8. Duurzaamheid vervoer
8.1 Inleiding
Jouw straat en onze stad gezond, aantrekkelijk en bereikbaar voor iedereen
Door onder andere de omgeving en de voorzieningen is Utrecht een aantrekkelijke plek om te wonen, werken en verblijven. We willen graag dat iedereen gezond en prettig kan wonen en werken in de groeiende stad. De duurzaamste kilometer is een niet gereden kilometer. Thuiswerken is gewoner geworden. We werken toe naar een tienminutenstad met voorzieningen op korte afstand van waar mensen wonen. Minder ver reizen betekent dat we makkelijker lopend of fietsend naar onze bestemming kunnen. En omdat voorzieningen lopend of met de fiets makkelijker bereikbaar zijn, bewegen we meer.
Voorrang aan schone manieren van vervoer die weinig ruimte innemen
Is verplaatsen wel nodig dan geven we in Utrecht voorrang aan schone manieren van vervoer die weinig ruimte innemen: lopen, fietsen, openbaar vervoer en deelvervoer. We maken de openbare ruimte aantrekkelijker door te zorgen voor minder parkeerplekken op straat en door de wegen anders in te richten. We bieden parkeerplekken voor de auto aan de rand van de stad en parkeerplekken voor de fiets in de fietsenstallingen in de stad. De ruimte die ontstaat kunnen we gebruiken voor groen en lopen, fietsen, verblijven en spelen. Ook zorgen duurzame vervoermiddelen voor minder geluidsoverlast, minder uitstoot, minder drukte en voor minder ongelukken. Soms is het gebruiken van een eigen auto niet te vermijden, daarvoor stimuleren we elektrisch vervoer.
De inzet op actieve en schone vormen van mobiliteit is succesvol. Het aantal personenauto’s per 1.000 inwoners neemt af. De fiets is de meest gebruikte vervoerwijze voor verplaatsingen binnen Utrecht (44%), gevolgd door lopen (33%). Waar we als stad naartoe willen groeien is goed zichtbaar na de herinrichting gericht op de fiets en voetganger van de Westelijke Stadsboulevard, de Ooster- en Westerkade en de ontwikkeling van de doorfietsroutes. We bieden als gemeente steeds meer aanbieders de mogelijkheid deelmobiliteit te plaatsen. Bijvoorbeeld bij een van onze deelhubs. De komende jaren zetten we deze ontwikkelingen door aan de hand van ons Mobiliteitsplan 2040.
Schoon en slim goederenvervoer
In Utrecht hebben we al vele jaren een milieuzone. Voor bestel- en vrachtauto’s geldt in ditzelfde gebied sinds 1 januari 2025 de zero-emissiezone. Nieuwe bestel- en vrachtauto’s mogen deze alleen in als ze geen schadelijke stoffen uitstoten. Daarnaast werken we aan efficiënt goederenvervoer, door slimme toegang en bundeling, om zo het aantal gereden kilometers in de stad te verminderen. Ook stimuleren we vervoer van goederen over het water en per vrachtfiets. Zo worden bouwprojecten in de binnenstad vaak beleverd met elektrische duwboten en gaat de bevoorrading van de horeca aan de Oudegracht met de elektrische ‘bierboot’.
Laadpunten en netcongestie
De regionale netbeheerder Stedin en de nationale netbeheerder Tennet hebben in het najaar van 2022 gezegd dat er sprake is van netcongestie voor heel Utrecht voor grootverbruiksaansluitingen voor elektriciteit tot 2029. Dit betekent dat het verkrijgen van nieuwe zwaardere aansluitingen en/of het verzwaren van bestaande aansluitingen tot die tijd niet of zeer beperkt mogelijk is. Voor snelladers voor elektrische auto’s zijn we afhankelijk van dergelijke zware aansluitingen. Het verschil tussen snelladen ten opzichte van langzaam laden is dat het vermogen bij snelladen direct nodig is: de klant staat immers te wachten op een volle batterij. Hierdoor zijn er weinig tot geen mogelijkheden om de laadsessie door te schuiven naar een moment waarop voldoende capaciteit beschikbaar is. Sinds 2022 zijn de vooruitzichten voor het net verder verslechterd, waardoor de mogelijkheden voor het aansluiten van reguliere laadpalen ook op termijn mogelijk beperkt worden. Dat zet de gewenste overgang naar emissieloos vervoer erg onder druk.
Toch biedt slim gebruik van laadinfrastructuur ook kansen voor het oplossen van netcongestie. Zo starten we samen met Stedin en de exploitanten van de gewone laadpalen netbewust laden. Een laadsessie wordt dan doorgeschoven naar de nacht wanneer er voldoende ruimte op het net is. Ook werken we aan bi-directioneel laden, waarbij deelauto’s ook stroom terug kunnen leveren en daarmee het net op de juiste momenten kunnen ondersteunen bij stroomtekort.
