Image
hub

8. Emissieloos vervoer

8.1 Inleiding

Jouw straat en onze stad gezond, aantrekkelijk en bereikbaar voor iedereen

Door onder andere de omgeving en de voorzieningen is Utrecht een aantrekkelijke plek om te wonen, werken en verblijven. Duurzame mobiliteit is gebaseerd op het vermijden, veranderen en verschonen van vervoer. De duurzaamste kilometer is een niet gereden kilometer. We werken toe naar een tienminutenstad met voorzieningen op korte afstand van waar mensen wonen. Thuiswerken is gewoner geworden en met een werkgeversaanpak beperken we verplaatsingen. Is verplaatsen wel nodig dan geven we voorrang aan schone manieren van vervoer die zo min mogelijk ruimte innemen: lopen, fietsen, deelvervoer en openbaar vervoer. Zo krijgen we meer ruimte voor groen, verblijven en spelen. De auto minder gebruiken zorgt bovendien voor een gezonde toekomst. Anders reizen is gezond voor jezelf en je omgeving. Het zorgt voor schonere lucht, minder geluidsoverlast en hogere verkeersveiligheid. Soms is het gebruiken van een eigen auto niet te vermijden, daarvoor stimuleren we elektrisch vervoer.

Voor de coronajaren was te zien dat de inzet op actieve en schone vormen (lopen en fietsen) van mobiliteit succesvol is: het gebruik van fiets en openbaar vervoer in de stad groeide ten opzichte van het autogebruik. In 2020 en 2021 – de coronajaren – nam het aantal verplaatsingen af. Vooral het openbaar vervoer werd minder gebruikt en mensen gingen vaker te voet op pad. Inmiddels reizen mensen weer meer. Waar we als stad naartoe willen groeien is goed zichtbaar na de herinrichting gericht op de fiets en voetganger van de Westelijke Stadsboulevard, de Burgemeester Reigerstraat en de Orinocodreef. We bieden als gemeente steeds meer aanbieders de mogelijkheid deel(bak)fietsen en deelauto’s te plaatsen. Bijvoorbeeld bij een van onze nieuwe deelhubs.

De komende jaren zetten we deze ontwikkelingen door aan de hand van ons Mobiliteitsplan 2040. In Utrecht zijn verschillende voorbeelden van zero emissie goederenvervoer. Op 1 januari 2025 wordt de ZE emissie zone voor stadslogistiek ingevoerd. Zo wordt stapsgewijs toegewerkt naar verschoning van het goederenvervoer. Daarnaast werken we aan efficiënt goederenvervoer, door slimme toegang en bundeling, om zo het aantal gereden kilometers in de stad te verminderen. Ook stimuleren we meer vervoer van goederen over het water en per vrachtfiets. Zo worden bouwprojecten in de binnenstad vaak al beleverd met elektrische duwboten en wordt de horeca aan de Oudegracht bevoorraad met de elektrische ‘bierboot’. Voor bedrijven in de binnenstad bestaat een subsidieregeling. Hiermee kunnen lokale ondernemers een financiële bijdrage aanvragen om naar duurzame bezorging over te stappen. Het gaat hier om bezorging via een stadslogistieke hub of om de goederen op een andere manier slim en duurzamer te laten bezorgen. Voor duurzame pakketbezorging loopt er een pilot met MyPup. De gemeente onderzoekt wat de impact van pakketpunten in combinatie met duurzaam bezorgen is op de luchtkwaliteit en leefbaarheid. Het bedrijf MyPup verzamelt de pakketten van alle koeriers in hubs aan de rand van de stad en levert ze één keer per dag met een emissievrij voertuig af bij het pakketpunt. Zo hoeven gebruikers niet langs meerdere ophaalpunten in de wijk en stoppen koeriers minder vaak in de wijk.

