Image
water lunetten

3. Klimaatadaptatie

3.1 Water en riolering

Voor het water- en rioleringssysteem streven we er in Utrecht naar om het systeem gezond, robuust en toekomstbestendig te houden. Daarbij willen we dat iedereen hiervan profiteert en hieraan bijdraagt. Het actuele beleid is vastgelegd in de Visie Water en Riolering Utrecht en de Visie Klimaatadaptatie Utrecht, die op 3 februari 2022 zijn vastgesteld door de Utrechtse gemeenteraad.

Het opwarmende klimaat stelt ons voor twee belangrijke opgaven. Enerzijds willen we het verder opwarmen van het klimaat zoveel mogelijk voorkomen. Dit doen we door de kringlopen voor water, materiaal en energie zoveel mogelijk te sluiten. Anderzijds moeten we ons water- en rioleringssysteem aanpassen aan het opwarmende klimaat, met vaker extreem weer zoals hevige neerslag en langdurige droogte. Dit doen we in een snelgroeiende stad, wat vraagt dat we zoveel mogelijk functies combineren en de beschikbare ruimte zo goed mogelijk benutten. En omdat de toekomst nog onzeker is, moeten onze systemen flexibel zijn om ze aan te kunnen passen aan de eisen en wensen van morgen.

De doelen die we voor het water- en rioleringssysteem willen realiseren zijn:

  • Een openbare ruimte die zo hemelwaterbestendig is ingericht dat onze wegen begaanbaar blijven en we geen schade in panden hebben, tot aan een bui met een kans van voorkomen van eenmaal per honderd jaar (buien t/m 80mm per uur).
  • We houden minimaal 90% en bij voorkeur 100% van onze jaarlijkse neerslag vast op de plek waar deze gevallen is. Hiermee verminderen we de gevolgen van langdurige droogte. Hiervoor hanteren we de voorkeursvolgorde vasthouden en nuttig gebruiken, infiltreren op maaiveld, ondergronds infiltreren, verwerken in het oppervlaktewater en afvoeren naar de rioolwaterzuivering.
  • Ons water- en rioleringssysteem is circulair door vuile en schone waterstromen volledig te ontvlechten en kringlopen te sluiten. Deze maatregel leent zich goed om te combineren met de ambitie om minimaal 90% van de jaarlijkse neerslag te verwerken daar waar die valt.

3.2 Afgekoppelde oppervlakte

Figuur 3.2.1 Aantal hectare afgekoppelde oppervlakte 

Infogram URL

Bij rioolvervangingen en herinrichtingen proberen we regenwater los te koppelen dat eerst werd afgevoerd naar de rioolwaterzuivering en nuttig te gebruiken of te infiltreren in de bodem (afkoppelen). Dit jaar is 9,1 hectare afgekoppeld. Hiervan is 6,3 hectare openbare ruimte. De andere 2,8 hectare is particulier terrein. Het afkoppelen is gerealiseerd tijdens rioolvervangingsprojecten, maar ook via de bijdrageregeling Niet-rioleringsprojecten, acties vanuit Waterproof030 (tegelophaalservice, geveltuinenburendagen), bouwplantoetsing en de subsidieregeling Groene daken. Van deze 9,1 hectare is 1,8 hectare vergroend, waarvan 0,7 hectare dakoppervlak door particulieren met ondersteuning van de subsidieregeling Groene Daken. Ons beleid is erop gericht om de rioolvervangingsinspanning jaarlijks te laten stijgen, van 8 kilometer per jaar nu naar 18 kilometer per jaar in 2035. Gelijktijdig met rioolvervanging koppelen we het hemelwater af. Doordat we de afgelopen jaren minder riool hebben vervangen dan beoogd koppelen we ook minder oppervlak af dan beoogd. Daarnaast is er minder gebruik is gemaakt van de susidieregeling groene daken dan beoogd, met als gevolg minder afgekoppeld oppervlak. Zie onderwerp 24 Groene daken voor een toelichting op de resultaten daarvan. Het gevolg is dat het daadwerkelijk afgekoppelde oppervlak de laatste jaren niet of nauwelijks toeneemt.