Schone manieren van openbaar vervoer
De provincie Utrecht heeft besloten dat het openbaar vervoer in de provincie uiterlijk in 2028 volledig emissievrij rijdt. Gemeenten, provincie en vervoerders werken samen aan het realiseren van deze ambitie. Op dit moment rijden stadslijnen 1, 2, 3, 7, en 8 in Utrecht met elektrisch materieel. De sneltrams rijden op groene stroom. In de stadsregio rijden in totaal 69 elektrische bussen. De bussen worden op de remise opgeladen en waar nodig onderweg bijgeladen. De gemeente zorgt dat de benodigde laadvoorzieningen in de openbare ruimte op een goede manier ingepast worden. De provincie Utrecht heeft in de nieuwe OV-concessie uitgevraagd dat de gehele vloot uit zero emissie bussen bestaat. Vervoerders zetten zich in om uiterlijk in 2028 volledig met zero emissie bussen te rijden. Ook hier is het verkrijgen van voldoende netcapaciteit om de bussen op te laden een uitdaging. Eind 2025 start deze concessie.
Jaarlijks verschijnt in juni de Monitor Mobiliteitsplan waarin we meer cijfers en ontwikkelingen in de mobiliteit laten zien. In de meest recente Monitor Mobiliteitsplan 2024 staan de cijfers tot en met 2023.
8.2 Vervoerswijze bij verplaatsingen binnen de gemeente Utrecht
Figuur 8.2.1 aandeel per vervoerswijze bij verplaatsingen binnen de gemeente Utrecht
De fiets is de meest gebruikte vervoerwijze (44%) voor verplaatsingen binnen Utrecht. Het aandeel lopen is met 33% ook relatief groot. Vergeleken met 2018 en 2019 is in 2020 en 2021- de coronajaren - een verschuiving te zien van fiets en openbaar vervoer, naar lopen. De coronamaatregelen hebben hier waarschijnlijk aan bijgedragen.
In 2023 zien we dat het aandeel fiets weer wat toeneemt en het aandeel lopen juist wat daalt. Dit neemt niet weg dat het aandeel lopen nog altijd flink hoger is dan voor corona en het aandeel fiets duidelijk lager. En, ondanks de groei van de stad, daalt het aandeel verplaatsingen met de auto licht (van 18% in 2022 naar 17% in 2023). Het aandeel verplaatsingen met het openbaar vervoer is in 2023 4%. Dat is een lichte toename ten opzichte van 2022 (3%), maar het blijft nog onder het niveau van voor corona (gemiddeld 5%). Cijfers van 2024 zijn nog niet beschikbaar.
De cijfers over openbaar vervoer in 2020 en 2021 zijn niet betrouwbaar vanwege te weinig waarnemingen. Ook waren er in 2020 en 2021 geen cijfers over het aandeel overige vervoerswijzen.
8.3 Personenauto's per 100.000 inwoners
Figuur 8.3.1 aantal personenauto's per 1.000 inwoners in de G4, 2007-2024
Het aantal in Utrecht geregistreerde personenauto’s van particulieren per 1.000 inwoners was op 1 januari 2024 293. Ten opzichte van het jaar ervoor is dat een afname van 0,7%. In totaal was het aantal in de gemeente Utrecht geregistreerde particuliere personenauto's op 1 januari 2024 109.513. Dat aantal is ten opzichte van 2023 met 0,8% toegenomen. Het aantal inwoners van Utrecht is sterker toegenomen dan het totaal aantal geregistreerde auto’s. Personenauto's op naam van rechtspersonen (bedrijven) zijn buiten beschouwing gelaten om vertekening van de cijfers door grote verhuur- en leasebedrijven te voorkomen.
Van de G4-steden is ook in Amsterdam en Rotterdam het aantal personenauto’s van particulieren per 1.000 inwoners afgenomen (Amsterdam -1,3% en Rotterdam -0,3%). In Den Haag bleef het aantal gelijk. In Rotterdam (316) en in Den Haag (308) zijn er meer particuliere personenauto's per 1.000 inwoners geregistreerd dan in Utrecht (293). In Amsterdam is dat aantal juist lager (236). Het aantal personenauto’s in Utrecht ligt onder het Nederlands gemiddelde (443 in 2024, 440 in 2023).
8.4 Deelmobiliteit vier grootste steden
Figuur 8.4.1 aantal deelauto's per 100.000 inwoners*, 2022-2024
In 2024 waren er in Utrecht 221 deelauto’s per 100.000 inwoners. Dit zijn door marktpartijen aangeboden deelauto’s. Hiermee staat Utrecht op de tweede plek van Nederland, na Amsterdam. Het aantal nam voor het eerst af en was 17% lager dan in 2023 toen er 266 deelauto’s per 100.000 inwoners waren. Ook in Amsterdam (-8%), Rotterdam (-7%) en Den Haag (-13%) nam het aantal deelauto’s per 100.000 inwoners in 2024 af. Dit is een landelijke trend: deelauto-aanbieders richten zich steeds meer op het efficiënter gebruik van hun vloot. Ze zoeken de balans tussen voldoende auto’s om te zorgen dat mensen niet misgrijpen, maar geen overschot aan deelauto’s die weinig gebruikt worden.