Laadpunten en netcongestie

De regionale netbeheerder Stedin en de nationale netbeheerder Tennet hebben in het najaar van 2022 gezegd dat er sprake is van netcongestie voor heel Utrecht voor grootverbruiksaansluitingen voor elektriciteit tot 2029. Dit betekent dat het verkrijgen van nieuwe zwaardere aansluitingen en/of het verzwaren van bestaande aansluitingen tot die tijd niet of zeer beperkt mogelijk is. Voor snelladers (elektrische auto’s) zijn we afhankelijk van dergelijke zware aansluitingen. Het verschil tussen snelladen ten opzichte van langzaam laden is dat het vermogen bij snelladen direct nodig is, de klant staat immers te wachten op een volle batterij. Hierdoor zijn er weinig tot geen mogelijkheden om de laadsessie door te schuiven naar een moment waarop voldoende capaciteit beschikbaar is.

Toch biedt slim gebruik van laadinfrastructuur ook kansen voor het oplossen van congestie. Zo starten we samen met Stedin en de exploitanten van de reguliere laadpalen netbewust laden. Een laadsessie wordt dan doorgeschoven naar de nacht wanneer er voldoende ruimte op het net is. Ook werken we aan bi-directioneel laden, waarbij deelauto’s ook stroom terug kunnen laden en daarmee het net op de juiste momenten kunnen ondersteunen bij stroomtekort.

Schone manieren van openbaar vervoer

De provincie Utrecht heeft besloten dat het openbaar vervoer in de provincie uiterlijk in 2028 volledig emissievrij rijdt. Gemeenten, provincie en vervoerders werken samen aan het realiseren van deze ambitie. Op dit moment rijden stadslijnen 1, 2, 3, 7, en 8 in Utrecht met elektrisch materieel. De sneltrams rijden op groene stroom. In de stadsregio rijden in totaal ook 66 elektrische bussen. De bussen worden op de remise opgeladen en waar nodig onderweg bijgeladen. De gemeente zorgt dat de benodigde laadvoorzieningen in de openbare ruimte op een goede manier ingepast worden. Bij de aanbesteding van de nieuwe OV-concessie willen de vervoerder, provincie en gemeente opnieuw stappen zetten om de ambitie zero emissie openbaar vervoer te realiseren. Eind 2025 start deze concessie.

8.2 Vervoerswijze in, van en naar Utrecht tot 7,5 km

Figuur 8.2.1 aandeel per vervoerswijze tot 7,5 kilometer

Infogram URL

De fiets is de meest gebruikte vervoerwijze (44,4%) voor verplaatsingen in, van en naar Utrecht tot een afstand van 7,5 km. Het aandeel lopen is ook relatief groot met 33,1%. Vergeleken met 2018 en 2019 is in 2020 en 2021 - de coronajaren - een verschuiving te zien van fiets naar vooral lopen. De coronamaatregelen hebben hier waarschijnlijk aan bijgedragen In 2022 zien we dat het aandeel fiets weer is toegenomen en het aandeel lopen juist is gedaald. Het aandeel verplaatsingen met de auto is stabiel ondanks de groei van de stad (tussen de 16,8% en 18%). De cijfers over openbaar vervoer in 2020 en 2021 zijn niet betrouwbaar vanwege te weinig waarnemingen. Dit komt omdat het aantal verplaatsingen met het openbaar vervoer door de coronamaatregelen deze jaren sterk gereduceerd was. Ook waren er in 2020 en 2021 geen cijfers over het aandeel overige vervoerswijzen.

In de Inwonersenquête van 2023 geeft 55% van de Utrechters aan meestal met de fiets naar de binnenstad te gaan. In 2021 was dit vergelijkbaar (56%). Daarnaast zegt 76% van de Utrechters vaak te lopen of de fiets te pakken om het milieu te sparen. In 2021 (79%) en 2019 (78%) was dit aandeel hoger. In 2020 en 2022 is geen Inwonersenquête gehouden. 