Met onze bijdrageregeling Niet-rioleringsprojecten hebben we een bijdrage geleverd aan 4 projecten, waaronder de herinrichtingen van de Ooster- en Westerkade. Daarnaast heeft Stichting Stadsklooster Utrecht een waterbergingsvoorziening van 10m3 aangelegd waarmee regenwater van het dak wordt opgevangen voor hergebruik met behulp van de subsidie Watervriendelijk Maatschappelijk Vastgoed. We zijn 7e geworden in de categorie van grote gemeenten tijdens het NK tegelwippen. In 2023 hebben we maar liefst 208.944 tegels vervangen door planten, bloemen en bomen. Dat is een halve tegel per inwoner minder! Om in de top 5 te eindigen moeten we dit verhogen naar minimaal 1 tegel per inwoner. Ook is de stad 705 geveltuinen rijker en zijn er 19.434 tegels (30x30cm) opgehaald met de tegeltaxi. De tegels die worden verwijderd tijdens geveltuinenburendagen of worden opgehaald door de tegeltaxi worden door de aannemer zo veel mogelijk hergebruikt. Bij voorkeur opnieuw in straatwerk en anders als funderingsmateriaal. Zodra de gemeente haar eigen grondstoffendepot in gebruik heeft zullen zo de tegels uit de openbare ruimte daar worden opgeslagen voor hergebruik.

3.3 Grondwateroverlast

Figuur 3.3.1 Aantal meldingen als gevolg van te hoge grondwaterstanden in de openbare ruimte

Infogram URL

Het was het natste jaar sinds het begin van de metingen van het KNMI in 1901. Het aantal grondwateroverlastmeldingen ligt als gevolg van de grote hoeveelheid neerslag in de maanden januari, oktober, november en december vele malen hoger dan de voorgaande jaren. We ontvingen totaal 182 meldingen over grondwateroverlast, waarvan 71 meldingen werden veroorzaakt door het onvoldoende functioneren van de ontwatering in de openbare ruimte op het moment van de melding. Dit is met name het geval in De Meern, Tuindorp en Hoograven/Lunetten. Bij de overige 111 meldingen was de oorzaak onvoldoende ontwatering van particulier terrein, waarvoor de particuliere eigenaar zelf verantwoordelijk is. Locaties van grondwateroverlastmeldingen waar we ten tijde van de melding aan het ontwateringscriterium voldeden waren verspreid over de hele stad. De hoogste concentratie van dit type meldingen bevond zich in de wijken Noordoost (Huizingalaan, Karel Doormanlaan e.o., Zeelheldenbuurt en Hengeveldstraat e.o) en Oost (Wittevrouwen en Wilhelminapark). Het grootste deel van alle meldingen (182 meldingen) betrof water in de kruipruimte. In andere gevallen betrof het bouwkundige gebreken zoals een kelder of souterrain die niet waterdicht was. In enkele gevallen bleek onvoldoende ontwatering niet de oorzaak van de melding, maar een probleem met bijvoorbeeld de riolering.

Op overlastlocaties in de Cremerstraat, Transwijk en Hoograven die veroorzaakt worden door te hoge grondwaterstanden in de openbare ruimte zijn extra meetpunten geplaatst om de ontwatering van de openbare ruimte verder te onderzoeken. Omdat de klimaatscenario’s van het KNMI aangeven dat de winters natter worden nemen we dit thema als speerpunt voor de komende jaren. Voor zover bekend is er geen droogteschade aan panden ontstaan, maar het is ook geen droog jaar geweest.

3.4 Hemelwateroverlast

Figuur 3.4.1 Aantal meldingen over hinder en wateroverlast in de openbare ruimte

Infogram URL

We ontvingen 3.012 meldingen over het gemeentelijke water- en rioleringssysteem. Daarvan gingen 1.546 meldingen over hinder en wateroverlast in de openbare ruimte door verstopte straatkolken, door een kapotte drinkwaterleiding of verzakkingen in de weg. De overige 1.466 betroffen informatieverzoeken, nagezakte verharding, verstoppingen van perceelaansluitingen, ontbrekende putdeksels, etc. We ontvingen dit jaar 38 meldingen van wateroverlast in panden, waarvan nul door regenwater afkomstig uit de openbare ruimte of de riolering doordat het harder regende dan het rioolstelsel aankon. Zestien keer werd er geen probleem aangetroffen of was het probleem al verdwenen bij aankomst van onze aannemer. In de overige gevallen was de wateroverlast het gevolg van inpandige problemen zoals lekkage en inpandige verstoppingen. Er is geen sprake geweest van gevaarlijke situaties of stremming van de weg door extreme neerslag (buien tot 80 mm/uur).