Het absolute aantal door marktpartijen aangeboden deelauto’s in Utrecht is afgenomen naar 826. In 2023 waren het er 977 en in 2022 844.
Het aantal elektrische deelfietsen is in 2024 gelijk gebleven. Net als in 2023 waren er 1.000 elektrische deelfietsen, het maximaal toegestane aantal volgens het voertuigplafond in de gemeentelijke regelgeving.
We realiseerden vier nieuwe buurt- en wijkhubs in 2024. Hiermee waren er eind 2024 in totaal 20 buurt- en wijkhubs (zie hier een kaart met alle buurt- en wijkhubs). Deelbakfietsen worden sinds eind 2024 niet meer aangeboden vanwege de aanvraag van het faillissement van de deelbakfietsaanbieder Cargoroo in december 2024. We zijn een onderzoek gestart naar een duurzaam alternatief voor het Cargoroo aanbod. We streven ernaar om spoedig een alternatief voor de deelbakfiets op straat te hebben.
* Door een nieuwe meetmethode zijn de cijfers over 2022 niet vergelijkbaar met eerdere jaren. Particuliere (peer-to-peer) deelauto’s met fysieke sleuteloverdracht zitten niet meer in het onderzoek. Particuliere ‘keyless’ deelauto’s (die te openen zijn via een app) zijn nog wel deel van het onderzoek. Verder maken zakelijke deelauto’s niet langer deel uit van het onderzoek, omdat de auto’s niet algemeen publiekelijk beschikbaar zijn. Utrecht heeft een relatief groot aantal peer-to-peer-deelauto’s.
8.5 Elektrische motorvoertuigen
Figuur 8.5.1 aantal elektrische motorvoertuigen* in Utrecht naar soort, 2018-2024
In december 2024 staan in Utrecht 18.834 elektrische motorvoertuigen geregistreerd. Belangrijk daarbij te noemen is dat een onbekend deel van de leaseauto's waarin Utrechters rijden, geregistreerd staat in een andere gemeente. In 2024 is het geregistreerd aantal elektrische motorvoertuigen in Utrecht met ruim 3.500 toegenomen (15.275 in december 2023). De toename zit vooral in de elektrische personenauto’s (+1.587) en plug-in hybride personenauto’s (+1.239). Landelijk en in andere grote steden is er op dit gebied een vergelijkbare ontwikkeling te zien.
In december 2024 bestaat 50% van de elektrische voertuigen uit elektrische personenauto's. Van de elektrische motorvoertuigen zoals in figuur 8.7.1 gepresenteerd, groeide het aantal elektrische personenauto's sinds december 2013 het sterkst. Het zijn er nu ruim 73 keer zoveel als in 2013. In 2023 was er een dip in het aantal elektrische personenauto’s te zien, maar in december 2024 nam het aantal weer toe ten opzichte van 2023 én 2022 (respectievelijk +20% en +8%). De dip van 2023 is te verklaren door het vertrek uit Utrecht van een leasemaatschappij of een ander bedrijf met veel elektrische auto’s in bezit.
Het aantal plug-in-hybride personenauto’s (met zowel een elektro- als een verbrandingsmotor) nam tussen 2016 en 2020 af. Sinds 2021 neemt dit aantal weer toe. In 2023 gaat het om 3.373 plug-in-hybride personenauto’s en in 2024 zijn het er 4.612 (+37%).
Alle geregistreerde elektrische motorvoertuigen laten een toename in aantallen zien, behalve de snorfietsen. Het aantal snorfietsen daalde met 5% van 550 in 2023, naar 523 in 2024. De helmplicht kan hierin een rol hebben gespeeld.
8.6 Laadpunten elektrisch vervoer
Figuur 8.6.1 aantal (semi) publieke laadpunten in de G4
De gemeente is verantwoordelijk voor de publieke laadpunten in de openbare ruimte. Het afgelopen jaar kwamen er 526 publieke laadpunten bij. In december 2024 waren in Utrecht 4.222 publieke laadpunten (2023: 3.696). Dat is een groei van 14%. De gemeente plaatst een nieuwe openbare laadpaal (met twee laadpunten) zodra die nodig is. Dat wordt bepaald op basis van hoe vaak de bestaande laadpalen gebruikt worden. De beschikbaarheid van laadpalen is over heel de stad op voldoende niveau.
Het aantal semipublieke laadpunten groeide in het eerste halfjaar van 2024 met 19% tot 2.228. Dit zijn laadpunten op publiekstoegankelijk laadpalen in parkeergarages en bij bedrijven.
Het totaal van publieke en semipublieke oplaadpunten in Utrecht is qua aantal lager dan in de rest van de G4, maar relatief het hoogst. In de gemeente Utrecht zijn er 16,5 laadpunten per 1.000 inwoners. Voor de andere steden is dit als volgt: Amsterdam (14,2), Rotterdam (14,3) en Den Haag (12,0) (peildatum juni 2024).
Door netcongestie kan er de komende jaren vertraging ontstaan in de plaatsing van laadpalen. Door de laadpalen netbewust te laten laden wordt de belasting van de laadpunten op het elektriciteitsnet zo veel mogelijk beperkt.