* Het verplaatsingsonderzoek is in 2018 opnieuw ontworpen (onder andere een nieuwe vragenlijst, nieuwe waarneemmethode en wijziging van definities). Dit heeft kleine (niet te kwantificeren) verschuivingen teweeggebracht in de modal split. Hierdoor is het niet mogelijk de cijfers van 2018 en later één op één met de jaren ervoor te vergelijken.

8.3 Gebruik van de fiets

Figuur 8.3.1 aantal fietsers over Amsterdam-Rijnkanaal en richting Utrecht Science Park

Infogram URL

Permanente verkeerstellingen op werkdagen laten zien dat het aantal fietsers tussen Utrecht en Leidsche Rijn en tussen Utrecht en Utrecht Science Park (USP) in 2023 hoger is dan in 2022. In 2022 was het aantal fietsers hoger dan in 2020 en 2021. In deze jaren was het aantal getelde fietsers lager vanwege de coronamaatregelen.

Op de drie bruggen over het Amsterdam-Rijnkanaal reden in 2023 gemiddeld 22.000 fietsers per werkdag. Dat aantal is hoger dan in 2022 (20.800) en ook hoger dan in 2019 (voor de uitbraak van het coronavirus). Vergeleken met 2019 gaat het om een toename van 22%. De Hogeweidebrug is de meest gebruikte brug door fietsers. Het aantal fietsers over zowel de Hogeweidebrug als de Daphne Schippersburg is met 33% gegroeid vergeleken met 2019. De De Meernburg wordt als enige minder gebruikt dan in 2019: een afname van 18% van 3.800 naar 3.100 fietsers.

Tussen Utrecht en het USP is het gemiddeld aantal fietsers per werkdag in 2023 18.100. Dat is ruim 18% lager dan in 2019. Het aantal fietsers is in 2023 hoger dan in 2022 (16.000). Op de Weg tot de Wetenschap en Archimedeslaan fietsen veel studenten en werknemers van het USP die als gevolg van de coronamaatregelen in 2020 en 2021 deels vanuit huis werkten/studeerden. Daarna is thuiswerken en online studeren normaler geworden dan voor de coronaperiode. Mogelijk is dat de verklaring voor het lagere aantal fietsers in 2022 en 2023 dan in de jaren voor corona.

8.4 Personenauto's per 1.000 inwoners

Figuur 8.4.1 personenauto's per 1.000 inwoners in de G4*

Infogram URL

Het gemiddeld aantal in Utrecht geregistreerde personenauto’s van particulieren per 1.000 inwoners was op 1 januari 2023 295, een afname van 1,7%. In totaal was het aantal in de gemeente Utrecht geregistreerde particuliere personenauto's op 1 januari 2023 108.652. Dit aantal is bijna gelijk aan 2022. Personenauto's op naam van rechtspersonen (bedrijven) zijn buiten beschouwing gelaten om vertekening van de cijfers door grote verhuur- en leasebedrijven te voorkomen.

Ook in de andere G4-steden is het aantal personenauto’s van particulieren per 1.000 inwoners afgenomen (Amsterdam -0,8%, Den Haag -1,6% en Rotterdam -1,2%). Van de G4 zijn er in Rotterdam (317) en Den Haag (308) meer particuliere personenauto's per 1.000 inwoners geregistreerd dan in Utrecht (295). In Amsterdam is dit aantal lager (239). Het aantal personenauto’s in Utrecht ligt onder het Nederlands gemiddelde (440).

* De gegevens vanaf 2019 tot en met 2021 zijn herzien. De selectiemethode is verbeterd: alleen voertuigen zijn meegenomen, die op basis van verzekering, mochten deelnemen aan het verkeer. Voorheen werden ook enkele niet-verzekerde voertuigen meegenomen.

