Image
licht

11. Gezonde openbare ruimte: licht

11.1 Inleiding

Duurzame verlichting

Duurzaamheid is een belangrijk thema bij de aanleg en het beheer van de openbare verlichting. Het streven is om de openbare ruimte zo efficiënt mogelijk te verlichten door zo min mogelijk energie te verbruiken, zonder hierbij in te leveren op de functie van de verlichting ten aanzien van de veiligheid.  Het duurzaam verlichten van de stad begint bij de inkoop van energie, dit is 100% groene stroom van Nederlandse bodem. Daarnaast is het materiaalgebruik van de lichtmasten en armaturen een belangrijk duurzaamheidsaspect. Waar mogelijk worden bestaande lantaarnpalen en armaturen hergebruikt. Als dit niet mogelijk is dan wordt er bij de aanleg van nieuwe lichtmasten altijd gekozen voor herbruikbare, recyclebare of lage CO2-footprint materialen.

Sinds 2017 is energiezuinige LED verlichting de standaard bij de aanleg van nieuwe lantaarnpalen. Daarnaast bouwen we sinds 2021 versneld de bestaande armaturen om, zodat deze ook voorzien zijn van LED lampen. Hierdoor verdwijnen uiteindelijk alle conventionele, minder energiezuinige lichtbronnen. Deze nieuw geplaatste lampen worden altijd op een zo laag mogelijk niveau ingesteld en we dimmen de verlichting wanneer dat kan. Een nieuw schakelsysteem maakt het mogelijk om per locatie bepaalde energiezuinige dimregimes toe te passen. In 2023 hebben we met dit systeem een optimalisatie doorgevoerd in het moment van in- en uitschakelen. De verlichting wordt niet meer op een vast moment in- of uitgeschakeld maar er wordt geschakeld gebaseerd op het lichtniveau buiten. Gemiddeld genomen gaat de verlichting hierdoor in de avond iets later aan en in de ochtend wat eerder uit. Daarnaast is er in het coalitieakkoord een aantal versoberingsopgaven afgesproken, waaronder een versobering van het beheer van de openbare ruimte. Een van de manieren waarop hier invulling aan gegeven is, is het later in- en uitschakelen van de openbare verlichting. De verlichting wordt vijf tot 20 minuten later ingeschakeld en eerder uitgeschakeld, afhankelijk van het lichtniveau. Door deze beide maatregelen besparen we energie. We hebben ook bij meer gebouwen sier- en aanstraalverlichting uitgezet. 

Op andere vlakken wordt er ook gewerkt aan energiezuinig beheer van de openbare verlichting, zo branden de lampen ‘s avonds op 100% en ‘s nachts op 50%[1].  Al deze maatregelen hebben in 2023 geleid tot een totale besparing van 786.908 kWh. Dat is 7,1% minder ten opzichte van het totale verbruik in 2022. Gedurende 2023 heeft de sier- en aanstraal verlichting van objecten zoals watertorens en bruggen uitgestaan. Dit heeft geleid tot een besparing dat vergelijkbaar is met het energieverbruik van 8 huishoudens.

We nemen maatregelen om lichthinder voor mens en dier zo veel mogelijk te voorkomen. Zo plaatsen we enkel armaturen die voldoen aan de richtlijn Lichthinder van de NSVV. Dat betekent dat het licht van de lantaarnpaal niet naar boven uitstraalt. De maximale kleurtemperatuur is 3000 Kelvin, dat is warm wit licht. Voorheen werden er bomen aangelicht door grondspots. Dit kan hinderlijk zijn voor dieren, daarom doen we dit sinds enkele jaren niet meer. Vleermuizen kunnen ook hinder ondervinden van verlichting. Daarom zorgen we ervoor dat de verlichting langs routes waarvan we weten dat er veel vleermuizen foerageren amberkleurig is. Hier hebben vleermuizen minder last van. Daarnaast voorkomen we zo veel mogelijk dat lichtmasten die langs watergangen staan het wateroppervlak aanlichten. Dat doen we door asymmetrische armaturen te plaatsen, waardoor de verlichting richting het water wordt afgeschermd. Met al deze maatregelen dragen we bij aan het duurzaam en diervriendelijk verlichten van de stad. Hierbij staat energiebesparing, circulair materiaalgebruik en het voorkomen van lichthinder voor mens en dier centraal.

Dynamische verlichting

Op een aantal plaatsen in de stad is er dynamische verlichting toegepast. Een concreet voorbeeld is het plaatsen van dynamische verlichting rondom stadion Galgenwaard. Hierdoor is het lichtniveau te regelen ten behoeve van de sociale veiligheid bij voetbalwedstrijden. De beveiligingsmedewerkers van het stadion kunnen wanneer dit nodig wordt geacht zelf de openbare verlichting feller aanzetten. In de komende jaren gaan we onderzoeken waar en hoe we dynamische verlichting nog meer kunnen inzetten. Zo kunnen we beter verlichten waar en wanneer het nodig is.

[1] In de binnenstad wordt van 00:00 tot 07:00 het licht gedimd naar 50%, in de andere gebieden is dit van 23:00 tot 07:00.

 

11.2 Licht: lampen

Figuur 11.2.1 Aantal ledlampen en overige lichtpunten 

Infogram URL

Omvang openbare verlichting

In 2023 staan er in Utrecht 71.085 lampen, waarvan 32.247 ledlampen. Dit betekent dat 45% van het areaal bestaat uit ledlampen, waarvan er in 2023 6.500 zijn bijgekomen. Het vleermuisvriendelijke amberkleurige licht wordt nu toegepast op 1.145 plekken. Dit is een toename van 921 lampen t.o.v. 2022

Overlast van verlichting

De meldingen over lichthinder in 2023 gaan grotendeels over de ombouw naar LED-verlichting. Hier zien we dezelfde oorzaken door het veranderende lichtbeeld. Na een gewenningsperiode zakt het aantal meldingen en waar nodig passen we afscherming toe om lichthinder te beperken. De kwaliteit van het lichtbeeld wordt in veel gevallen wel als positief ervaren. Nieuw in 2023 waren de meldingen over de schakeltijden, er zijn zes meldingen gedaan over het inschakelmoment van de verlichting. Inwoners geven aan dat ze het te donker, en dus te laat, vinden als de verlichting aangaat, of dat de verlichting naar hun mening te vroeg uitgaat. Ook is er een aantal meldingen binnen gekomen over het uitzetten van de sier- en aanstraal verlichting. Op een aantal plekken is naar aanleiding van deze meldingen besloten om de sierverlichting weer aan te zetten. Vaak gaat het om duurzame verlichting, die in sommige gevallen op verzoek van bewoners is geplaatst. De totale besparing van het uitzetten van de sierverlichting is overigens beperkt. Deze bedraagt ongeveer 0,1% tot maximaal 0,2% van het totale energieverbruik van de openbare verlichting en is vergelijkbaar met het jaarlijks energieverbruik van 8 huishoudens.