marktomstandigheden zoals stijgende bouwkosten en rente, schaarste aan bouwmaterialen en grondstoffen, beschikbaarheid van aannemers en tekort aan personeel in de bouw, maken de prognoses ten aanzien van het bouwtempo en de woningtoename onzekerder. De onzekerheid rondom een bevolkingsprognose wordt groter naarmate er verder in de toekomst gekeken wordt. Daarom moeten de prognosecijfers altijd met een onzekerheidsmarge worden geïnterpreteerd. In bredere communicatie rondom de verwachte bevolkingsgroei hanteren we doorgaans afgeronde prognosecijfers om enige vorm van schijnzekerheid te voorkomen. De tabellen in dit rapport bevatten de onafgeronde cijfers om te voorkomen dat de totalen afwijken van de som van de afzonderlijke cijfers.

Planningsoptimisme

De gemeentelijke bevolkingsprognose is in essentie een gebiedsprognose: het laat zien hoe sterk een buurt of subwijk kan groeien als de huidige woningbouwplannen in dat gebied volledig gerealiseerd worden. Het gebiedsniveau is relevant zodat daar in beleid rekening mee kan worden gehouden, bijvoorbeeld in het aanbod van scholen of andere voorzieningen. Op het hogere niveau van de stad geeft de prognose een maximale groei in de situatie dat in alle gebieden de woningbouwprojecten worden opgeleverd zoals in de planning staat. Als we naar het totaal van het woningbouwprogramma kijken, inclusief zachte plannen, dan wordt dit gekenmerkt door planningsoptimisme. Alle woningbouwplannen die in deze bevolkingsprognose zijn doorgerekend zijn realistisch en haalbaar, maar uit ervaring is bekend dat het programma nooit voor de volle 100% gerealiseerd gaat worden. Met name zachte plannen in de toekomst zijn onzeker en kunnen met vertraging of uitval te maken krijgen. Zoals uit de Voorjaarsnota 2025 blijkt staan de ambities van de gemeente onder druk, onder meer vanwege netcongestie en een tekort aan mensen, materialen en middelen. Deze actuele externe factoren kunnen leiden tot langere doorlooptijd van projecten.

De kracht van de gemeentelijke bevolkingsprognose is om inzicht te geven in de specifieke gebieden waar de stad gaat groeien, en in welke leeftijdsklassen. Op stadsniveau kan dit een ‘optimistisch’ totaalbeeld van het bouwtempo geven.

Meer cijfers op online databank

De tabellen in dit rapport vormen een selectie van de resultaten van de Bevolkingsprognose 2025. Op de online databank Utrecht in Cijfers is een uitgebreidere en meer gedetailleerde dataset aan prognosecijfers ontsloten: daar is per wijk en subwijk het verwachte inwonersaantal naar geslacht en leeftijdsjaar gegeven voor elk prognosejaar tot 2045.