8.5 Deelmobiliteit vier grootste steden

Figuur 8.5.1 aantal deelauto's per 100.000 inwoners*

Infogram URL

Zowel in 2022 als 2023 heeft Amsterdam het hoogste aantal deelauto’s per 100.000 inwoners. Het gaat in 2022 om 265 auto’s en in 2023 om 311 auto’s. Een toename van 17%. In Utrecht zijn na Amsterdam de meeste deelauto’s. Het gaat in 2023 om 266 auto’s per 100.000 inwoners. In 2022 ging het om 233 auto’s, een toename van 14%. In Rotterdam (95) en Den Haag (105) is dit aantal een stuk lager.

Het absolute aantal commerciële deelauto’s in Utrecht is gegroeid van ruim 500 deelauto's in 2020, ongeveer 700 deelauto's in 2021 naar ongeveer 850 deelauto's in 2022. In 2023 staan bijna 1.000 commerciële deelauto’s in Utrecht.

* Door een nieuwe meetmethode zijn de cijfers over 2022 niet vergelijkbaar met eerdere jaren. Particuliere (peer-to-peer) deelauto’s met fysieke sleuteloverdracht zitten niet meer in het onderzoek. Particuliere ‘keyless’ deelauto’s zijn nog wel deel van het onderzoek. Verder maken zakelijke deelauto’s niet langer deel uit van het onderzoek, omdat de auto’s niet algemeen publiekelijk beschikbaar zijn. Utrecht heeft een relatief groot aantal peer-to-peer-deelauto’s.

8.6 Gebruik van deelvervoer

Figuur 8.6.1 aandeel Utrechters waarbij iemand van het huishouden de afgelopen 12 maanden gebruik maakte van deelvervoer

Infogram URL

Uit de Inwonersenquête van 2023 blijkt dat bij 13% van de Utrechters in de afgelopen 12 maanden iemand in het huishouden wel eens gebruik heeft gemaakt van een deelauto via een commerciële organisatie. Verder heeft bij 36% van de Utrechters iemand van het huishouden gebruik gemaakt van een OV-fiets en 11% van een elektrische deelfiets (zoals Tier). Vanaf 2022 zijn geen deelscooters meer aanwezig in de gemeente Utrecht.

Deelmobiliteit 

Aanbieders van deelauto’s richten zich steeds meer op het efficiënter gebruik van hun vloot. Het aantal deelauto’s stijgt daardoor minder hard. Ook hebben we regels opgenomen om de vloot steeds meer uitstootvrij te maken. Vanaf 2025 geeft de gemeente alleen nieuwe vergunningen uit aan elektrische deelauto’s. Vanaf 2027 moeten alle deelauto’s met een vergunning elektrisch zijn.

We zien dat het aantal deeltweewielers in Utrecht het afgelopen jaar verder is gegroeid. Het aantal elektrische deelfietsen van TIER groeide in 2023 verder naar 1.000 elektrische fietsen (in 2022 waren dit 500 fietsen). Daarbij is meer regionale samenwerking gezocht. Het is nu mogelijk om ritten naar andere gemeenten (Bunnik, Maarssen en Nieuwegein) te maken. Het aantal elektrische deelbakfietsen (van Cargoroo) steeg van 106 in 2022 naar 186 in 2023. Naast de groei van gebruik en aantal deelvoertuigen realiseerden we in 2023 14 buurt- en wijkhubs (zie hier ook een kaart met alle hubs in Utrecht). Dit is een verzamelplek voor deelvoertuigen met uniforme landelijke bebording.

Foto 8.6.1 hub aan de Leidsekade

Image
hub

8.7 Elektrische motorvoertuigen

Figuur 8.7.1 aantal elektrische motorvoertuigen in Utrecht naar soort

Infogram URL

In december 2023 staan in Utrecht 14.769 elektrische motorvoertuigen geregistreerd. Een jaar eerder was dit aantal wat hoger (14.837). Belangrijk daarbij te noemen is dat een onbekend deel van de leaseauto's waarin inwoners van Utrecht rijden geregistreerd staat in een andere gemeente.

