Image
Utrecht vanaf Hubert Pootstraat | Edwin van Wanrooij

Uitgangspunten

  • Wanneer over een bepaald thema zowel registratiedata als enquêtedata beschikbaar zijn, geven we de voorkeur aan registratiedata. Deze data zijn veelal actueler, specifieker en betrouwbaarder dan enquêtedata. De registratiedata hebben verschillende peilmomenten en de enquêtedata uit het WoON komen uit 2021. 
  • In de rapportage spreken we over aantallen woningen. Onzelfstandige eenheden worden in de data niet geregistreerd als woningen en vallen in deze rapportage dan ook niet in die categorie. Dit betekent bijvoorbeeld dat zelfstandige studentenwoningen wel in de data zijn opgenomen, maar onzelfstandige studenteneenheden niet.
  • Voor het bepalen van de omvang van segmenten in de private huursector is registratiedata aangevuld met (een schatting uit) enquêtedata. De combinatie is gemaakt op basis van de verhouding tussen huurprijs en de WOZ-waarde, berekend over vijf WOZ-waarde categorieën (bron: WoON21). De huurprijzen worden geschat op basis van de vijf gemiddelden, voor heel Utrecht. Per woning is de geschatte huurprijs dus niet per se gelijk aan de markthuurprijs.
  • WOZ-waarden van de woningen zijn ook gebruikt voor de indeling van het koopsegment in goedkoop, betaalbaar en duur. Op basis van daadwerkelijke marktwaarden komt vermoedelijke een andere indeling tot stand. In de Woonvisie zijn de segmenten gedefinieerd op basis van de WOZ-waarde. Daar sluiten we in deze rapportage bij aan.
  • Doordat de omvang van prijssegmenten in de particuliere huursector zijn geschat met enquêtedata uit WoON21, bestaan er marges op de gepresenteerde aantallen binnen de woningvoorraad. Vanwege de leesbaarheid, en om schijnbetrouwbaarheid te voorkomen, presenteren we afgeronde percentages en aantallen. Het gekozen aantal significante cijfers is niet gebaseerd op de berekende statistische betrouwbaarheid.
  • Wanneer over een bepaald thema zowel registratiedata als enquêtedata beschikbaar zijn, geven we de voorkeur aan registratiedata.