3.5 Waterkwaliteit

Figuur 3.5.1 Bewonersmeldingen waterkwaliteit 

Infogram URL

In Utrecht streven we ernaar dat alle oppervlaktewateren voldoen aan de waterkwaliteit “Zichtbaar”. Dit is de waterkwaliteit, waarbij zich geen zichtbare waterkwaliteitsproblemen voordoen als overmatig kroos en algen, vissterfte, stank, botulisme en blauwalg. We rapporteren de problemen die zo urgent zijn dat er direct maatregelen genomen moeten worden, door het waterschap of door ons. In 2023 waren dat er 29, waarvan viermaal blauwalg, 7 meldingen van dode vissen (drie of meer), driemaal olie op het water, 11 meldingen van overmatig kroos en 4 meldingen van stankoverlast.

De zomer was zeer warm en zonnig met een hoogtepunt in juni. Vanaf begin mei is er 7 weken geen neerslag gevallen en was het zeer droog. Dit zien we terug in het hoge aantal urgente kwaliteitsproblemen. Bij warm weer en daardoor een hogere watertemperatuur wordt de kans op aanwezigheid van blauwalg vergroot. Ook kan er in droge periodes minder doorstroming plaatsvinden waardoor de kans op bloei van algen en kroos toeneemt. Door het warmer wordende klimaat neemt de kans op de aanwezigheid van blauwalg en overmatig kroos ook in de toekomst toe. 

3.6 Actuele waterkwaliteit 2021

Figuur 3.6.1 kaart waterkwaliteit 

Image
Waterkwaliteit

Bron: Regionaal Netwerk Water & Klimaat, werkgroep stedelijk water. Wordt eens per drie jaar gedaan, de laatste was in 2021

De ecoscan brengt de ecologische waterkwaliteit op ruim honderd locaties in de stad Utrecht in beeld. De metingen vinden driejaarlijks plaats op initiatief van gemeente en waterschap, samenwerkend in het regionale netwerk op het gebied van water en klimaatadaptatie. Tijdens een ecoscan, onderzoekt een ecoloog in een uur de plantengroei in het water en op de oever, de hoeveelheid zwerfvuil, de helderheid van het water en de bedekking van het wateroppervlak met algen en/of kroos. Het eindresultaat is een beoordeling (streefbeeld genoemd) die ‘laag’, ‘zichtbaar’, ‘levendig’ of ‘natuurlijk’ is. De ecoscan is leidend voor de maatregelen die we samen met het waterschap uitvoeren. Bij de ecoscan meten we niet de zwemwaterkwaliteit, die meten we alleen op de ongeveer 10 locaties waarvan we weten dat er veel gezwommen wordt. In 2021 is de ecoscan voor de derde maal uitgevoerd, waarover we nu in dit jaarverslag rapporteren. 103 locaties zijn bezocht, waarvan 98 gelijk aan 2018. De locaties zijn samen representatief voor al het oppervlaktewater in de gemeente. Het gemiddelde eindbeeld in 2021 was gemiddeld hoger dan in 2018 en op 41 locaties gelijk gebleven. Daarnaast was op 4 locaties eerder geen Ecoscan uitgevoerd. 27 locaties scoorden ‘laag’, 40 ‘zichtbaar’, 29 ‘levendig’ en 7 ‘natuurlijk’. Op de 14 locaties die in 2021 lager scoorden dan in 2018 was de voornaamste reden een lagere score voor waterplantenbedekking in 2021 t.o.v. 2018. Ook was in veel gevallen de score in 2021 gelijk of hoger dan de ecoscan score uit 2015. Bij alle 27 locaties die eindbeeld Laag hebben, zijn de beperkte waterplantenbedekking en de beperkte plantendiversiteit de belemmerende criteria. Daarnaast hebben veel wateren in Utrecht steile oevers en daardoor een minder goed ontwikkelde oevervegetatie. In 2024 voeren we de volgende ecoscan uit. Daarnaast werken we in 2024 samen met het waterschap aan een maatregelenprogramma om de locaties die niet voldoen te verbeteren. Uitvoering van dit programma is voorzien in de periode 2024-2027.