In december 2023 bestaat 54% van de elektrische voertuigen uit elektrische personenauto's. Het aantal elektrische personenauto's is sinds december 2013 het sterkst gegroeid. Het zijn er nu ruim 60 keer zoveel als in 2013. Vergeleken met 2022 is dit aantal echter afgenomen met 10% tot 7.906 voertuigen. Uit de cijfers blijkt dat in het postcodegebied 3526 (‘industriegebied/Transwijk/Columbuslaan’) het aantal elektrische personenauto’s tussen december 2022 en december 2023 is afgenomen van 2.855 naar 81 voertuigen. Uit dit gebied is een leasemaatschappij of een ander bedrijf met veel elektrische auto’s in bezit uit Utrecht vertrokken. Als we dit postcodegebied buiten beschouwing laten, is het aantal elektrische personenauto’s gestegen van 5.910 in 2022 naar 7.825 in 2023. Een toename van 32%.

Het aantal plug-in-hybride voertuigen (met zowel een elektro- als een verbrandingsmotor) nam tussen 2016 en 2020 af. Sinds 2021 neemt dit aantal weer toe. In 2022 gaat het om 3.117 voertuigen en in 2023 om 3.373 voertuigen. Het aantal overige elektrische voertuigen is in 2023 sterk toegenomen vergeleken met 2022 (met 31% tot 2.074 voertuigen).

In de Inwonersenquête van 2023 geeft 9% van de respondenten aan één of meerdere elektrische auto's in hun huishouden te hebben. Dat is meer dan in 2019. Toen had 4% van de Utrechtse huishoudens een elektrische auto***.

* Het betreft elektrische voertuigen die in Utrecht geregistreerd staan.
** Overige elektrische voertuigen zijn elektrische bedrijfsauto's, bussen, motorfietsen en vierwielige light voertuigen (quadricycle en microcar).
*** De enquête wordt eens in de twee jaar gehouden, in 2022 is geen Inwonersenquête gehouden. De vraag over elektrische auto’s is niet vergelijkbaar met de vraag uit 2021 door een trendbreuk. Daarom vergelijken we met 2019.

8.8 Laadpunten elektrisch vervoer

Figuur 8.8.1 aantal (semi) publieke laadpunten in de G4

Infogram URL

Het aantal (semi-)publieke oplaadpunten voor elektrische auto’s in Utrecht is tussen december 2019 en december 2023 sterk toegenomen van 1.850 naar 5.568 laadpunten. Dit zijn laadpunten op publieke laadpalen en publiekstoegankelijk laadpalen in parkeergarages en bij bedrijven. Een laadpaal heeft twee laadpunten Het aantal (semi-)publieke oplaadpunten in Utrecht is qua aantal lager dan in de rest van de G4, maar relatief het hoogst. In de gemeente Utrecht zijn er 14,9 laadpunten per 1.000 inwoners. Voor de andere steden is dit als volgt: Amsterdam (13,0), Rotterdam (12,1) en Den Haag (11,2) (peildatum december 2023).

De gemeente is verantwoordelijk voor de publieke laadpunten in de openbare ruimte. Het afgelopen jaar kwamen er 874 publieke laadpunten bij. In december 2023 waren in Utrecht 3.696 publieke laadpunten (2018: 902, 2019: 1.100, 2020: 1.702, 2021: 2.272, 2022: 2.822, 2023: 3.696). De gemeente plaatst een nieuwe openbare laadpaal (met twee laadpunten) zodra die nodig is. Dat wordt bepaald op basis van hoe vaak de bestaande laadpalen gebruikt worden. De beschikbaarheid van laadpalen is over bijna heel de stad op voldoende niveau. Door netcongestie kan er de komende jaren vertraging ontstaan in de plaatsing van laadpalen. Door de laadpalen netbewust te laten laden wordt de belasting van de laadpunten op het elektriciteitsnet zo veel mogelijk beperkt. Kijk hier voor de kaart met alle huidige en toekomstige locaties voor (snellaad)palen